De biogasinstallatie nabij Veendam werd in 2006 gebouwd en is goed voor 1,5 Megawatt. Een jaar later was hij operationeel. Jansen nam de complete installatie in 2007 in gebruik. Destijds leek de toekomst rooskleurig. Het pakte echter geheel anders uit. Met de verwerking van VDM krijgt de installatie nu een beter perspectief.
Jansen is met hun loonbedrijf actief in de regio Salland, Overijssel. Vanwege een aanwezige vergunning en een gunstige locatie werd gekozen voor een biogasinstallatie in Veendam. De benodigde snijmaïs en natuurgras wordt uit de omgeving van Veendam gehaald. De VDM is afkomstig uit Oost-Nederland. De gehygiëniseerde droge fractie gaat met vrachtwagens naar Duitsland. Om de transportkosten laag te houden wil Jansen de mest over water gaan vervoeren.
De biogasinstallatie wordt gevoed met mest, 8.000 ton snijmaïs en 6.000 ton natuurgras. Daarnaast worden ook reststromen als perspulp toegevoegd. Daarmee kan het vergistingsproces worden gestuurd. Hiervoor worden ook plantaardige vetten gebruikt. Het vergistingsproces is zeer vergelijkbaar met de vier magen van een koe. Twee werknemers houden de installatie draaiende. Jansen kan vanuit het kantoor in Overijssel het volledige vergistings- en verwerkingsproces controleren en sturen.
De voerkeuken. In dit geval is hij gevuld met snijmaïs en bietenpulp. Per bunker kan er 75 kuub product in. Een werknemer vult die met de shovel. Langzaam wordt het materiaal in de vergister gevoerd. De maïsprijs steeg – sinds de bouw – van 25 naar 50 euro per ton. Ondertussen is de stroomprijs behoorlijk gedaald. De miljoeneninvestering is daarom op dit moment verliesmakend.
In drie grote silo's worden de producten vergist. Gas stijgt op uit de brei. Die wordt afgevangen. Het dient als brandstof voor twee gasmotoren, die het omzetten in groene stroom via een warmtekrachtkoppeling.
Bijzonder is de verwerking van natuurgras. Jansen ontvangt dit product, afkomstig uit natuurgebieden in Groningen en Drenthe. Een soort stationaire meststrooier verdeelt het product.
Een zogenaamde extruder wordt gebruikt om het gras zeer fijn te malen. Door het toe te voegen aan de drijfmest bindt de fosfaat zich beter aan organische stof. Zo wordt het gehalte fosfaat verhoogd van drie kilo per ton tot 14 kilo per ton. Daarnaast stijgt het DS-gehalte. De droge fractie heeft een vaste waarde van 12 kg N , 14 kg P en 11 kg K. Alle droge fractie verdwijnt naar Oost-Duitsland.
Het vermalen natuurgras. Alleen VDM wordt verwerkt. Rundveedrijfmest bevat te weinig fosfaat, waardoor het product niet voldoende kan worden ‘opgewaardeerd’ bij hygiënisatie. Jansen werkt op basis van jaarcontracten. Door alle mest van een aantal varkenshouders te verwerken wordt extra ruimte gecreëerd. Via VVO’s (Vervangende Verwerkings Overeenkomst) kunnen alle klanten voldoen aan de 30 procent verwerkingsverplichting. Dit levert bedrijfsleider Twan Gubbels bijna een dagtaak op.
De installatie beschikt over twee van deze Jenbacher motoren, die draaien op de biogas van de installatie. Via een warmtekrachtkoppeling wordt stroom opgewekt. Een nadeel is dat de motoren heel veel warmte opwekken. Die werd voorheen via koelers in de lucht weggeblazen. Nu wordt deze hitte gebruikt om drijfmest te verhitten.
De uitlaatgassen van de motoren worden nabehandeld door een ORC-installatie, voor ze in de lucht worden geblazen. Hierdoor neemt het rendement van de installatie met 7 procent toe.
De aanvoer van varkensdrijfmest gaat continu door. De meeste mest haalt Jansen uit de streken Salland, Twente en de Achterhoek. 'Een mestprobleem hebben we alleen in Nederland, Vlaanderen en een deel van Bretagne', zegt Gubbels. 'In de rest van Europa heerst een mesttekort. Over de vraag naar onze mest hoeven we ons dus geen zorgen te hebben.'
Het verhitten van de mest, het zogenaamd hygiënisatieproces, vindt plaats in de container links en de drie tanks die hierachter staan. De mest wordt 1 uur lang op 70 graden verhit. Dat dood alle bacteriën, ziektekiemen en onkruidzaden. Alle mest wordt verhit. Niet alleen de dikke fractie. Dit zorgt ervoor dat ook de dunne fractie veilig is. En de installatie gemakkelijk is op te schalen.
Na het verhitten gaat de mest door een schroefpers. Vanwege de toevoeging van maïs en gras wordt met een eenvoudige pers een DS-gehalte van 35 procent gehaald. De gehele installatie is gebouwd op capaciteit. Na installatie van een tweede schroefpers kan de capaciteit, indien nodig, flink omhoog. Nieuwe wetgeving zal uitwijzen of dit nodig zal zijn.

Fotoreportage

Biogasinstallatie helpt bij mestverwerking

20 Januari 2015 - Redactie Boerenbusiness

Loonbedrijf Jansen uit Wijhe exploiteert sinds 2007 een biogasinstallatie in het Groningse Kiel-Windeweer, nabij Veendam. Daar wordt ook varkensdrijfmest verwerkt, om het te kunnen exporteren. Het hygiëniseren van de mest gebeurt met behulp van restwarmte uit de vergistingsinstallatie. Dat biedt toekomstperspectief. Op zichzelf draait de vergister namelijk verlies.

De biogasinstallatie in feite is niet uitermate bijzonder. Voornamelijk snijmaïs en natuurgras worden verwerkt om stroom op te wekken. De opgewekte groene stroom wordt afgezet op het net. De stroomprijzen daalden stevig en de maïsprijs ging omhoog. Zo draait de installatie jaar op jaar verlies. Jansen houdt hem draaiende en maakt een efficiëntieslag door mest te gaan verwerken. Op jaarbasis zo’n 45.000 kuub varkensdrijfmest. Die is afkomstig uit heel Oost-Nederland.

Met de komst van de verplichte mestverwerking is het hygiëniseren en exporteren van drijfmest essentieel geworden voor veehouders. Jansen maakt vaste afspraken met varkenshouders en verwerkt voor hun de drijfmest. De dunne fractie wordt rondom de vergister in Groningen en Drenthe afgezet. De dikke fractie heeft het oosten van Duitsland als exportbestemming.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van deze fotoreportage? Laat het ons weten
Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden