Dit jaar stoppen er 10 tot 15 procent meer loonbedrijven dan in andere jaren. Dat heeft volgens Cumela directeur Jan Maris alles te maken met stijgende lasten. Daarbij vormen de brandstofkosten de druppel die emmer doen overlopen.
Het vrijwillig of gedongen staken van de bedrijfsactiviteiten is een landelijk probleem, maar speelt het meest in de grensstreek met België. Daar besloten de eerste twee maanden van 2013 twee loonbedrijven te stoppen: Vervaet in IJzendijke en Van der Wekken in Brouwershaven. En zij zijn niet de enige.
Jan Maris, directeur bij brancheorganisatie Cumela, rekent erop dat dit jaar in totaal 40 tot 50 loonbedrijven zullen stoppen. ‘Kosten voor onderhoud, afschrijving en personeel vormden altijd de grote posten, maar nu is daar brandstof bijgekomen. Dat laat nauwelijks ruimte voor huisvestingskosten en verzekeringen. De laatste post kan dik doortikken sinds de assurantiebelasting van 7 naar 21 procent ging.’ Arbeid vraagt zo’n 40 procent van de totale kosten, afschrijvingen gaan richting de 20 procent en afhankelijk daarvan komen onderhoudskosten en aanverwante zaken ook dichtbij de 20 procent van het totale kostenplaatje stelt hij.
Maris vindt het onbegrijpelijk dat de politiek niet wakker wordt. ‘We hebben behoorlijk actie gevoerd om de cumelabedrijven in de grensstreek met België te compenseren voor het afschaffen van de rode diesel, maar volgens Staatssecretaris Frans Weekers van het ministerie van Financiën valt het allemaal wel mee. Nou, je kunt er gif op in nemen dat als er niets verandert er binnen een half jaar nog eens tientallen bedrijven stoppen.’ De directeur hoopt dat de commissie voor Financiën eind deze maand iets uithaalt.
Voor de loonwerkers heeft Maris als tip de bedrijfskosten op een beschaafde manier door te rekenen. ‘Ik hoor wel eens dat bedrijven een tijdje geen kosten doorrekenen, maar dan kun je al gauw de stekker eruit trekken. Ook het niet opvoeren van een deel van de brandstofkosten is niet verstandig. Wees realistisch en fair.’ Verder ziet hij kansen in samenwerking met boeren of andere loonwerkbedrijven. ‘Zorg voor een optimale benutting van het machinepark, daar zijn slagen te maken.’
Specialisatie is dus ook niet altijd de oplossing om het rendement te verhogen. ‘Een mooi apparaat voor de aardappelteelt staat buiten deze periode stil waardoor er gaten in de arbeidsfilm ontstaan. Dat geldt ook voor trekkers en kippers. Zelfs bij een specialisatie als akkerbouw is het zwaar de tent overeind te houden. Zoek dan de samenwerking op om een totaalpakket aan te kunnen bieden en je elkaar zodoende onderling versterkt.’
Tenslotte drukt de Cumela-directeur loonwerkers op het hart alert te zijn in de uitgaven. ‘Ondernemers in de landbouw hebben soms de neiging te investeren om de winst te drukken en dus minder belasting te betalen, maar weeg goed af of het rendabel is. Machines kunnen een inkomens drukkend effect hebben in plaats van een inkomens vermeerderend effect.’
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/artikel/item/10822085/10-tot-15-procent-meer-loonbedrijven-kapot]10 tot 15 procent meer loonbedrijven kapot[/url]