Ten opzichte van bietentelers die medio maart al hun bieten zaaide hebben de mensen die nu zaaien een groeiachterstand van zo’n 1.000 kilo suiker per hectare opgelopen. Dat berekent Cosun aan de hand van groeimodellen. Afgelopen week is een verdere 12 procent ingezaaid.
De Bietenstatistiek laat weinig verassende cijfers zien. Telers in het zuiden hebben hun voorsprong verder uitgebreid en ook in het noordoosten is op de zandgrond gezaaid. Op de Flevolandse klei en het noorden blijft het opvallend rustig.
Volgens Cosun is het verschil tussen de eerste bieten en de gewassen die nu gezaaid worden 1.000 kilo ofwel, ruim 34 kilo suiker verlies je per dag na 15 maart. Ondanks het overwegend koude weertype verloopt de beginontwikkeling positief. Maar, er zijn ook wat problemen met emelten en slakken. Vooral op percelen waar gras of een groenbemester heeft gestaan.
Landelijk is nu bijna 44 procent van alle bieten gezaaid. De onderlinge verschillen zijn echter zeer groot. Bovenaan staat Zeeuws Vlaanderen met 93 procent en onderaan de Noordoostpolder met krap 4 procent. De Zeeuwse Eilanden en West-Brabant springen er qua aandeel bovenuit. In week 14 werden vooral in het zuidwesten, zuidoosten en noordoosten bieten gezaaid. In 2008 kwam de gemiddelde zaaidatum als laagste uit op 16 april. Met nog 3 dagen te gaan zal dat zeker worden verbroken.
Betekent dit dat een laat jaar per definitie een slechte opbrengst inhoudt? Omdat 2016 ook nog als referentiejaar dient voor het nieuwe systeem van LLB’s zitten telers hier zeker mee in hun maag. Uit data van het IRS (zie bovenstaande grafiek) blijkt dit niet zo te zijn. In 2008 werd ondanks de gemiddeld late datum een respectabele suikeropbrengst behaald, al lagen alle volgende jaren hier wel boven. Gezien de rassenontwikkeling is er geen verband te trekken met latere zaaidata en de opbrengsten die hieruit kwamen. Feit is dat het gevreesde jaar 1983 dramatisch laat en slecht uitkwam. Alleen in 1998 werden minder tonnen suiker geoogst, wat eveneens een El Niño jaar was.
Het vergaat onze zuiderburen niet veel beter. Daar zat op 10 april 22,5 procent in de grond. In Vlaanderen zijn iets meer bieten gezaaid dan in Wallonië. Dat mat het Belgische bieteninstituut. Ook daar is de grond veelal te nat en gooit regen roet in het eten. De Vlaamse fabriek in Tienen (Tiense Suikerraffinaderij) heeft een kwart van haar areaal in de grond zitten. Voor de fabrieken in Mons en Fontenoy (Iscal Sugar) is dat slechts 15 procent. In Frankrijk zijn ondertussen wel nagenoeg alle bieten gezaaid.
In Duitsland hebben bietentelers niet stilgezeten. Sinds de start van april is de achterstand daar in een gigantisch tempo ingehaald. In het midden van Duitsland zijn nagenoeg alle bieten gezaaid. Langs de grens is dat tussen de 65 en 90 procent. In het noorden moet nog een kwart tot een achtste worden gezaaid.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.