Column Martien van Arendonk

Kavelruil moet zich niet van boven af laten regelen

26 November 2014 - Martien van Arendonk - 1 reactie

In de gehele Nederlandse landbouw vindt schaalvergroting plaats. Dat is al jaren gaande en dat blijft ook de komende jaren doorgaan. Ondernemers die hun bedrijf beëindigen, verkopen hun bedrijf aan ondernemers die hun bedrijf vergroten en kostenefficiënter maken.

Er wordt vaak gezegd dat dit proces versnippering veroorzaakt. Dat klopt niet. Immers, versnippering treedt op als kavels en bedrijven worden opgesplitst en verkleind. Daar is geen sprake van. Wat er wel gebeurt, is dat de steeds groter wordende bedrijven hun kavels over een groter gebied verspreid hebben liggen. In plaats van versnippering kunnen wij dus beter spreken over verspreiding.

Alleen al het gebruik van het juiste woord werpt een ander licht op de manier waarop er, zo links en rechts, over kavelruil wordt gesproken. Kavelruil lijkt haast een markt te zijn geworden, waar om wordt gevochten. Laat het vooral helder zijn: ik ben voor kavelruil. Er wordt echter soms gesproken over de noodzaak tot kavelruil in Flevoland en met name in de Noordoostpolder, alsof er een ruilverkavelingsproject nodig is. Met dat laatste ben ik het pertinent oneens.

Er is inderdaad de nodige verspreiding van kavels binnen bedrijven. Die verspreiding is voor bedrijven echter niet alleen maar negatief. Sterker nog: er zijn mij genoeg bedrijven bekend die welbewust voor een zekere spreiding hebben gekozen. Daar hebben zij goede redenen voor, zoals bijvoorbeeld risicospreiding in verband met grote neerslag en de benodigde bodemeigenschappen voor verschillende gewassen.

De aanschaf van grond, waarvan het aanbod op het ogenblik gering is, wordt door ondernemers niet lichtvaardig gedaan. Dat de afstand van een kavel ten opzichte van de ‘thuislocatie’ in de bedrijfsvoering een rol speelt, is voor iedereen helder. Maar in de beslissing om een kavel al of niet te verwerven speelt de afstand – zolang die nog acceptabel is – een ondergeschikte rol.

Natuurlijk had de koper van een kavel deze graag van een buurman gekocht, want het is eenieder duidelijk dat dit voordelen heeft. Het land van de buurman komt echter niet zo vaak te koop en wellicht heeft hij dat land al gekocht. Dus als een ondernemer een kans ziet om zijn bedrijf uit te breiden, dan grijpt hij die. Ondanks de gevolgen van een zekere afstand tot het thuisbedrijf. Lieverkoekjes worden niet altijd gebakken.

Wat we zien is dat door de dynamiek van het verkopen en aankopen van grond een spreiding van kavels binnen (een afnemend aantal) bedrijven ontstaat. Zoals hierboven reeds aangegeven, is in de eerste plaats voor bedrijven niet àlle spreiding per definitie ongewenst. In de tweede plaats weten ondernemers heel goed wat voor hen de doorslaggevende argumenten zijn om een kavel al of niet aan te kopen. Wanneer door een ruil een kleinere afstand kan worden gerealiseerd, dan is dat een bijkomend voordeel. Mijn ervaring leert dat het meestal niet doorslaggevend is.

Mijn ervaring is ook dat er zich in de dynamiek van het kopen en verkopen kansen voordoen voor kavelruil. Geen ondernemer zal ‘nee’ zeggen tegen de mogelijkheid om zijn transactie te koppelen aan één of meer andere transacties, wanneer hij een betere of mindere spreiding van zijn kavels bereikt. In deze dynamiek is het aan de (gezamenlijke) makelaars om de ondernemers daarbij te faciliteren. Daarbij is het een randvoorwaarde dat de ruilingen uiteindelijk voor alle partijen tot voordeel leiden. Daarbij heb ik bovendien de ervaring dat er onder diezelfde voorwaarde uitstekend kan worden samengewerkt met het Rijksvastgoedbedrijf.

Dezelfde dynamiek die in eerste instantie verspreiding veroorzaakt, gaat die spreiding ook weer oplossen, mits daar voldoende oog voor is. Wat dat betreft moet kavelruil zich niet ‘van boven af’ laten regelen of zich laat sturen door regelgeving of subsidies, zoals inmiddels wel is gebleken. Kavelruil moet worden gedreven door het creëren van voordeel voor alle betrokkenen. Ondernemers hebben niet de positie, de tijd en de gelegenheid om dat zelf te organiseren en uit te voeren. Zij laten zich daarom in hun plannen ook niet leiden door de mogelijkheden van kavelruil.

Als makelaar heb ik de gebiedskennis en het netwerk, dat leidt tot overzicht en inzicht in de wensen en mogelijkheden van partijen die potentieel voordeel van een kavelruil kunnen hebben. Daardoor kan kavelruil iets toevoegen aan de uitvoering van plannen die ondernemers toch al hebben. Kavelruil is dus geen doel op zichzelf.

Martien van Arendonk (RMT)
Directeur Leyten & Van der Linde Rentmeester en Makelaardij

Deze businesscase is powered by:

Martien van Arendonk

Directeur Leyten & Van der Linde Rentmeester en Makelaardij

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden