Agrarisch MKB verkent markten

Internationale expansie in zuivel, voer en varkens

24 Maart 2014 - Redactie Boerenbusiness

Tien groepen van bedrijven uit de agribusiness hebben vorig jaar hun kansen verkend in het buitenland. Het ging hierbij onder meer om project in een zuivelkenniscentrum en met een varkensvleesproducent in China, het optimaliseren van de melkproductie in Rusland, Brazilië en Roemenië en het verduurzamen van de mengvoederketen in onder meer Indonesië.

Dit gebeurde met financiële steun van de Topsector Agri & Food. Drie van deze groepen zijn inmiddels op eigen kracht verder gegaan. Voor vijf andere bleken de kansen dusdanig interessant te zijn dat ze dit jaar vervolgstappen zetten.

‘Nederland is, na de Verenigde Staten, de grootste exporteur van agrifood-producten. Ongeveer de helft van het exportvolume wordt door MKB-bedrijven gerealiseerd. Als je je bedenkt dat minder dan 8 procent van het Nederlandse MKB exporteert, zie je dat daar nog een wereld aan kansen ligt’, vertelt Willie van den Broek, program manager R&D bij het team Internationaal van de Topsector.

MKB’ers hebben volgens hem in veel gevallen niet de gelegenheid om een marktkans goed te onderzoeken. ‘Bovendien ontbreekt het vaak aan het netwerk om met de juiste partners de grens over te gaan. Daarom zijn we vorig jaar samen met TKI Agri & Food een ondersteuningsprogramma gestart. Hierin geven wij bedrijven met een idee niet alleen steun bij het nader onderzoeken van de kans, maar ook bij de vorming van een consortium.’

Vorig jaar werden tien van deze zogeheten Seed Money-projecten van topsector gehonoreerd. Van den Broek: ‘De indieners brengen, samen met onderzoekers van Wageningen UR, in kaart welke kansen er precies liggen en hoe je die kunt benutten. Daarbij gaan we eerst na of er binnen het partnerschap de juiste knowhow voorhanden is. Eventueel vullen we de groep aan met andere bedrijven.’

Voorwaarde voor een Seed Money-project is volgens hem dat er al een concreet vragende partij in het buitenland is. Bovendien moeten de indieners hun bevindingen openbaar maken. ‘Ook collega-bedrijven kunnen er dus gebruik van maken. Het grote voordeel voor de indieners is dat zij de informatie uit eerste hand hebben en dus op de eerste rij zitten.’

De Seed Money-projecten van afgelopen jaar varieerden van de ontwikkeling van lokale viskwekerijen in Nigeria tot de instelling van een zuivelkenniscentrum in China en van de optimalisatie van de zuivelproductie in Roemenië, Brazilië en Rusland tot het ondersteunen van een Chinese varkensvleesproducent. Van den Broek: ‘Bij twee ideeën kwamen de partijen tijdens het project erachter dat het nog te lastig is om kansen direct te verzilveren. Dat ligt bijvoorbeeld aan de politieke situatie of aan de praktische haalbaarheid. De andere vijf zijn echter kansrijk.’

Voor vier projecten is volgens Van den Broek nog extra onderzoek nodig om tot een goede business case te komen. Daarbij gaat het om het op orde brengen van de zuivelproductie in Roemenië, het optimaliseren van de zuivelketen in Brazilië, het opzetten van een algenproductieketen in Mexico en het verduurzamen van de mengvoederketen in onder andere Indonesië. ‘Drie andere projecten zijn inmiddels op eigen kracht verder gegaan. Een groep van Nederlandse bedrijven werkt nu aan het opzetten van viskwekerijen in Nigeria. Ze willen er voor de lokale markt produceren en moeten dus ook tegen lokale prijzen kunnen concurreren. Mooi om te zien dat Nederlandse technologie ook in landen met lage productiekosten een meerwaarde kunnen bieden.’

In de twee andere projecten hebben de Nederlandse organisaties samen een overeenkomst met Chinese partijen getekend over de komst van een nieuw onderzoeks- en kenniscentrum dat de productiviteit, veiligheid en kwaliteitsniveau van de Chinese zuivelketen moet verhogen. ‘Eén van de projectpartners daarbij is FrieslandCampina, niet wat je noemt een MKB-bedrijf’, lacht Van den Broek: ‘Maar FrieslandCampina opent deuren in China die voor kleine partijen gesloten blijven. In het kielzog van de multinational weten ze voet aan de grond te krijgen en kunnen ze hun expertise ook daar vermarkten.’

Van den Broek is zeer tevreden met de resultaten uit het eerste jaar met drie projecten die op eigen kracht verder gaan en vijf groepen die vervolgstappen zetten: ‘We leren we heel veel van de projecten. We achterhalen waar de bottlenecks voor MKB’ers bij internationalisering zitten en werken aan oplossingen daarvoor.’

Zo valt het volgens Van den Broek op dat er veel organisaties zijn die zich bezig houden met internationalisering. ‘Bij de gang van idee naar introductie zitten er echter nog wel fases waarin geen steun voorhanden is. Wij zijn nu met de instanties in overleg om tot één vloeiende vorm van ondersteuning te komen: een zogenaamde one-stop-shop. Op die manier vallen er minder ideeën tussen wal en schip. Aan het MKB zal het niet liggen. Uit het feit dat we dit jaar 28 aanvragen kregen voor Seed Money-projecten blijkt wel dat ze graag het internationale avontuur aangaan.’

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten
Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden