De Nederlandse veehandel floreert en met name de runder- en kalverhandel weten hoge resultaten neer te zetten, zo blijkt uit onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). De totale bruto toegevoegde waarde van de veehandels- en veetransportsector in Nederland bedraagt 300 miljoen euro. Ondanks de goede resultaten wordt veehandelaar een uitstervend beroep.
In opdracht van de Commissie Veehandel van het Productschap Vee en Vlees voerde het LEI onderzoek uit naar de veehandel. Met name de runder- en kalverhandel vertegenwoordigt hier met 160 miljoen euro een hoge toegevoegde waarde, tegenover 125 miljoen voor de varkenshandel. De handelaren profiteren van een toenemende internationale handel.
Toch is het onzeker of er in de toekomst nog veel veehandelaren rondlopen in Nederland. Bij de herkauwers voert ongeveer een derde het vak fulltime uit, tegenover de helft bij de varkenshouders. Een op de tien veehandelaren is 65 jaar of ouder en 70 procent beschikt niet over een opvolger. "Het gebrek aan opvolgers zal ertoe leiden dat het aantal zelfstandige veehandelaren sterk krimpt."
Het LEI geeft aan dat het een uitdaging wordt om het imago van veehandelaren bij veehouders en in de maatschappij te verbeteren. Ook moet de toegevoegde waarde beter onder de aandacht gebracht gaan worden.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.