Hoewel de uienexport een vlotte eerste helft kende, moet er in de tweede helft van het uienseizoen nog een hoop gebeuren. Over die afzetkansen bestaat vooralsnog veel onzekerheid. Chayenne Wiskerke van Wiskerke Onions rekende aan de bezoekers van de Themadag Uien in Dronten dinsdag voor hoeveel er weg moet en waarom Nederland daar zo goed in is.
Het eerste deel van uienseizoen 2014/15 is qua afzet goed verlopen. Om het totaal geoogste volume uien weg te krijgen moet er gemiddeld 20.400 ton per week worden geëxporteerd. ‘Daar zitten we met een gemiddelde van 21.000 ton ver boven’, weet Chayenne Wiskerke. In week 44 haalde Nederland het hoogste weekvolume van 31.216 ton. Eerste helft 2014 ging 21 procent richting Senegal. Net iets minder dan de 25 procent het jaar ervoor. Verder was Nederland dit seizoen wat volume betreft afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk, Ivoorkust, België, Maleisië, Guinee en Mauritanië. Maar of die gang er in de tweede helft van het seizoen in kan worden gehouden, is de vraag.
Tot en met week 26 moet er wekelijks nog 19.861 ton worden afgezet. ‘Een hoeveelheid die Nederland nog nooit heeft weten te realiseren. In tweede helft 2012 vonden de meeste uien hun koper in Engeland en daarna in Rusland en Brazilië. Vorig jaar was Rusland goed voor 17 procent van de Nederlandse uienexport.’ Dit jaar komt er door het importverbod geen ui bij de Russen terecht. Of er zich andere markten aandienen die dat volume overnemen is onder de huidige marktomstandigheden vooralsnog erg onzeker. Handelaren zijn over de korte termijn positief. Nu kopen is volgende week laden. Maar voor de langere termijn is er geen duidelijkheid over wat Rusland en de omringende landen doen. De kans bestaat dat Oost-Europese landen, waar overigens ook een grote oogst was, markten van Nederland afpakken.
Wiskerke wil echter niet negatief zijn. ‘Nederland levert nog steeds een unieke prestatie. Wij zijn het centrum van uienwereld. Dat komt door de opbouw van onze keten die enorm gespecialiseerd is, de logistieke ligging, het perfecte klimaat, maar bovenal door onze kostprijsopbouw. Door de nationale concurrentie is het overal een gevecht wie het beste product tegen de beste kwaliteit en de laagste prijs kan leveren. In totaal ligt onze kostprijs rond de 13 cent per kg; er is geen land dat ons dat na doet. Daarvan is 8 cent voor de teler, 4 cent voor de verpakker en 1 cent voor de exporteur.’
Ook met de transportkosten is Nederland dik in het voordeel. Moet een trailer in de Verenigde Staten al snel hele staten doorkruisen en in Frankrijk dik 300 km naar de haven overbruggen, vanaf ons bedrijf in Kruiningen is Antwerpen 50 km, Vlissingen 30 km en Rotterdam 100 km. ‘Voor ons is het veel goedkoper om een container die toch terug moet, te vullen. Het maakt niet uit of de uien naar Frankrijk, China of Brazilië moeten; het kost nagenoeg evenveel, tussen de 4 en 4,4 cent per kg. Voor ons zijn verre markten dichtbij.’
Een ander positief punt is de kwaliteit dit jaar. Het tarra is laag en klanten roemen het mooie product. Een smeermiddel voor de exportmachine.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/uienmarkt/artikel/10861545/Meer-Nederlandse-uien-moeten-weg-dan-ooit]Meer Nederlandse uien moeten weg dan ooit[/url]
1 ct is voor de expediteur verwijst naar degene die de contacten heeft met het buitenland en ervoor zorgt dat alles geregeld wordt. Feitelijk degene die in- en verkoopt met een stukje service erbij. De 4 ct verwijst echt naar de transportkosten van bijvoorbeeld scheepvaartmaatschappijen dat is weer wat anders als de expediteur.