De verwerking van aardappelen in België is in 2024 nog maar nauwelijks gegroeid. Het gaat om 1,2% dat meer is geproduceerd ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee komt een einde aan de trend van sterke groei bij onze zuiderburen.
StatBel, het Belgische statistiekbureau, heeft deze week cijfers gepubliceerd over de aardappelverwerkende industrie in het land. Daaruit blijkt dat in totaal 3,99 miljoen ton aardappelproducten de fabriekspoorten verlieten gedurende 2024. Dat is weliswaar een nieuw record, maar de groei ten opzichte van 2023 is nog maar een schamele 1,2%. Daarmee heeft de sector een verzadigingspunt bereikt.
70% groei
Het wonder van België, zo werd de aardappelindustrie in het land ook wel genoemd. In zeven jaar tijd steeg het geproduceerde volume frites, vlokken, chips en meer van 2,37 naar 3,99 miljoen ton. Een groei van bijna 70%. Die lijn is uiteraard ook terug te zien in de verwerking van de grondstof: aardappelen. Die steeg van krap 4 miljoen ton in 2015 naar dik 6 miljoen ton in 2023. Belgapom heeft (nog) geen cijfers bekendgemaakt over het verwerkte volume van vorig jaar. Gezien de productiecijfers ligt dit zeer waarschijnlijk opnieuw rond de 6,22 miljoen ton die in 2023 werd neergezet.
Verreweg de meeste aardappelen werden omgeturnd tot frites. Het gaat om 3,49 miljoen ton diepgevroren en verse frites. Dat is 40.000 ton meer dan in 2023. Het aandeel aardappelvlokken en meel daalde, van 85.000 naar 66.000 ton. Het volume chips en gekoelde aardappelproducten nam met 7% toe, van 404.000 naar 432.000 ton.
Meer omzet
De totale waarde van de aardappelproducten bedraagt €4.76 miljard, waarvan frites met €4 miljard het grootste deel opslokt. Gedeeld door het volume kom je op een gemiddelde prijs van €1.156 per ton frites. Daarmee ligt de waarde hoger dan in 2023, toen de totale omzet €4,69 miljard bedroeg.
Vooral in de eerste helft van vorig jaar hebben fritesproducenten kunnen profiteren van een stevige vraag op de wereldmarkt, waarna vanaf ongeveer juli er voorzichtig de klad in kwam. Exportcijfers over de eerste twee maanden tonen aan dat de export van de EU-4 behoorlijk gas terugnam. Voor 2025 kunnen de productiecijfers weleens heel anders uitpakken.