Blog: Pascal Philipsen

Antwoord voor boerenfamilie Bongen?

9 September 2016 - Pascal Philipsen - 9 reacties

Boerenechtpaar José en Herman Bongen uit het Achterhoekse Heelweg stopt met de melkveehouderij. Dit nieuws en het waarom erachter is inmiddels wel helder geworden na die indrukwekkende mediabelangstelling. Een eerlijk en recht-uit-het-hart-betoog van één van de vele primaire voedselproducenten die Nederland rijk is.

In reactie hierop roept een ieder massaal 'ach wat sneu' met erachteraan 'veel sterkte en succes verder' en gaat weer snel op in de-door-José-betitelde samenleving die vol is van duurzaamheid en dierenwelzijn, maar intussen toestaat hoe de voedselketen de laagste prijs afdwingt.

Schrijnende verhalen van ons platteland zijn helaas al langere tijd aan de orde van dag, maar blijven meestal onzichtbaar voor het grote publiek. Niemand is trots als zijn/haar onderneming, al een paar generaties in de familie, uit de vingers glipt. Daarbovenop komt de jammerlijke redenatie van veelal collega boeren dat zaken niet goed voor elkaar waren, het technisch niet goed draaide of men te overmoedig is gaan uitbreiden met geld van de bank. Kortom het opgetekende relaas van José en Herman staat niet op zichzelf. Ik vind het ontzettend knap van dit boerenechtpaar dat ze hun verhaal in de media (durven) doen en het “boerenprobleem” zichtbaar maken.

Akkerbouwers, tuinders en veehouders die niet mee kunnen of willen in de ratrace van hogere efficiency en schaalvergroting gaan kopje onder of zoals in het geval van Herman en José, hakken bewust zelf de knoop door. Onze grote agrarische exportwaarde maakt ons trots en tegelijkertijd erg kwetsbaar. Er is sprake van een toename aan prijsfluctuaties omdat ons Nederlandse landbouwproduct meer afhankelijk is geworden van globale marktwerking, geopolitiek en verschuiving in internationale handelsbetrekkingen. Anticiperen op deze ontwikkelingen binnen de vrije wereldmarkteconomie is bijna niet te doen. Het blijft laveren tussen de grillen van de wereldmarkt.

Maar is het fundament van onze Westerse voedselproductie wel in staat om grote prijsfluctuaties te trotseren? Of is ons voedselproductiesysteem vastgelopen? Zijn we verplicht om een beter boerenklimaat scheppen? Of is er gewoon sprake van ordinaire overproductie door het surplus aan boerenbedrijvigheid in Nederland en moeten we alles maar laten gebeuren? Moeten we blijven produceren in ons kleine landje voor de rest van de wereld? Of moeten we regionaal de markt reguleren via korte fairtrade voedselketens? Of kan een combinatie van beiden?

Krijgen José en Herman ooit antwoord? Want hun gemaakte keuze om de boel te verkopen is natuurlijk geen keuze! Ze waren liever boer gebleven. Ze stellen een vraag dat een antwoord verdiend: ‘Waarom krijgt eten geproduceerd in Nederland volgens hoge kwaliteitsstandaarden geen waardering?’

Is er teveel van hetzelfde? Ligt het aan de relatief hoge kostprijs die kwaliteit vraagt? Ligt het aan de Nederlandse verwende consument die wentelt in verworven rechten? Ligt het aan de politiek de weinig daadkrachtig is?

Nederland heeft flinke ambities om leidend en onderscheidend te zijn. Heeft technologie en duurzame innovatie hoog in het vaandel op diverse fronten. Met onze diepgaande kennisniveau en handelsmentaliteit komen we ver. Maar in de agrarische sector blijven we, mijn inziens, te lang hangen in ‘analyse’. Wat is de aanpak? Hoe, wanneer en op welke wijze geeft Nederland invulling aan onze hoogwaardige, innovatieve en duurzame voedselproductie? Wie neemt de regie?

