Onder Nederlandse vlag

Tropische aardappelteelt kan sprongen maken

14 April 2014 - Redactie Boerenbusiness

Aardappelen gedijen goed in tropische hooglanden, maar de lokale boeren weten de productie niet op te voeren. Het gewas wordt geplaagd door een veelheid aan ziekten en het genereren van meerwaarde zit er dan ook niet in. Nederlandse experts bieden uitkomst en voor de Nederlandse pootgoedhuizen levert het soms nieuwe afzetmarkten op. 

Aardappelen zijn gezonder dan rijst, banaan en cassave en kunnen een belangrijke rol spelen bij de voedselzekerheid in tropische hooglanden, maar aan de teelt en afzet kan nog een hoop worden verbeterd. De Wageningse aardappelspecialist Anton Haverkort en collega Romke Wustman kunnen vaak al in een week met een oplossingsrichting komen.

Een recent voorbeeld komt uit Myanmar, een arm land dat opkrabbelt na de jaren van ernstige verwaarlozing. ‘Ze hebben daar al een bloeiende teelt’, vertelt Haverkort. ‘Maar de aardappels zijn gedegenereerd door sterke aantasting met bacteriën en virussen. Dat proberen ze op te lossen door vermeerdering in vitro. In het lab gaat het goed, maar in het natraject - de opkweek tot miniknollen - vindt besmetting van ziekten plaats. Deze maand gaan we er weer naar toe, nu met een technisch assistent, om dat probleem op te lossen.’ Daarnaast heeft hij aanbevelingen gedaan over waardevermeerdering, bijvoorbeeld om lokale aardappels te gebruiken bij de chipsproductie. 

Ook in Rwanda kreeg de aardappelteelt een grote boost met internationale hulp. ‘In de jaren tachtig was de opbrengst 6 ton per hectare en werd er 45.000 hectare geteeld. Door introductie van nieuwe rassen, kunstmest en gewasbescherming is dat nu 13 ton per hectare en het areaal groeide naar 170.000 hectare. Aardappel is nu na cassave het tweede volksvoedsel in Rwanda’, zo weet Haverkort. Inmiddels is het daar weer tijd voor nieuwe ondersteuning. 

Teddie Muffels, landbouwraad in Kigali: ‘Eind 2012 ging een team van Wageningse experts, beleidsmedewerkers, research en bedrijfsleven op pad. De boeren hebben een deel van de ideeën al overgenomen en verbeteringen doorgevoerd bij opslag en verpakking. Resultaat van het bezoek is dat Nederlandse pootgoedbedrijven nu ook belangstelling voor Rwanda hebben.’ Momenteel wordt onder de vlag van UPOV (de internationale unie voor de bescherming van nieuwe plantenrassen) een inspectiedienst opgezet om nieuwe rassen te testen. 

Na de consultancy volgt vaak een topsectorproject met het bedrijfsleven zoals het NAFTC (Netherlands Agro, Food & Technology Centre), mede gefinancierd met overheidsgeld. Dat is bijvoorbeeld het geval in India. ‘Op deze manier profiteert de sector in zo’n land optimaal van de expertise die we in Nederland hebben opgebouwd’, besluit Haverkort.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten
Ziektedruk - Phytophthora
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden