Betalingszekerheid het probleem in de uienexport

Met Chayenne Wiskerke (24) als salesmanager bij Wiskerke Onions BV in Kruiningen staat er een nieuwe generatie in de uienhandel aan het roer. Hoe kijkt zij aan tegen issues als kwaliteit, afzetmarkten en ambities? ‘Het probleem van vandaag is betalingszekerheid, maar daar mag de teler niet de dupe van worden.’

Deze week maakte je bekend hoe groot het volume is dat Nederland vanaf dit seizoen weer naar Indonesië mag exporteren. Wat kan de sector van andere markten verwachten?
?‘Nederland heeft veel mogelijkheden in uienexport, maar koprot heeft voor een enorme domper gezorgd en onze exportpositie in gevaar gebracht. Bepaalde (Europese) afnemers zijn behoorlijk geschrokken van de kwaliteit en zijn uitgeweken naar andere landen waaronder Spanje. Maar als de kwaliteit van het product goed is en we prijstechnisch mee kunnen, zijn er volop mogelijkheden; met name in Azië en Zuid- en Centraal-Amerika. Wat betreft Rusland houd ik overigens wel mijn hart vast als je ziet dat de grens voor aardappelen, kaas en varkensvlees ineens dicht kan gaan.’

Wat heeft koprot Nederland gekost??
‘In cijfers kan ik dat niet aangeven, maar er is op sommige markten duidelijk minder afgezet. Voor het Verre Oosten alleen al gaat dat om een derde. China heeft die markt voor een deel overgenomen. De kwaliteit van de Chinese uien is relatief gezien veel minder, maar kan alleen maar beter worden. Ook het feit dat zij meerdere oogsten per jaar hebben, maakt hen een geduchte tegenstander voor het Verre Oosten. Naast enkele bestemmingen in het Verre Oosten, is ook Brazilië dit jaar niet aan de markt geweest. Een land dat kwaliteit hoog heeft staan, maar daarvoor niet meer naar Nederland heeft gekeken na enkele teleurstellende partijen te hebben gekocht, die ook nog eens te hoog aan de prijs waren voor hun lokale markt.’

Het totale areaal uien is voor komend seizoen met ruim 5,5 procent verder uitgebreid. Is de export sterk genoeg om met deze bovengemiddelde groei de prijs in de benen te houden?
‘Kansen in export zijn er genoeg. Indonesië komt erbij, het Verre Oosten begint te vragen, Afrika en met name Senegal zijn de sterkste spelers. Centraal- en Zuid-Amerika bieden mogelijkheden. En die markten hebben we ook echt nodig. De vraag naar uien is er wel, maar onze naam heeft een behoorlijke klap gehad. Door strikter op kwaliteit te zijn, moeten we het vertrouwen weer terugwinnen. Nederland heeft niet naar potentie gewerkt de afgelopen jaren en dat moeten we de komende jaren goed maken.’

Hoe betalingszeker zijn de landen waar Nederland handel mee drijft?
‘Het probleem van vandaag is de betalingszekerheid. Dat is bij sommige landen echt een probleem. Het geld is er wel, maar het lukt niet altijd om het snel thuis te krijgen. Zij zijn afhankelijk van een banksysteem dat zwak is en over weinig liquiditeit beschikt. Dat geldt voor bijvoorbeeld in bepaalde landen in Afrika. Om daar geld vandaan te krijgen is lastig, duur en wordt soms ook door andere factoren beïnvloed. Zo kan een late of minder grote cacao- of koffie-export, wat liquiditeit naar de banken brengt, de betaling van uienverladingen in de knel brengen. Betalingen zijn voor ons een risicofactor. Dat proberen we deels met hedging te ondervangen. Om de termijn dat het geld van de klant nog niet binnen is te overbruggen, is financieel management nodig en niet het verlengen van de betalingstermijn van de producent tot zestig of negentig dagen. De teler heeft geïnvesteerd in zaad, bespuitingen en meststoffen en moet aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Daar stellen wij een snelle betaling, binnen 24 uur, tegenover. Ik vind niet dat de teler de dupe mag worden van het risico dat wij met de klant lopen.’

De productschappen verdwijnen. Wat betekent dit voor uien?
‘Voor de uiensector is het positief. De brancheorganisatie van Frugi Venta, het GroentenFruithuis, heeft de taken overgenomen. Met deze wijziging zijn de lijnen korter. Ik verwacht meer efficiency, transparantie, betrouwbare informatie en lagere kosten. De handel kan via deze organisatie snel zaken doorspelen. Dus nee, het einde van het productschap is voor ons geen ramp.’

Wat zijn de ambities van Wiskerke voor de komende jaren?
‘Belangrijk is om in een moeilijke markt stabiel te blijven werken en door blijven te ontwikkelen. Dat laatste doen we bijvoorbeeld met de optische sorteermachine. Die techniek zien wij als de toekomst. Daarmee kunnen wij aan (export)klanten garanderen dat het product 100 procent intern goed is. De klant deze zekerheid kunnen bieden, heeft afgelopen jaar goed gewerkt. Een andere ambitie is groei in verticale integratie; daarmee bedoel ik het optimaliseren van het teeltproces. Verder wil ik het pakket aan afzetlanden verbreden. Ik denk bijvoorbeeld meer groei te kunnen realiseren in Centraal Amerika en het rondliggende gebied. Andere aandachtspunten zijn spreiding van risico en nauw samenwerken met telers om te streven naar een maximaal kwalitatief product. Veel bedrijven werken vanuit een backforward benadering, maar dat moet andersom. Wij moeten anticiperen op de wereldwijde trends en vragende markten, en produceren daarnaar. In digitale platvormen zien we trouwens niets. Wij gaan voor een lange termijn relatie met telers, nauw contact met klanten en we willen het product zelf kunnen voelen en zien.’

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.