Vele zelf benoemde ketenregisseurs met een warm boerenhart proberen een goed verdienmodel van het moderne landbouwgezinsbedrijf in de benen te houden. Echter, een aantal van deze hulptroepen worstelen zelf met hun eigen bestaansrecht, laat staan dat ze alle focus hebben op onze voedselproducenten. Banken doen bijvoorbeeld volop mee in de schaalvergrotingsslag om uiteindelijk minder te krijgen voor meer. Bovendien staat het verdienmodel van de bank zelf onder druk door de extreem lage rente. Belangenbehartigers fuseren en reorganiseren tot ze zichzelf weer uitgevonden hebben. De overheid is doorgeschoten naar liberale werkingsmechanismen die naast landbouw, ook bijv. onze uitstekende zorg om zeep helpen. De enige politieke bemoeienis op het boerenerf ziet er uit als Brusselse toeters en bellen hoe een agrarisch bedrijf te runnen, terwijl de boer dit zelf wel weet. Dan de gevestigde grachtengordelelite uit de grote stad die maar blijft doorpraten met de foodhipsters over de voedselvisie voor Nederland in het mondiale speelveld. Terwijl hackers en designers de laatste tijd aan het werk worden gezet om hun idealistische denkbeelden te projecteren op een toekomstbestendige land- en tuinbouw. Ook organisaties als Wakker Dier, Greenpeace en Varkens in Nood schijnen op te komen voor de belangen van onze boeren. Wel op geheel eigen (vreemde) wijze! Ook proberen enkele communicatielieden en marketeers een beter boerenklimaat te scheppen. Door welbedoelde adviezen in met name de richting van directe afzet aan de consument. Dan zijn er nog de toeleveranciers van kunstmest, mechanisatie, voer en wat nog meer nodig is aan input om een succesvol agrarisch bedrijf te runnen. Als particulier handelsbedrijf, coöperatie of fabrikant hebben zij altijd het beste voor met de boer, maar wel met hun concept of product. Last but not least zijn er de agrarische uitgeverijen die opleidingen en Masterclasses verzorgen in samenwerking met diverse gerenommeerde opleidingsinstituten om de marktpositie van de agrariër te verbeteren via kennis over internationale bedrijfsvoering.

Mooi, een heel scala aan gepassioneerde kennisdragers die begaan zijn met het lot van Nederlandse boeren. Maar ondanks die overweldigende bijdrage van alle genoemde disciplines en organisaties, is de gemiddelde Nederlandse boer niet in staat om zelf grip te krijgen op eigen inkomsten. De Nederlandse boer is eigen baas, dat voorop gesteld. Verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijf. Immers zelf ook in bezit van veel kennis, kunde en passie. Zoals José en Herman. Maar wie geeft hen de antwoorden waar ze recht op hebben? Hopelijk komen een aantal antwoorden op tijd voor de rest van de overlevende boeren.

 

 

 

 

