Fout van vorig seizoen weer het grootste gevaar

De afgelopen maanden vinden er enkele overnames en stakingen van bedrijven in aardappelen en uien plaats. Leon Kranenburg in Nieuw-Vennep nam in augustus 2012 al een aardappelhandelsbedrijf over. Inmiddels is het twee jaar geleden. Boerenbusiness is benieuwd hoe dat heeft uitgepakt en hoe de directeur de toekomst ziet. 

Tot twee jaar geleden had u een akkerbouwbedrijf en een loonwerktak. Met de overname van aardappelhandel en sorteerbedrijf Fa. H.J. v.d. Berg & Zn werd u ook handelaar. Wat zat daarachter? 
‘Als teler wilde ik niet meer overgeleverd zijn aan iedereen. Je moet maar afwachten hoe een ander jouw product vermarkt. Dat was ik zat. Met de aankoop van de aardappelhandel kon ik mijn eigen producten vermarkten. Door een stapje verder in de keten te zitten, creëer je meerwaarde. Nu hebben we naast een akkerbouw- en loonbedrijf een compleet handelsbedrijf in aardappelen; met jaarrond sorteren, verpakken in 10, 20 en 25 kg zakken en big bags en im- en export. Dat heeft gunstig uitgepakt. Het scheelde dat we in een goed seizoen zijn gestart; daar hebben we voordeel bij gehad. Vanaf dag één liep het goed. Organisatorisch was het wel even wennen met een volledig bedrijf erbij. Om administratief alles op orde te hebben was best een uitdaging. Daar kwam bij dat we meteen de PR goed hebben opgepakt. Er komt veel op je af, best pittig.’ 

Hoe zijn de bedrijven georganiseerd?
‘De bedrijven staan volledig los van elkaar. Henk van den Berg doet de verkoop, er is een vaste kracht voor het akkerbouwbedrijf en ik spring overal in. Wat afzet betreft vinden de aardappelen soms via het handelsbedrijf een koper, maar ik blijf ook gewoon aan Mc Cain leveren. Dit om het risico te spreiden en dat wil ik ook zo houden. Soms kan een ander bedrijf meer maken dat jijzelf. Daar ben ik heel nuchter in. Het gaat mij er niet om dat ik willens en weten mijn producten zelf wil vermarkten, maar ik kijk er zakelijk naar. Waar leveren mijn aardappelen het meeste op.
Overigens handelen we niet in uien. We krijgen de vraag wel eens om iets te leveren, maar dan verwijzen wij de klant door naar een ander. Op hun beurt verwijzen zij aardappelvragen naar ons door. Ik ben voorstander van het principe; schoenmaker, blijf bij je leest.’ 

De aardappelsector heeft het moeilijk. Hoe staan de zaken er bij u voor?
‘Je kunt goed merken dat de concurrentie hevig is. Je moet er bij de onderhandelingen scherp in zitten. Voor een kwart of een halve cent lopen klanten weg. De marges zijn miniem en dat verergerd. Evenals discussies over de kwaliteit; die gaan ver. Als je niet uitkijkt ben je totdat het in de mond van de consument zit aansprakelijk. Maar als een container drie weken onderweg is en ze laten deze nog een week in de warmte staan, dan gaat het fout. Daar hebben wij vrij regelmatig ferme meningsverschillen over. De mentaliteit wordt steeds harder. Ik ga er wel eens naartoe om het met eigen ogen te zien; soms blijkt het mee te vallen, maar je moet de kostenbaten ervan overwegen. Zeker in slechte jaren, kom je dit soort gevallen vaak tegen.’ 

Bij de uien zijn betalingen een probleem. Hoe is dat bij aardappelen?
‘Vorig jaar was dat nog helemaal niet zo, maar nu merken wij ook dat het wat trager gaat. Aan het eind van het vorig seizoen heb ik heel wat telefoontjes moeten plegen om te vragen waar het geld bleef. Dat zal wel met de prijs te maken hebben. Als het slechter loopt, moeten bedrijven meer puzzelen met hun betalingen.’ 

Hebben verpakkers vandaag de dag een bepaalde specialiteit nodig waarmee ze zich kunnen onderscheiden?
‘Jazeker. Iedereen kan inpakken. Bovendien verdwijnen er steeds meer schakels uit de markt en vindt er meer rechtstreekse handel plaats. Daarom is ons bedrijf zo ingericht dat wij een continue voorraad hebben van allerlei aardappelen. De opslagcapaciteit van de kistenbewaring ligt op 2900 ton. Daardoor kunnen we de volgende dag al op de vraag inspelen. Ook zijn we zoekende naar nieuwe verpakkingen, omdat de klant daarom vraagt. Hierin willen wij ons onderscheiden. Een grote uitdaging voor de toekomst, want de uitvoering is best lastig. Ten slotte hopen we de werklijnen verder te optimaliseren en de klantenkring in stand te houden en verder uit te breiden.’ 

Over de toekomst gesproken…Welke kansen ziet u in de markt?
‘Kansen genoeg. Het buitenland heeft aardappelen nodig en wij gaan die als Nederland leveren. Naast snel schakelen gaan we als bedrijf in de toekomst meer naar gewassen aardappelen toe. Daarvoor hebben we een samenwerking met een wasserij waarin wij ruim vijf jaar geleden een aandeel namen. De activiteiten stonden op een laag pitje, maar de installatie wordt gemoderniseerd en moet voor het eind van het jaar draaien.
Wij willen ook een stap maken in het nog meer ontzorgen van de klant. Dat houdt in dat wij voor de benodigde papieren en certificaten zorgen. Speciaal daarvoor is een nieuwe medewerker aangesteld. En misschien levert het nieuwe klanten op.’ 

Welke verwachtingen heeft u van de aardappelmarkt?
‘Lager kan de markt niet zakken, dus het blijft zo of het gaat omhoog. De eerste helft van het verkoopseizoen zal moeizaam blijven. Ik denk dat we nu moeten doorpakken met deze prijzen om de export te behouden. Vorig jaar waren we te duur; met als gevolg dat we die markten kwijt raakten. Die afzetbestemming komt niet terug, zeker niet in dat seizoen. Daarom is het zaak scherp te blijven en door te duwen. Nu de schuren dicht gooien, zal funest zijn. Ik snap maar al te goed dat het moeilijk is om je aardappelen voor 3 cent mee te geven, maar de Belgen en Fransen duwen ook gewoon door. De fout die Nederland vorig jaar maakte, zie ik ook dit seizoen als het grootste gevaar.’

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.