5 vragen aan Peter Kooman

'Keteninnovatie kan als alle partijen er beter van worden'

20 Oktober 2017 - Clarisse van der Woude

Een up-to-date machinepark, slimme en innovatieve technieken, ketenefficiency en megaveel data. Je zou denken dat het hier over Silicon Valley gaat, maar dat is niet zo. In werkelijkheid hebben we het over de aardappelsector. Aardappellector Peter Kooman schetst zijn toekomstvisie.

U werkt nu 3 jaar als aardappellector aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Wat doet u precies?
“Mijn doel is om de aardappelketen te versterken door bedrijven, instituten en onderzoekers aan elkaar te verbinden. Dat doe ik via het onderwijs; zorgen dat nieuwe thema’s in het lespakket komen. Die thema’s komen onder andere vanuit het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten en collega’s tot mij. Ik inventariseer de behoefte naar projecten, coördineer deze, maak connecties en breng studenten en bedrijven bij elkaar. Verder begeleid ik studenten bij verschillende projecten. De opleiding groeit hard en er is natuurlijk ook genoeg werk. Afgestudeerden hebben bijna allemaal al een baan voordat ze klaar zijn met de opleiding. Tegelijkertijd verlaten veel mensen, vanwege hun leeftijd, de sector. Dat is zorgelijk, want dat houdt in dat er te weinig mensen met genoeg kennis overblijven. De vanzelfsprekendheid van kennis wordt minder.”

Niet zomaar naar buiten treden met informatie van bedrijven

Welk thema heeft de focus?
“De projecten gaan over de gehele aardappelketen. Data-analyses, big data, het Erwinia-project, maar we gaan ook kijken naar luizenvluchten, energiezuinig bewaren en nieuwe veredelingstechnieken. Data worden steeds belangrijker, maar aan de interpretatie ervan schort het nogal. Om data uit verschillende bronnen te kunnen combineren, zou het nuttig zijn als de samenwerking binnen de sector verbetert. Dat is een moeizaam proces, omdat er veel partijen nodig zijn. Echter, temeer gaat het om de privacy. Je kunt niet zomaar naar buiten treden met de resultaten van individuele bedrijven.”

Precisielandbouw lijkt in Nederland aardig ingeburgerd. Wat moet op dat vlak volgens u nog gebeuren?
“Boeren maken inderdaad veel gebruik van precisielandbouw, maar de economische toepassing is nog niet heel groot. Dat wordt steeds meer een item. Het lukt telers wel om de variatie in het veld waar te nemen, maar deze kennis omzetten in nuttige maatregelen is vaak een stuk moeilijker. Het interpreteren van drone- of satellietbeelden in granen is relatief gemakkelijk, maar bij aardappelen zit de biomassa voor het grootste deel onder de grond. Dat is een uitdaging. Bovendien reageren rassen verschillend op bijvoorbeeld bemesting, waardoor er geen eenduidige manier is om van deze beelden taakkaarten te maken. Aan de mindere plekken in het veld zie je wel dat er wat aan mankeert. Echter, een boer moet nog altijd daadwerkelijk het veld in om te kijken wat er aan de hand is.”

Bodemgezondheid wordt steeds serieuzer opgepakt. Waar gaat het heen?
“Het is de laatste jaren groot, groter, grootst. Misschien moeten we met mechanisatie wel de andere kant op. Nu zetten we in op efficiency per man; 4-rijers met een totaalgewicht van 50 ton, maar dat gaan we, vanwege bodemverdichting, niet volhouden. We moeten naar andere rooisystemen kijken; machines waarmee je de grond minder belast. Eigenlijk kun je zeggen dat de innovatie de andere kant opgaat. De trend keert zich al. Er zijn namelijk grote telers die teruggaan naar van 4- naar 2-rijige rooiers. Ik verwacht dat het in de toekomst heel normaal is, want het bewustzijn voor bodem en verdichting neemt nu al toe. Tegen die tijd zijn er waarschijnlijk robotica-achtige compacte rooiertjes, die 24/7 kunnen doorgaan. De techniek is er nu al, maar die moet alleen nog worden gecombineerd. Op school zijn studenten bijvoorbeeld bezig met een autonome mestverspreider, die mest uitrijdt zonder dat er iemand aan te pas komt. Verder worden rotatie en ruimte voor aardappelen een groeiend probleem in Nederland, daar is de sector zich nog onvoldoende van bewust. De komende jaren moeten we vooral daar hard mee aan de slag; We gaan daarvoor ook de rotaties in Nederland beter analyseren.”

Als je optimaal afstemt, doe je niets teveel

Als lector heeft u een ketenbrede blik. Op welke fronten valt er nog wat te verbeteren?
“Innovatie in de keten moet je meer zoeken in de win-winsituaties. Met het oude Bintjemodel had iedereen zijn schuur vol en kwam de handelaar met een bod. Tegenwoordig wordt er meer afgestemd in de keten en zijn er telers die tegen vergoeding voorsorteren en op moeilijke tijdstippen leveren. Een ander onderbelicht thema in de aardappelketen zijn de faalkosten. Als je optimaal afstemt, doe je niets teveel. Onderzoek de overbodige werkzaamheden, zoals extra rijden. Voorkom fouten, zoals de verkeerde partij ophalen. Dat zijn allemaal faalkosten. Maar als de winst uit de faalkosten niet bij de partij komt die er wat voor doet, gebeurt het niet. Je moet inspanning voor efficiency belonen. Wij zijn goed in het oplossen van problemen, maar we moeten goed worden in het voorkomen ervan. In de chipskolom zie je een betere afstemming. Dat komt omdat zij de keten proberen te regisseren. Dat kan als je meer betaalt.”

Dit artikel komt uit het onlangs verschenen 'Aardappelmarkt, de Analyse 2017'. Klik hier om het magazine te ontvangen.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten
Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden