Zuivelhandel ondervindt hinder van quotumblues

Europa begint zich steeds meer te onderscheiden van de wereldmarkt. Iets wat alles te maken heeft met afschaffing van het melkquotum. Door het einde van het quotum rekent de markt op veel melk na april. Uiteraard moet het weer dan ook meewerken en hebben koeien even de tijd nodig om op productie te komen, waardoor het realistischer is om uit te gaan van een extreme uitschieter in mei. Traditioneel de maand met de hoogste melkproductie.

In aanloop hierop hebben verwerkers, door een lager dan verwachte aanvoer, alle kansen om voorraden op te ruimen. Achter de schermen wordt tegelijkertijd gepraat over een termijn van drie jaar om superheffing terug te betalen. Over een tot twee weken wordt duidelijk of dit doorgaat. Dan is het quotumjaar echter bijna afgelopen en zal het weinig effect meer hebben op de melkaanvoer.

De verwachting dat er meer melk aan zit te komen heeft in Europa geresulteerd in een stroeve handel voor het tweede kwartaal. Veel spelers kijken de kat uit de boom. Aan de andere kant vormt de wereldmarkt een solide basis onder de prijzen.

Zo kan het dat voor volle melkpoeder een prijs wordt neergezet van 2.950 tot 3.050 euro per ton af fabriek. Producenten zitten hierbij aan de bovenkant van de prijs. Voor magere melkpoeder rekenen producenten een prijs van 2.300 euro per ton, waar de handel iets lagere noteringen geeft tot een onderkant van 2.150 euro per ton.

Boter kan goed meedoen op de wereldmarkt en handhaaft zich op een niveau rond de notering van ZuivelNl van 3.420 euro per ton. Boterproducenten zijn hierbij opgelucht dat ze de komende maanden nog gebruik kunnen maken van de private opslag, waardoor ze een extra manier hebben om verkoopdruk te voorkomen.

Kan de Global Dairy Trade prijzen verder omhoog zetten? Die vraag blijft onbeantwoord. Er wordt met 9.000 ton een relatief klein volume volle melkpoeder aangeboden en nog minder magere melkpoeder, waardoor diverse spelers aangeven de veiling niet representatief te vinden. Toch leert de ervaring dat ontwikkelingen daar vaak doorwerken in prijzen hier. Hogere prijzen lijken reëel, maar honderd procent zeker is de markt daar niet van.

De kaasmarkt begint ondertussen ook wat aan te trekken. In Duitsland wordt gesproken van veel vraag en weinig aanbod. Het zet de kaasprijs omhoog tot 2,50 euro aan de onderkant en een bovenkant van 2,70 euro per kilo.

Greenmark Dairy berekende dat door de huidige ontwikkelingen caseïnaat, wei en boter met 35,18 euro de hoogste waarde vertegenwoordigen. Kaas en wei komen uit op een waarde van 30,73 euro. Het biedt weinig ruimte voor hogere melkprijzen.

Maandag maakt FrieslandCampina de nieuwe garantieprijs bekend. Wie weet hebben melkpoeder en boter daar geresulteerd in ruimte voor hogere prijzen. Op papier gaat daar weer 2,30 euro vanaf, waardoor de animo om meer te melken onder melkveehouders niet direct zal toenemen.