Column Pascal Philipsen

Bodemprijzen voedsel in goede aarde?

19 Januari 2015 - Pascal Philipsen

Het jaar 2015 is uitgeroepen tot het Internationale jaar van de bodem. Een nobel initiatief van de Food and Agriculture Organisatie van de Verenigde Naties. Om wereldwijd meer aandacht te vragen voor een duurzaam gebruik van onze bodems. Wat mij betreft is het iedere dag ‘Dag van de bodem’ voor wie er voor zorg dragen.

Maar boeren worden op dit dossier zwaar op de proef gesteld, doordat werkelijk niets van de duurzame transitie wordt doorbelast aan voedsel. De beperkte waarde die wij met z’n allen toekennen aan ons eten, remt de echte grote stappen naar een omgevingsbewuste land- en tuinbouw. Zo ook de stap naar een vruchtbare bodem.

Een duurzame bodem met minder chemie, kunstmest en minder gewassen per hectare kost geld. Bovendien is er innovatie nodig. Technieken die plaatsspecifiek in de bodem relevante parameters opvangen of de gewasstand monitoren vanuit de lucht. Om zo gerichter en minder milieubelastend teelten te sturen. Een beter welzijn van bodemleven vergt ook de nodige tijd en aandacht in de praktijk.

Een duurzame benadering van het belangrijkste productiemiddel ‘de bodem’ kan leiden tot een prijsverhoging van ons eten. Als Westerse welvarende consument willen we dit natuurlijk niet. Zoals ook een beter dierenwelzijn leidt tot het duurder worden van de kiloknaller. Niet echt iets waarop we zitten te wachten. Maar wie betaalt dan de prijs van de duurzame bodem?

De consument denkt en handelt naar zijn portemonnee. Was, is en blijft. Als maatschappelijk geëngageerd burger begrijpen we maar al te goed het grootse ingrijpen der gretige mensheid in natuurlijke bronnen des levens. Niet in elk detail, maar de contouren die ons worden geschetst, staat ons helder voor de geest. Maar de bodem moet niet te dicht bij onze portemonnee komen. Een vruchtbare bodem voor volgende generaties boeren en haar afnemers, leuk en aardig. Niet ten koste van de skivakantie en de tweede auto.

José Graziano da Silva, FAO Directeur-Generaal, spreekt mooie woorden over de bodem. De voor mij meest aansprekende tekst van dit hoge heerschap is:

‘The multiple roles of soils often go unnoticed. Soils don’t have a voice, and few people speak out for them. They are our silent ally in food production.’

Ofwel de bodem, eigenlijk de natuur in z’n volle omvang, is onze stille vennoot. Een onmisbare partner zonder stem. Tegelijkertijd is deze partner van vele markten thuis en een factor die op lange termijn onze toekomst bepaalt. De burger gevangen in ‘de consument’ zorgt in de laatste plaats voor de grote transitie naar bodemvriendelijke aanpak. Publiekscampagnes om ‘awareness’ te scheppen over de noodzaak van veel vruchtbare grond op deze planeet is mijn inziens even nuttig als Nederlandse zandkorrels naar de grootste zandwoestijn, de Sahara, te verschepen.

Ik heb het volgende voorstel: het spookthema ‘dierenleed’ omzetten in het reële thema ‘vruchtbare bodem’. De valse voedselprofeten die vermeend dierenleed in vurige schoonheid op de kaart zetten, hebben hun taak volbracht en zijn overbodig geworden. Ze hebben de veehouder de laatste jaren flink te kakken gezet, de supermarkt voor blok gezet en de consument vals geïnformeerd om duurzame stappen te maken in dierenwelzijn.

Dat het daadwerkelijke beoogde doel ‘geen vleesconsumptie’ geen haalbare kaart blijkt, is tot deze anti-veehouderij groeperingen doorgedrongen. En het dierenleed-sentiment waarop burgers werden aangesproken door de Wakkere Dieren van Nederland, is inmiddels ook verzadigd geraakt. Ik heb nieuw werk voor ze. De plofbodem.

Nederlandse akkerbouwers, tuinders en ook melkveehouders timmeren de laatste jaren hard aan de duurzame weg van goed bodembeheer. Er zijn vele bodemkennisbijeenkomsten in theorie en praktijk. En vele onderzoeksprojecten uitgevoerd door boerenbedrijven, toeleveranciers en wetenschapsinstituten, die de bodem willen doorgronden. Weliswaar vooral gedreven door de strenge wetgeving rondom stikstof en fosfaatbemesting, maar dat doet er niet toe. We lopen als agrarisch Nederland weer voorop in de wereld, ook met dit onderwerp.

Enfin, de Nederlandse agrarische sector is volop aan de slag om landerijen en percelen natuurlijker te benaderen met behoud van de hoge productie en kwaliteit. Van het chemische tijdperk stappen we langzaam over naar het biologische tijdperk dat meer vruchten afwerpt, vooral naar de toekomst toe. We zitten middenin de zoektocht naar een goed evenwicht tussen bodemvruchtbaarheid en moderne landbouw.

Echter de uitgeknepen situatie voor boeren door handelsfirma’s en retail in de keten, voortgekomen uit het feit dat consumenten goedkoop eten willen, vertraagt de transitie van plofbodem naar vruchtbare bodem. Deze machtige voedseldistributie partijen hierover aan de tand voelen, zou een mooie en uitdagende klus kunnen zijn voor de werkloze dierenleed-activisten. Deze ex-animalisten strijden dan voor een gezonde en vitale bodem, de basis voor al ons voedsel en van onze natuur. Ze kunnen gaan schermen met de vele onderzoeksresultaten afkomstig uit de primaire agrosector. Echte feiten die ons verder brengen.

Pas maar op Albert Heijn en Jumbo, Wakker Bodem zal binnenkort langskomen om jullie te wijzen op de prijs van een duurzame bodem. Die nog verrekend moet worden in het voedselaanbod. Ditmaal zonder geknor en gekakel, maar in stilte van de regenworm en bodembacterie. En samen met de boer.

Pascal Philipsen

E-mail: Boer&Co 

Twitter: @boer_co

Pascal Philipsen

Pascal Philipsen is regiomanager Zuid-Nederland en bemesting specialist bij Timac Agro Nederland.

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden