De exportverwachtingen en opbrengsten mogen dan misschien records gaan breken. Het inkomen van een gemiddelde akkerbouwer in de Midwest doet dat zeker niet. Grote kans dat hij te weinig vangt voor een bushel soja of maïs. Bedrijven schakelen in een soort survivalmodus om te kunnen overleven.
Alleen al in de staat Iowa wordt naar verwachting een inkomstendaling van twee miljard dollar verwacht voor akkerbouwers. En dat is voor het derde jaar op rij. De prijs van een bushel maïs ligt beneden de drie dollar maar, naar schatting loopt dit verder terug. Die drie dollar is al niet genoeg om rond te komen. Ook de prijs van sojabonen staat onder druk. Het USDA schat in dat de gemiddelde maïsprijs op 2,85 dollar uit kan komen en die van soja op 8,35 dollar per bushel.
Landbouwstaten als Iowa merken in alles dat de boeren geen geld verdienen, omdat meerdere industrieën hieraan gelinkt zijn. Sinds het begin van de crisis heeft John Deere bijvoorbeeld al 2.000 werknemers ontslagen omdat het veel minder machines verkoopt. Voor dit jaar wordt een verkoopdaling van twintig procent verwacht. Ook kredietverstrekkers in de agrosector merken dat boeren het zwaar hebben. Daarmee is de crisis serieuzer dan eerder werd gedacht. De crisisjaren tachtig liggen bij velen in staten als Iowa nog vers in het geheugen.
Eén van de gevolgen die de survivalmodus in werking zet is het vasthouden van de producten. Wanneer er geen graan wordt verkocht – omdat de prijzen niet kostendekkend zijn – stijgt hij vanzelf. Maar, wie wel wat cashflow kan gebruiken staat niet erg stevig in zijn schoenen om te speculeren. Vervolgens komt de handel toch op gang en staan de wachters met lege handen. Zo ligt in de staat Iowa nog 1,7 miljard bushel maïs van de afgelopen oogst in opslag, terwijl de nieuwe begint te dringen. Dat die groot gaat zijn is onvermijdelijk. Daartegenover staat wel dat de meeste maïs en sojabonen gedekt zijn door een verzekering die het inkomen van de boer dekt in tijden van nood.
Een ander gevolg is de toename binnen de veehouderij, omdat boeren geen heil in de akkerbouw zien en goedkoop voer voorhanden is. Daarvoor moet de export echter wel meewerken en dankzij een sterke dollar valt dat niet mee. De vleesprijzen blijven daardoor maar net kostendekkend. Wat Amerikaanse boeren lage prijzen vinden is elders op de wereld misschien een hoge prijs. Wat wel goed loopt is de productie van ethanol uit korrelmaïs. In de eerste zes maanden van dit jaar bereikte de productie een record. De overheid eist hoeveel ethanol door de brandstof moet worden gemengd, waardoor de vraag is gegroeid. In tien jaar tijd met een kwart. Dat is één van de redenen waarom akkerbouwers – ondanks lage prijzen – toch meer maïs hebben gezaaid. De prijzen in mei en juni waren relatief goed. Wie toen al verkocht heeft zit nu goed.
Bijkomend voordeel is dat – door de lage gewas- en brandstofprijzen – de kosten zijn gedaald, met negen procent in 2015. In 2014 stonden de kosten nog op hun hoogste punt in bijna dertig jaar tijd. De prijzen van huurgrond in Iowa daalde met tien procent dit jaar omdat boeren simpelweg niet meer kunnen betalen.
De machinesector wordt als een van de zwaarste getroffen, omdat hier gemakkelijk op is te besparen. Dan maar even geen nieuwe zaaimachine, combine of trekker. Meer boeren kiezen ervoor (tijdelijk) in areaal te krimpen en wat materiaal te verkopen. Traditiegetrouw gaat dat via een openbare veiling of boeldag. De prijzen van tweedehands machines liggen daardoor gemiddeld dertig tot veertig procent lager dan in 2012, toen de gewasprijs op recordhoogte stonden, weet een veilingmeester. Ook kiezen oudere boeren er eerder voor om met pensioen te gaan, wat meer grond en machines op de markt brengt.
Het grote verschil met de grote crisis dertig jaar terug zit hem in de rentepercentages. Die waren toen sky high, tegenover extreem lage percentages nu. De grondprijzen zijn hierdoor niet noemenswaardig afgenomen. In juli daalde de gemiddelde grondprijs in Iowa met zes procent. De economie van de staat ligt er heel anders bij dan dertig jaar, dus de gevolgen zullen anders zijn. De staat is minder afhankelijk van de landbouw, waardoor niet iedereen wordt getroffen. De economie van de staat blijft daarom groeien, ondanks dat de landbouw zwaar wordt geraakt. De grootste klappen vangt de machine-industrie nu op.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.