Franse aardappelopbrengst volgt lijn slechte graanoogst

Gedurende het groeiseizoen bemonstert het technisch comité van de agrarische overheidsdienst in het departement Nord Pas-de-Calais twintig percelen verspreid over het gehele gebied. Deze noordwestelijke regio is het grootste (frites)aardappel teeltgebied van het land. Het gaat om vijftien percelen Bintje en vijf percelen Fontane. Beide presteren ver onder het meerjarig gemiddelde, waarbij Fontane iets beter scoort.

De opbrengstcijfers voor week 34 komen voor Bintje uit op bijna 33 ton en voor Fontane op net geen 36 ton per hectare. Let wel: Het gaat hier om netto kilo’s in de maat 35mm opwaarts. Hiervoor is vijftien procent van de bruto opbrengst afgetrokken. Voor beide rassen komt er een gemiddelde van 33,5 ton/ha netto uitrollen. Dat was vorig jaar in dezelfde week goed 36 ton/ha en in het jaar daarvoor bijna 46 ton/ha. Het gemiddelde sinds 2007 ligt op 41,5 ton. Een verschil van 8,7 ton met dit seizoen.

Sinds de vorige monstername – twee weken geleden – hebben alle percelen ruim vier ton bijgegroeid. Over vijftien dagen komt dat neer op 307 kg per dag. Vorig seizoen was dat meer dan het dubbele: 807 kg per hectare per dag. Dit maakt nog eens duidelijk dat de aanvankelijk lage opbrengsten in de laatste groeiweken - vorig jaar - ruimschoots werden gecompenseerd. Beregenen heeft voor de Franse telers  goed uitgepakt. De beregende percelen scoren bijna negen ton hoger. Vooral de grofte maakt het verschil. Hierbij scoort Fontane fors beter dan de Bintje’s. Ruim 25 ton van het Fontane monster is 50mm+, terwijl dat bij Bintje nog geen 18 ton is.

De spreiding tussen percelen is zeer groot. Daaraan liggen zaken als locatie, neerslag, plantdatum en beregening ten grondslag. Het verschil tussen de best presterende aardappelen en de slechtste is acht ton. Gemiddeld over meerdere jaren is dat nog geen vijf ton. Eén van de hoofdoorzaken hiervoor is de vele regenval op sommige plekken. Sinds de vorige monstername is meer dan de helft van gewassen in groei toegenomen. Een kwart stagneert en tien procent daalt in opbrengst. Ook het knollenaantal wisselt en is met ruim elf gemiddeld laag te noemen. Dertien is normaal.

Wat nog eens aantoont hoe de gewassen zich momenteel voelen maakt het onderwatergewicht meer dan duidelijk. Gemiddeld komen alle partijen uit op bijna 450, met uitschieters door de 500. Dat is extreem, zeker voor deze fase van het seizoen. Er wordt dan ook gevreesd voor stootblauw tijdens het rooien. Sowieso is over veel tarra te spreken. Elf procent gemiddeld, wat vooral aan groeischeuren en groene knollen is te danken. Knolphythophthora werd bijna niet gevonden.

De cijfers van het ministerie komen aardig overeen met proefrooicijfers die brancheorganisatie UNPT noteert. Voor fritesaardappelen komen zij (bemonstering week 33) op bijna 37 ton netto uit. De tafelaardapelrassen scoren met gemiddeld 40 ton/ha netto iets beter. De groeicurve van de Franse aardappelen toont door de tijd – tussen week 28 en 34 – een soortgelijk beeld als die van bijvoorbeeld Aviko.