Blog: Niels van der Boom

De levensduur van het mechanisatiebedrijf

30 December 2016 - Niels van der Boom - 12 reacties

Eerder dit jaar publiceerde het CBS harde cijfers over het gebrek aan opvolgers binnen de agrarische sector. In de komende tien jaar verdwijnen 15.000 agrarische bedrijven, zo kopte het. Maar hoe zit het eigenlijk met mechanisatiebedrijven? Ook daar is heel wat gaande, al staan we daar misschien niet altijd bij stil.

Hoeveel landbouwmechanisatiebedrijven Nederland exact telt is niet direct te zeggen. Brancheorganisatie Fedecom telt naar eigen zeggen 250 fabrikanten en importeurs. Daarnaast zijn 700 mechanisatiebedrijven aangesloten met in totaal 10.000 werknemers. Cijfers zijn overbodig om waar te nemen dat, met een afname van het aantal landbouwbedrijven, het aantal mechanisatiebedrijven eveneens reduceert. Er is echter meer aan de hand dan veel 55 plussers en weinig opvolgers.

Wie meer dan een half uur naar zijn dealer moet rijden beschouwt het als te ver

Er is bijna geen land ter wereld dat zo goed in zijn mechanisatiebedrijven zit als Nederland. Je vindt ze niet alleen op iedere straathoek, het is ook nog een van de meest innovatieve bedrijfssectoren, zo becijferde het CBS. Wie meer dan een half uur naar zijn dealer moet rijden beschouwt het als ver weg. Een bedrijf om de hoek met goede service weegt zwaarder dan het merk trekker of machine. Deze bedrijven – vaak klein in omvang – hebben het in de 21ste eeuw steeds moeilijker.

Misschien moeten we in de toekomst onderscheid maken tussen mechanisatiebedrijven en dealers. Tussen de twee bedrijfssoorten wordt een wig gedreven, mede door importeurs en fabrikanten. Internationale spelers zijn gewend met grote verdelers samen te werken. Vaak met meerdere vestigingen en hoge verkoopaantallen. Dat is in Nederland wel anders. Fabrikanten dwingen kleine bedrijven te fuseren. Onder andere John Deere staat daar om bekend. Andere merken voeren soortgelijke strategieën door, al gaat dat soms iets gemoedelijker.

Vanuit het oogpunt van de fabrikant of importeur zijn goede redenen aan te dragen om te sturen op schaalvergroting. Landbouwbedrijven worden in rap tempo fors groter. De vraag naar service verandert daarmee. Rustig een bakkie doen en de dorpsroddels bespreken is er niet meer bij. Het gaat om 24 uur per dag service, ook op zondag, en de monteur moet over kennis beschikken waar de gemiddelde ICT'er van achterover slaat. Een monumentale taak voor dealerbedrijven, die al moeilijk aan goed geschoold personeel kunnen komen.

Een ander belangrijk onderwerp voor de mechanisatie grootmachten is de 'één merk strategie'. Trekkers, machines, GPS, en de spreekwoordelijke onderbroek, hebben allemaal dezelfde kleur. Het Noord-Amerikaanse systeem kunnen we het wel noemen. Eerder schreef ik daar al uitgebreid over. De Europese klant – met de eigenwijze Nederlandse boer voorop – past niet in dit beeld. Voor CEO’s in hun Amerikaanse hoofdkantoor is dat moeilijk te bevatten, des te meer omdat de Nederlandse markt in verkoopaantallen weinig voorstelt en dus geen gewicht in de schaal kan gooien.

Wat is de toekomst van een Nederlands mechanisatiebedrijf?

Moeten dealers de stringente eisen van hun leveranciers pikken? Een groeiende groep denkt van niet. Het ondernemerschap – en daarmee de onafhankelijkheid – staat bij deze groep hoog in het vaandel. In de praktijk vertaalt dit zich in het feit dat de officiële dealerschapstitel hun wordt ontnomen en het bedrijf zich als merkspecialist in de markt zet. De aanvoer van onderdelen en trekkers wordt via het buitenland in gang gehouden. Leve de Europese Unie. Een uiterst lastige situatie voor de importeur én de dealer die zich wel heeft aangepast.

