De aardappelmarkt in de EU-4-landen staat onder zware druk. Waar aanvankelijk werd aangenomen dat de dalende prijstrend zou stabiliseren – eerst rond €20 per 100 kilo en later rond €15 – is inmiddels duidelijk dat de markt geen bodem kent. De gemiddelde marktprijs is inmiddels onder het niveau van €10 gezakt. Dat de aardappelprijs blijft zakken zonder dat het lagere prijsniveau tot extra vraag leidt, is zeer zorgelijk en duidt op een groot probleem aan de afzetzijde.
Dat de aardappelprijs blijft zakken zonder dat het lagere prijsniveau tot extra vraag leidt, is zeer zorgelijk en duidt op een groot probleem aan de afzetzijde.
Dreigend overschot 100.000 ton zonder bestemming
Op basis van beschikbare marktdata dreigt er alleen al in Nederland, met het eind van het bewaarseizoen in zicht, een structureel overschot van minimaal 100.000 ton (!) consumptieaardappelen. Het gaat hier niet om incidentele partijen, maar om prima bakaardappelen waarvoor simpelweg geen markt meer is. Deze partijen dreigen te worden afgevoerd naar veevoer of vergisting, de laatste afzetoptie binnen de sector.
Capaciteitsprobleem zit in de afzet, niet in de verwerking
Het knelpunt ligt niet zozeer bij de productiecapaciteit, die de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen, maar bij de afzet van het eindproduct. Volgens de meest recente DCA Market Intelligence-cijfers loopt de export van voorgebakken aardappelproducten in de zogeheten EU-4 (Nederland, België, Frankrijk en Duitsland) ruim 500.000 ton achter op het gemiddelde van de afgelopen twee seizoenen. Omgerekend komt dat neer op ruim 1 miljoen ton aardappelen waarvoor geen definitieve bestemming wordt gevonden.
Opvallend genoeg is dit verminderde exportvolume nauwelijks terug te zien in de verwerkingscijfers. De enige logische conclusie is dat de industrie door blijft verwerken op basis van reeds afgesloten contracten. Dat betekent: verwerking zonder directe afzet, met als gevolg dat het eindproduct voor langere tijd in de koelhuizen belandt in afwachting van betere marktcondities.
Diepvriesvoorraad als tijdbom
De vrieshuizen in West-Europa beginnen inmiddels behoorlijk vol te raken. Er wordt al actief geruimd: opgeslagen frites worden herbestemd als bijvoorbeeld veevoer. De financiële logica is duidelijk: de opslagkosten wegen op termijn niet op tegen het verwachte rendement. Verwerkers zouden vier weken stilstand aankunnen en toch blijft de markt overvoerd.
Op basis van de huidige voorraadniveaus zouden aardappelverwerkers in de EU-4 probleemloos enkele weken stil kunnen liggen, zonder dat dit leidt tot echte ruimte op de markt. De fabrieken in de EU blijven intussen doorgaan met gemiddeld 300.000 ton aardappelen per week te verwerken, grotendeels op basis van eerder afgesloten contracten tegen historisch hoge prijzen. Deze strategie – begrijpelijk in het licht van de marktsituatie na corona – pakt momenteel, en mogelijk ook voor komend seizoen, zeer nadelig uit.
Vroege aardappelen verergeren het probleem
Alsof de situatie nog niet nijpend genoeg is, wijzen gewasontwikkelingen erop dat de vroege aardappelen van oogst 2025 meer dan op tijd beschikbaar zullen zijn. Veel van deze vroege aardappelen zijn gecontracteerd in een periode waarin de stemming in de markt opperbest was. Nu het aanbod vroeg in de pijplijn zit, zal de druk nog verder worden opgevoerd, terwijl de cijfers aangeven dat er problemen zijn in de afzetkanalen.
Conclusie: structurele onbalans tussen contractteelt en exportvraag
De huidige marktsituatie lijkt geen normale dip, maar een structurele onbalans tussen aanbod (aangestuurd door de contractverplichtingen) en vraag (gestagneerd door dalende exportvolumes). De overmoedige contracteringsstrategie van verwerkers de afgelopen jaren – zowel in volume als op prijsniveau – ingegeven door de mogelijke schaarste aan grondstof en hoge eindproductprijzen, keert zich nu als een boemerang tegen de sector. Zonder hernieuwde exportimpulsen voor het eindproduct dreigt er, na de moeizame afwikkeling van seizoen 2024/25, een groot probleem op te doemen voor seizoen 2025/26.
Het groeiseizoen is nog lang, en een oogstrisico blijft altijd een factor, maar dat is momenteel ook het enige lichtpunt.