De prijsdaling bij pootgoed van het ras Spunta is nog niet ten einde. Deze week zakt de notering op de beurs in Middenmeer nog eens €5,50 per 100 kilo.
Aan het begin van het seizoen begon de handel nog met prijzen van €70 tot €80 per 100 kilo. Deze prijzen konden echter niet worden gehandhaafd door een gebrek aan vraag.
Het blijft stilletjes in de handel van pootaardappelen. Daarom noteert Middenmeer deze week al helemaal niet voor pootgoed van Bintje en Agria. Maar ook de handel naar vroege bestemmingen als Egypte laat veel te wensen over. Het drukt de telersprijs van Spunta inmiddels naar €35 tot 37 per 100 kilo.
Na een eerste reeks van prijsverlagingen hoopten de telers dat de prijs zou kunnen standhouden op €50 per 100 kilo. Het leverde echter op dat niveau niet de gewenste extra vraag, waardoor telers verder omlaag moesten. Het tweede weerstandsniveau op €40 is inmiddels ook doorbroken, waarmee de vraagtekens over de afzet er in ieder geval nog niet kleiner op worden.
Kostprijs in geding
Met dit soort prijzen komt ook de kostprijs voor de pootgoedtelers in het geding. Daarmee breiden de problemen van de vrije fritesaardappelteelt zich ook uit richting pootgoed. Dat was al het geval voor bovenmaats pootgoed, die moeten concurreren met de lagere prijzen voor exportaardappelen. Pootgoedtelers zijn zodoende nadrukkelijker aangewezen op inkomsten uit de pootgoedmaten.
De pootgoedprijzen van fritesrassen staan echter onder druk, omdat bestellingen van fritesconcerns buiten de meerjarige contracten uitblijven. Ook de exportrassen ontkomen blijkbaar niet aan forse prijsdalingen, omdat kopers de kat uit de boom kijken. In een dalende markt zijn kopers bang dat ze te duur uit zijn en daarom wachten zij zo lang mogelijk.