Pascal Philipsen

Pascal Philipsen is regiomanager Zuid-Nederland en bemesting specialist bij Timac Agro Nederland.
Reacties
9 reacties
peter jansen 10 September 2016
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/columns/column/10871475/Antwoord-voor-boerenfamilie-Bongen?]Antwoord voor boerenfamilie Bongen?[/url]
zolang wij hier moeten fabriceren en produceren tegen dezelfde prijzen als in oost europa, met minder regelgeving is er geen overleven !!.
Dus afschermen de binnenlandse produktie is de enige goede wijze. Ook geldt dit voor de nederlandse chauffeur , waar de goedkope pool rijdt, in nederland !
Henk52 11 September 2016
Het is inderdaad een ratrace, veroorzaakt door het moeten uitbreiden van de bedrijven. Er werd gedacht, dat de kostprijs lager zou worden door de schaalvergroting, het tegendeel is echter waar, want door de schaalvergroting nenen de schulden, lease en arbeidskosten flink toe. De familie Bobgers hoeft zich hekemaal niet te schanen, want dit is het begin van een gigantische afvalrace in de sector.
Jpk 11 September 2016
45jaar worden de Ned bo.boeren en tuinders al uitgekleed door AH Aldi Lidl en Superunie
Hoog tijd om een andere weg te zoeken
Let op de Zeeuwse coöperatie zijn zaakvoerderin AGRI MARKT
AGRIFIRM FORFAMERS en Rijnvallei de eigenaars leden kunnen dit toch regelen
Een zwaar gedeprimeerde fruiteler
Willem 12 September 2016
Uit de grote groep betrokkenen die in deze column genoemd worden blijkt weer dat mijn buurman toch gelijk had toen hij zei: "nicht in die Landwirtschaft wird verdient aber an die Landwirtschaft."
Annie 12 September 2016
Het is een heel moeilijke tijd voor de melkveehouders. Vooral degene die geen 'gekke' dingen heeft gedaan zoals uitbreiden van 60 naar 450 melkkoeien in het overgangsjaar toen het melkquotum eraf ging. Het hek ging letterlijk van de dam! Velen 'vreesden' de ambities van sommige collega-boeren. De politiek en LTO gaan voor produceren voor de wereldmarkt. Men heeft totaal de verkeerde keuzes gemaakt. Dit gaat ten koste van veel bedrijven, groot of kleiner. En dat neem ik de politiek ook kwalijk. Er wordt ingegrepen middels fosfaatrechten en een groot imago schade, want van Dam heeft geen goed woord over de hele voedselketen (Dagblad van het noorden 9 sept.)

En dan lees je ook dit......
Vandaag de dag zijn er 795 miljoen mensen in de wereld voedselonzeker. Dit betekent dat één op de negen mensen niet genoeg te eten heeft om een gezond en actief leven te leiden. Honger en ondervoeding zijn gezondheidsrisico nummer één in de wereld – meer dan aids, malaria en tuberculose samen.
Jose Bongen 12 September 2016
Wauw, Pascal Phillipsen, wat heb jij ons verhaal goed begrepen. En wat weet jij precies onze frustratie te verwoorden: over al die instanties met miljoenen euro's in beheer, die het menen het te weten of het zouden kunnen weten, maar die ons in de praktijk niets verder brengen.
We hebben met open mond zitten lezen; het beste artikel rond onze toestand dat we hebben gezien. Dat politiek venijnige stuk waarvan ik op Facebook aangaf dat het me niet meer lijkt te lukken? Dat heb jij zojuist geschreven! Hulde, en dank!
Ard Eshuis 12 September 2016
Ja, dat kan ik beamen, menigeen weet precies hoe het moet en hoe niet, maar de boer kan het opknappen óf afknappen. José en Herman, ik heb groot ontzag voor jullie keuze, maar wij doormodderende boeren zijn er nog láng niet, wij blijven nog wel even bungelen.... Of we willen of niet
Henk52 13 September 2016
Voor dat bungelen heb je zelf voor gekozen.
leon cl 13 September 2016
dat het moeilijk is ,is duidelijk.maar we zijn het slachtoffer van het alleen maar de wil om te produceren , het milieu ten spijt , denk maar aan minder energie,stikstof; erosie is niet meer te stoppen zelfs wereld wijd, onkruiden en ziekten worden resistent aan spuitstoffen, alleen maar industrielandbouw die het steeds moeilijker zal krijgen de wereld bevolking te voeden. de toekomst naar mijn gevoel is toch wel anders
ikke 16 September 2016
mannen,

aan elke berg zit een dal, maar in ieder dal begint weer een berg.
of aan elke berg komt een einde.
of na regen komt zonneschijn.
en na zonneschijn ook weer regen.
op een dag zullen de bestuurders weer inzien dat eten en drinken het belangrijkste is wat een mens nodig heeft.
maar voor die tijd zal er eerst veel luxe opgegeven moeten worden.

mvg ikke
U kunt niet meer reageren.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf je in en ontvang elke dag het laatste nieuws in je inbox

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden