Binnenlandse markt groeit

Nederlandse fabrikant heeft wereldwijd succes

3 December 2014 - Niels van der Boom

Nederland is wereldwijd de nummer twee in agro-export. Ook onze agrarische machinefabrikanten dragen daar hun steentje aan bij. Uit onderzoek van het ING Economisch Bureau blijkt dat dit jaar voor 4,2 miljard euro aan landbouwapparatuur en voedselverwerkingsmachines geproduceerd zal worden. Twee derde daarvan is bestemd voor de export. Echter, de binnenlandse afname verviervoudigde sinds 2009.

4,2

miljard

draagt de Nederlandse machine industrie bij

Nederland telt in totaal 335 fabrikanten van landbouw- en voedselverwerkingsmachines. ZZP’ers worden daarbij niet meegeteld. In tegenstelling tot voedselproducten kunnen zij hun apparatuur gemakkelijker wereldwijd afzetten, in plaats van zich te beperken tot Europa. Vooral op het gebied van voedselverwerkingsmachines is on land gekend.

Met een wereldwijd aandeel van 11 procent in de verkoop van voedselmachines komt Nederland op een derde plaats, na Duitsland en Italië. Zij hebben 20 en 14 procent van de markt in handen. Op het gebied van landbouwmachines heeft Nederland een marktaandeel van 6 procent in handen. China is op dit moment de sterkst opkomende producent wereldwijd. Nederland lijdt daar echter niet onder. Vooral Italië, België en Frankrijk incasseren de klappen.

Nederlandse machinefabrikanten weten zich goed te vestigen in opkomende economieën als Azië, Afrika en Latijns Amerika. Zo bedraagt het exportaandeel van Azië jaarlijks 18 procent. De grootste afnemers van landbouwmachines zijn echter Duitsland en Frankrijk. Voor voedselmachines zijn dat Rusland en de VS, maar naar beide landen kelderde afgelopen jaar de export. De snelst groeiende individuele exportlanden voor landbouwmachines zijn Turkije, Brazilië en Noorwegen, wanneer wordt gekeken naar de afgelopen vijf jaar.

Het ING Economisch Bureau ondervroeg ruim honderd bedrijven naar hun groeidoestellingen. Hieruit blijkt dat 85 procent van de fabrikanten en toeleveranciers groeiplannen heeft. 61 procent noemt Nederland als belangrijkste groeiregio. Met 32 procent eindigt Azië op een tweede plaats en Duitsland met 26 procent op drie. 80 procent geeft bovendien aan een toenemende concurrentiedruk te ondervinden van zowel Nederlandse als buitenlandse bedrijven.

Twee derde geeft in het onderzoek aan dat de afnemer het meest gefocust is op de aanschafprijs. Ook wordt scherp gelet op de terugverdientijd. Aanschafprijs, efficiëntie, energieverbruik en onderhoudskosten zijn de meest genoemde zaken. Om dat te verbeteren geeft 58 procent van de bedrijven aan te willen investeren in productontwikkeling. Ook in verkoop en personeel wordt veel geïnvesteerd. Ruim de helft ontwikkelt zijn producten namelijk in eigen huis. Toch zegt ruim 40 procent samenwerking met derden te zoeken.


De export is voor Nederlandse landbouwmachinefabrikanten het belangrijkste. Echter, in vijf jaar tijd verviervoudigde ook de binnenlandse afzet.


Duitsland, de Verenigde Staten en Italië zijn onze belangrijkste afnemers wat betreft landbouwmachines. Vooral China is in opkomst. 32 procent geeft aan naar Azië te willen exporteren.

(grafieken: ING Economisch Bureau)

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Niels van der Boom

Niels van der Boom is senior redacteur akkerbouw bij Boerenbusiness. Hij bericht vooral over de aardappelmarkt. Wekelijks presenteert hij de Marktupdate Aardappelen.
Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden