Het bereiken van politieke doelen op basis van geografisch gefundeerde argumenten. In de volksmond wordt dit ook wel geopolitiek genoemd. En dat heeft Rusland in februari gedaan, toen het haar grenzen (wederom) sloot voor de export van graan. Met de gedachte om de eigen graanprijs laag te houden.
Dit betekent goedkoper brood voor de eigen bevolking, maar ook ondersteuning van de eigen veeteelt door lage voerprijzen. Het uiteindelijke doel is zelfvoorzienend te worden. De politiek in Rusland is bezig met de actieve ondersteuning van de eigen veehouderij. Is een grotere politieke aandacht voor de veehouderij ook iets wat in Nederland kan passen? Ik denk het wel.
De Nederlandse agrarische sector - ook de veehouderij - draagt een aanzienlijk steentje bij aan de Nederlandse export. Hiervoor is wel vraag nodig: naar zuivel, vlees en eieren. Maar ook naar kennis van productiviteit en efficiency. De vraag naar Nederlandse zuivel, vlees en eieren komt grotendeels uit de eurozone.
Een beperkt deel wordt geëxporteerd naar landen buiten de Europese Unie. Maar juist deze export wordt sterk door geopolitiek beïnvloed. De Russische boycot was hiervan een sterk staaltje. Hoewel het slechts enkele procenten van onze export betrof, was en is de invloed op de prijzen groot. Vooral voor de doorgaans met lage marges in bulk geproduceerde producten.
Dit ligt heel anders voor de export van Nederlandse toeleveranciers van verschillende agriketens. Hier wordt de verkoop gekenmerkt door een hoge(re) marge en een lager volume. Denk aan machines, zaai- en pootgoed, uitgangsmateriaal voor verdere productie en concentraten.
Uitvoer hiervan vindt vaak plaats in combinatie met veel kennis over het verhogen van de productiviteit. De export hiervan is veel minder gevoelig voor geopolitiek. Dit komt doordat ontvangende landen deze producten en kennis vaak hard nodig hebben voor het realiseren van hun ambities meer zelfvoorzienend te worden.
Dit biedt kansen voor de Nederlandse landbouw en dus voor de veehouderij en toeleverende agribusiness. Denk aan voerprogramma’s met als basis premixen en concentraten. Of aan stalontwerpen en -inrichting, waarbij hygiëne en klimaatbeheersing centraal staan. Maar ook aan fokmateriaal dat betere dierprestaties moet faciliteren, software die de groei en productie meet en vertaalt naar bedrijfsadvies en mestverwerkingssystemen die de kringlopen rond de veehouderij sluiten. Allemaal bouwstenen voor een lager energiegebruik, hoger dierenwelzijn, betere kwaliteit, effectieve productie tot het sluiten van mineralenkringlopen.
Waar liggen de kansen voor de veehouderij, behalve als proeftuin van innovaties? Dan draait het om de toepassing hiervan: in, op en rond de stal. Daarvoor heb je agrarische ondernemers nodig die willen profiteren van de effectiviteitswinst die deze innovaties met zich meebrengen. En zo zorgen voor lagere productiekosten en een grotere toegevoegde waarde (en meeropbrengst) van producten.
Van zulke ondernemers heeft de Nederlandse veehouderijsector er gelukkig veel. Hier is ook een rol weggelegd voor de overheid, door voor veehouderijbedrijven ruimte voor ondernemen te creëren. Door kwaliteit - zoals een grotere voedselveiligheid, CO2-reductie en een verbetering van het dierenwelzijn doorslaggevend te laten zijn bij de beoordeling van vergunningsaanvragen en niet alleen de grootte van bedrijven. Dat verbetert direct en indirect de exportpositie en maakt Nederland ongevoeliger voor de grillen van onze handelspartners. Wie kan daar nu op tegen zijn?
Wilbert Hilkens
Sectormanager dierlijke sectoren bij ABN Amro
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/columnisten/column/10862973/Nederlandse-kwaliteit-gaat-boven-geopolitiek]Nederlandse kwaliteit gaat boven geopolitiek[/url]