Export Nederlandse uien staat voor grote uitdaging

Deze marktbeweging tempert de verwachtingen van telers, die juist rond deze tijd hadden verwacht dat de vraag naar uien zou aantrekken en daarmee de telerprijs zou stijgen. Dat is nu niet het geval, gelet op de ontwikkelingen van de regionale uiennoteringen deze week. De telerprijzen staan onder druk, door de bereidheid onder telers om tot zaken te komen.

Die druk is nog niet merkbaar op de baalprijzen, waar de vraag naar uien door de komende feestdagen prijshoudend stemt. In januari volgt de vraag naar uien gericht op afzet naar landen in Afrika een vergelijkbaar patroon, zoals die de afgelopen jaren ook zichtbaar was. Dat betekent een oplopende export richting week 3, om daarna in rustiger vaarwater terecht te komen.

Over de oogstomvang van de eigen uienteelt in onder andere Senegal is nog weinig bekend. Het beschermen van de eigen markt gaat Senegal ieder jaar beter af. In navolging van de importstop van uien door Senegal nemen omringende landen een afwachtende houding aann ten aanzien van de uien aankopen.

Na de jaarwisseling kan het aanbod van nieuwe uien, geteeld in landen op het zuidelijk halfrond, toenemen en mogelijk concurrentie gaan opleveren van de afzet van Nederlandse uien. Dat wordt dit seizoen versterkt doordat de gemiddelde Nederlandse uien amper onderscheidend is in kwalitatieve zin.

Nu dit jaar alleen van een witte Kerst kan worden gedroomd, staan telers voor nieuwe uitdagingen om hun producten goed bewaarbaar te houden. Na de miserabele weken aan het begin van het bewaarseizoen - om de uien droog te kunnen draaien - en de beperkte dagen die volgden om de uien wat kouder te kunnen draaien, volgt nu de uitdaging om hogere temperaturen (ruim boven normaal voor de tijd van het jaar) te weerstaan.

Verwacht wordt dat partijen uien met een matige kwaliteit zich versneld aandienen. Hier ligt voornamelijk de reden dat het aanbod van telers makkelijk los komt. Waar telers eerst de stip op de horizon bij twintig euro hadden geplaatst is daarvoor in de plaats nu een koper gezet.

Buiten Afrika om is er vraag naar uien van bovengemiddelde kwaliteit vanuit Brazilië en landen in het Verre Oosten. Europa wordt naar verwachting in de eerste helft van 2016 een goede afnemer van Nederlandse uien, maar geeft voorrang aan het plaatsen van de eigen oogsten. Polen fungeert dit seizoen als vangnet en bodem van de Nederlandse uienmarkt.

Voor de tweede helft van seizoen 2015-2016 wordt kwaliteit het issue als het om de afzet van Nederlandse uien gaat. Sorteerbedrijven moeten alles op alles zetten om enerzijds de goede partijen in te kopen, maar ook om de best mogelijke kwaliteit op transport naar hun klanten te zetten. Gelet op de huidige kwaliteitsontwikkeling een spannende uidaging.