Het landelijk gemiddelde suikerpercentage komt in de zesde campagneweek uit op 16,7 procent. Daarmee stijgt het gemiddelde gehalte suiker met 0,2 procent in een week tijd. Noord Nederland blijft het goed doen wat betreft suikergehaltes. Zeeland gaat aan de leiding. Het tarrapercentage is juist weer iets afgenomen, door gunstigere rooiomstandigheden.
Met gehaltes van 17,4 procent voor het Groningse zandgebied en 17,2 procent voor het Drentse veengebied blijven deze noordelijke regio’s goed scoren voor wat betreft suikerpercentages. De nummer één is Noord-Beveland, met 17,6 procent gemiddeld. Ruim een procent boven de andere Zeeuwse gebieden, afgezien van Zuid-Beveland. Daar ligt het gehalte op 17,2.
Met 16,1 procent suiker scoort Zuidelijk Flevoland benedengemiddeld. Onderaan staan de Bommelerwaard en Betuwe, met 15,9 procent. Ten opzichte van vorig jaar liggen de suikerpercentages nu op een gelijk niveau.
Na een natte oogstweek daalt het tarra richting zijn oude niveau. In één week tijd ging 1 procent van het gemiddelde af. Met 17 procent tarra steekt Bommelerwaard/Betuwe er met kop en schouders bovenuit. In het oosten en noordoosten liggen de percentages erg laag.
Het WIN getal steeg tijdens week vijf naar een nieuw hoogtepunt, maar moet in de zesde week weer iets inleveren. De winbaarheid van de zoetste bieten – die van Noord-Beveland – hebben ook het hoogste WIN getal.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.