Wat is dan de toekomst van een Nederlands mechanisatiebedrijf? Misschien moeten we onze blik daarvoor richten op de autobedrijven. Aan de ene zijde een groep van enorme organisaties – die veelal meerdere merken omvatten – en landelijk opereren. Aan de andere kant een groep vrije ondernemers die zich specialiseren en het op kennis winnen. Kennis waar de klant graag voor betaalt. Want uiteindelijk is de klant altijd koning. Aan de onafhankelijke dealer is het zaak niet in het verleden te blijven hangen maar mee te gaan in de ontwikkeling. En dat valt niet altijd mee, want transparantie en openheid is nog ver te zoeken in de landbouw. Maar die slimme sleutelaar. Die redt het wel.

Niels van der Boom

Niels van der Boom is sinds augustus 2013 expert Akkerbouw & Techniek bij Boerenbusiness. Hij bericht vooral over de aardappel-, granen- en suikermarkt. Wekelijks presenteert hij de marktflits over de granenmarkt.
Reacties
12 reacties
info104 30 December 2016
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/columns/column/10872855/Wat-is-de-levensduur-van-het-mechanisatiebedrijf]Wat is de levensduur van het mechanisatiebedrijf[/url]
In uw stuk maakt u zich lichtelijk zorgen over de bedrijven die gaan stoppen , nu kan ik u zeggen dat dit al een tijd gaande is zowel boeren loon en mechanisatie bedrijven zelfs zijn er nieuwe loon en mechanisatie bedrijven ontstaan de oorzaak ligt m.i.z. bij de ondernemer , is deze inventief en speelt hij in op bv. de hobbyboer/burger die ook een grote of kleine gazonmaaier in gebruik heeft met soms veel bij behorende machines , of wil dat mechanisatie bedr. alleen maar de grootste trekkers en machines verkopen omdat hij zichzelf zo stoer vind. Maar ook de stopper moeten we respect voor hebben welke geen opvolger heeft. De bedrijven die, zoals John Deere, samenwerken hebben toekomst , de elektronische ontwikkeling in trekkers en machines gaat razend snel zie de komst van de elektrisch aangedreven trekkers van div. merken kunnen op deze manier een kostprijs verlagend effect hebben . En niet te vergeten de aanstormende robot trekker.
info104 30 December 2016
In uw stuk maakt u zich lichtelijk zorgen over de bedrijven die gaan stoppen , nu kan ik u zeggen dat dit al een tijd gaande is zowel boeren loon en mechanisatie bedrijven zelfs zijn er nieuwe loon en mechanisatie bedrijven ontstaan de oorzaak ligt m.i.z. bij de ondernemer , is deze inventief en speelt hij in op bv. de hobbyboer/burger die ook een grote of kleine gazonmaaier in gebruik heeft met soms veel bij behorende machines , of wil dat mechanisatie bedr. alleen maar de grootste trekkers en machines verkopen omdat hij zichzelf zo stoer vind. Maar ook de stopper moeten we respect voor hebben welke geen opvolger heeft. De bedrijven die, zoals John Deere, samenwerken hebben toekomst , de elektronische ontwikkeling in trekkers en machines gaat razend snel zie de komst van de elektrisch aangedreven trekkers van div. merken kunnen op deze manier een kostprijs verlagend effect hebben . En niet te vergeten de aanstormende robot trekker.
Zandboer 30 December 2016
Lijkt me nu net dat jd het zwaar gaat krijgen. Gezien hun omzetverplichtingen van jd product voor een dealer. Teveel machines verkocht? Dan jd omzet te laag tov totaalomzet. Dus duurder inkoop. Of verkeerde tegels in de showroom? Direct nieuwe erop, hoort bij de huisstijl. Wel genoeg en de juiste jd olie gebruikt? Lekker werken hoor. Alles verplichte nering. Dat gaat dealers opbreken. M.i. komen er aparte machinedealers die niet gekoppeld willen zitten aan een groot merk. En daarmee hun vrijheid willen behouden.
Abonnee
verzopen boerenl*l 31 December 2016
Klopt Zandboer, wij zijn gestopt met JD, omdat het onderhoud bij zo'n gedwongen dealer niet meer te betalen is. €56.50/u plus €7.50 standaard voor klein materiaal, dit vaak voor een beginnende monteur of stagair. Onderdelen die het dubbele kosten van in België. Upgrades door de fabriek opgelegd, die toch nog voor de helft aangerekend worden, ...
Abonnee
patatje 31 December 2016
Ah, ook klant bij de Kok zeker.
Etten leur 31 December 2016
Ja inderdaad patatje bij de Kok betaal je voor een fend
tja, dan wil je er toch in rijden ook.
die gaat het nog moeilijk krijgen!!!
info104 1 Januari 2017
Als een fendt nu echt zoveel meer en beter was dan een John Deere zou ik dat ook zeggen . Zolang er meer dan het dubbele aantal (alleen in west Europa) John Deere trekkers verkocht worden is Fendt geen concurrent. Kijk eens naar de wereldwijde productie zijn die kopers dan allemaal gek ,ik denk het niet. Daarbij zeg ik niet dat Fendt een slechte machine is maar wel te duur in kostprijs diegene die dat er voor over heeft moet hem gewoon kopen.
info104 1 Januari 2017
Als een fendt nu echt zoveel meer en beter was dan een John Deere zou ik dat ook zeggen . Zolang er meer dan het dubbele aantal (alleen in west Europa) John Deere trekkers verkocht worden is Fendt geen concurrent. Kijk eens naar de wereldwijde productie zijn die kopers dan allemaal gek ,ik denk het niet. Daarbij zeg ik niet dat Fendt een slechte machine is maar wel te duur in kostprijs diegene die dat er voor over heeft moet hem gewoon kopen.
Abonnee
patatje 1 Januari 2017
Het ging niet over Fendt, het ging erover dat bepaalde dealers te duur zijn voor wat ze bieden en dingen aanrekenen wat niet hoort.
Wij zouden graag een Avr puma kopen, maar als die van de Kok moet komen kopen wij een ander merk.
info104 1 Januari 2017
Sorry Patatje dat had ik niet goed begrepen, we moeten er denk ik wel rekening mee houden dat de prijs die we in de toekomst voor een goede monteur moeten betalen niet lager op wordt , als ik zie wat een monteur in een vrachtwagen en bv. een Mercedes garage kost dan heb het niet over 56,50 per uur maar 80 komt eerst. Bedankt voor je opmerking
Polderboer 2 Januari 2017
"Cijfers zijn overbodig om waar te nemen dat, met een afname van het aantal landbouwbedrijven, het aantal mechanisatiebedrijven eveneens reduceert."
De landbouw mechaniseert nog steeds verder en verder dus ik vraag me sterk af of deze aanname terecht is. Volgens mij neemt het aantal kleine bedrijven zonder dealerverplichtingen maar met goede specifieke producten voor teelt of dierlijke productie alleen maar toe.
Liekele 2 Januari 2017
Veel belangrijker voor een agrariër is of het mechanisatiebedrijf garantie en service verleend met een grote S. D.w.z. deskundige medewerkers ,bij een storing direct komen en je inleven in wat je klant wil.Een uurloon is dan wat minder belangrijk als de storing maar snel en deskundig wordt gerepareerd.Daarnaast geeft een schone werkplaats vertrouwen bij de agrariër. Ook voor het mechanisatiebedrijf is PASSIE een toverwoord.Een schoolvoorbeeld is b.v. het mechanisatiebedrijf Bemu (Valtra) te Marknesse.
boerontour 5 Februari 2017
het belangrijkste is dat de vrije bedrijven de merkgebonden onderdelen kunnen blijven verkrijgen, dat is de enige manier voor hun om de service van dat merk te kunnen uitvoeren, het merk zal zich dit terdegen bewust zijn om zo een zg. grijs-onderdelen circuit toe te laten.
Maar ik ben wel bang voor die grote jongens die het allemaal zo gestructureerd op poten willen zetten het in west europa nog wel moeilijk krijgen, wat stelt dit nu in aantallen voor, vergeleken bij laten we het even op de auto's houden, die worden met 100 of mee tegelijk verkocht aan (lease)bedrijven waarvan er vele malen meer stuks van rond rijden en de markt van after-markers ook veel aantrekkelijker is, van de ander kant, de europese boer ploegt voort en dit moet toch echt met een tractor gebeuren die moet moet aangeschaft worden en die moet service hebben, maar tegen welke prijs?
U kunt niet meer reageren.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf je in en ontvang elke dag het laatste nieuws in je inbox

Opinie Niels van der Boom

Koester je loonwerker nu het nog kan

Opinie Niels van der Boom

Wie lijdt er nu meer: mens of machine?

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden