Compromis brengt Vavi dichter bij haar doel

Het had maar weinig gescheeld of de stekker was uit de fritesnotering van beurs Emmeloord getrokken. De vaststelling van de notering leidde iedere week tot zoveel spanningen in de noteringscommissie dat er enkele noteerders op het punt stonden weg te lopen. Commissie en bestuur grepen net op tijd in en pasten na intensief overleg de noteringen aan waarbij enkele noteerders water bij de wijn moeten doen.

De spanningen bij de noteringen van fritesaardappelen ‘droog uit de schuur’, werden veroorzaakt door het prijsverschil. Voor partijen met een uitzonderlijke kwaliteit/ bestemming, wordt meer betaald dan de grote bulk fritesaardappelen die in Nederland verwerkt worden. Daardoor werd de bandbreedte tussen de notering “hoog en laag” te groot.
Ook het verschil met de Belgapomnotering die afgelopen jaren vaak euro’s bedroeg, was voor sommige betrokkenen ongewenst. Daardoor lag de Nederlandse prijs hoger dan de Belgische. Voor meeleveraardappelen die worden afgerekend op de gemiddelde beursnotering maakt dat nogal wat uit. Met name verwerkers zouden dit bezwaarlijk kunnen vinden.

Alle betrokkenen waren het erover eens dat er iets moet worden veranderd. De beurzen Goes en Emmeloord stelden een compromis voor en wilden twee noteringen voor fritesgeschikte aardappelen; één notering voor de bulk en één notering voor fritesgeschikte aardappelen die naar landen gaan zoals Zwitserland, Oostenrijk of Engeland of voor de schillerij worden gebruikt waar in zijn algemeenheid hogere kwaliteitseisen aan gesteld worden.
De Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) deed daarop het tegenvoorstel om alleen Nederlands geteelde aardappelen te noteren die in Nederland worden verwerkt tot frites. Voor de LNCN onbespreekbaar. Dit is immers ook op Agriprins te lezen.

Het nieuwe voorstel van de Vavi, lag wel in de lijn van de landbouwbeurzen. Eén notering voor fritesgeschikte aardappelen die in Nederland worden geteeld en in Nederland, België en Duitsland in een fritesfabriek worden verwerkt tot frites en een notering voor overige fritesgeschikte aardappelen. Deze worden in Nederland geteeld, maar zowel in de schillerij als voor de frites verwerkt worden (of b.v. geëxporteerd worden naar andere landen dan Nederland, Duitsland of België) en niet vallen onder de bij notering één omschreven aardappelen. De LNCN voegde daar nog een derde notering aan toe, te weten; export van aardappelen (welke meestal niet fritesgeschikt zijn) en naar een aantal landen geëxporteerd worden. Dit jaar draait de LNCN met deze rubrieken proef.

Emmeloord voldoet hiermee aan haar kerntaak namelijk het nauwkeurig noteren op basis van gedane transacties, zonder bijbedoelingen. ‘Een pluspunt is dat we hiermee onze leden beter kunnen informeren omtrent de waarde van hun fritesgeschikte aardappelen’, meent voorzitter Jan Douma.
Het hele gebeuren brengt de Vavi dichter bij haar doel; een level playing field binnen de Europese markten. Verwerkers moeten hun product afzetten op de wereldmarkt, maar hun grondstof op de lokale markt inkopen. Als de prijsverschillen van aardappelen binnen Europa teveel uiteenlopen, leidt dat tot scheve concurrentieverhoudingen met andere Europese landen.

Niet alle partijen in de sector staan echter achter de plannen zoals die er nu liggen. Door de gevoeligheden rondom online prijsinformatiesysteem Agriprins, is medeoprichter LTO voorzichtig met haar standpunt. De standsorganisatie zegt tegen een tweeprijzensysteem te zijn. Ook beurs Goes die in eerste instantie volledig met Emmeoord mee ging en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) schijnen zich er niet in te kunnen vinden.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.