Overmatige regenval geen invloed op EU aardappeloogst

Ondanks dat noodweer in een groot gedeelte van Noordwest-Europa voor flinke problemen zorgt ziet MARS, het gewasmonitoring project van de Europese Unie, de oogst van aardappelen in de EU28 positief in. Een lichte opbrengststijging zit in het verschiet.

De huidige prognose – opgesteld op 17 juni – laat een gemiddelde opbrengst van 33,16 ton per hectare zien. Ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde houdt dat een stijging van 3,4 procent in. Die opbrengst ligt namelijk op 32,07 ton. Ten opzichte van de meirapportage is de opbrengst licht naar beneden bijgesteld. Deze cijfers zijn gebaseerd op data afkomstig van satellietbeelden en weerdata.

Uit de Mars-data wordt ook duidelijk waar veel water is gevallen. In veel gevallen gaat het om regio’s met veel aardappelteelt. Heel België en een groot gedeelte van Frankrijk, samen met het zuiden en zuidwesten van Duitsland, worden aangemerkt als regio’s waar zeer veel water is gevallen. In het noordoosten van Duitsland en noorden van Polen heerst voor het derde jaar op rij een neerslagtekort. Ook delen van Scandinavië en de Baltische staten hebben daarmee te maken. Ook is duidelijk dat vooral april erg koud verliep. De gemiddelde temperatuur dit voorjaar eindigt echter hoger.

Problemen met veel neerslag zijn – net als in Nederland – ook elders zeer lokaal. Voor Frankrijk en Duitsland wordt verwacht dat de aardappelgewassen juist profiteren van de regen, daar waar uiteraard niet enorm veel is gevallen. De verwachtingen blijven dan ook onveranderd. In Polen is het vooral de lange koude periode die voor een opbrengstvermindering zorgt. Voor Nederland en België erkent het rapport de waterschade echter, dat beïnvloedt het vijfjaargemiddelde maar nauwelijks, zo wordt gedacht.

Dichter bij de grond monitort PCA de gewasgroei van enkele percelen Premiére en Sinora in het westen van België. De vier van de acht percelen Premiére werden rond 1 april geplant. De rest fors later, tussen 6 en 12 april. Het gemiddelde over acht jaar is 28 maart. Per struik worden gemiddeld 4,4 stengels geteeld. Normaal zijn dat er met 4 iets minder. De plantafstand per perceel varieert sterk en ook de pootgoedmaat is van invloed.

Acht praktijkpercelen Sinora werden rond 24 april gepoot. De laatste op 5 mei en de vroegste op 13 april. Normaal voor deze middelvroege rassen is 11 april. Het aantal stengels is sterk afhankelijk van de potermaat. Die bedraagt 2 of 4 per struik. PCA start volgende week met de eerste proefrooiingen.

Ook Aviko publiceert data en foto’s over de gewasgroei. Die van het perceel Agria is later, maar de gewasgroei beter dan in 2015. Die van Premiére is fors beter maar hier speelt waarschijnlijk de pootdatum mee, die bijna 2 weken vroeger ligt.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.