Een nieuwe strategie en grote ambities maken van ForFarmers een uniek mengvoederbedrijf binnen de Europese grenzen. Topman Yoram Knoop heeft een duidelijk idee van de koers die het bedrijf moet gaan varen en welke stappen er gezet moeten gaan worden. Ook doet hij uit de doeken welke verwachtingen hij heeft van de varkenshouderij en melkveehouderij.
Boerenbusiness maakte een compilatie van de uitspraken die Knoop dinsdag bij de presentatie van de jaarcijfers deed.
Door de diverse overnames gedurende de laatste jaren, noem Hendrix en een BOCM Pauls, is ForFarmers een bedrijf geworden met meerdere gezichten. Welke koers willen jullie hiermee gaan varen?
'We gaan alles weer samenbrengen onder het ForFarmers- merk, rebranding. De verandering is voor de Nederlandse markt niet zo groot, want daar was de naam ForFarmers Hendrix, maar in het Verenigd Koninkrijk is die stap wel groot en wordt de naam BOCM Pauls vervangen. Ook kende elke onderdeel tot voor kort een puur regionaal model, maar dat is nu veranderd door een directie over de groep heen.
Het gaat verder dan alleen een naam. Zo zijn de eerste stappen gezet voor een universele klanten segmentatie en spreken alle onderdelen dezelfde taal. Ook wordt er gekeken naar Europese marketing per diergroep. Het doel is om kennis effectief te gebruiken, waardoor innovatie een continu proces wordt. Ook gaan we kijken of de methodes die goed werken in het ene land ook in andere landen ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld het gebruik van tankers. Die zijn in Nederland normaal, maar in het VK niet. Daar investeren we nu in vervanging van het wagenpark.'
Jullie mikken er op een nummer 1 of 2 positie in te nemen in de vier belangrijkste landen en sluiten verdere overnames in andere grote landen niet uit. Hoe belangrijk is de boer dan nog binnen jullie strategie?
'Heel belangrijk. In tegenstelling tot de concurrent proberen we alleen het verschil te maken op het boerenerf. We worden groter, maar proberen de afstand tot de boer zo klein mogelijk te houden. Dit doen we door in elk land een specifieke aanpak te hanteren. Unaniem vormt het vertrouwen in de voorlichter de basis. We proberen dan ook kennis te delen en de beste kennis te ontsluiten. We willen niet alles zelf doen, maar wel de toegang zijn tot het erf. Zo hebben we in Nederland bijvoorbeeld al succes met Feed2Milk en gaan we dat ook uitrollen in Engeland.'
Er worden nieuwe concepten bedacht voor melkveehouders en varkenshouders, maar hoe kijken jullie aan tegen de vooruitzichten voor deze sectoren?
'In de varkenshouderij blijft het rendement onder druk staan. Wij verwachten dan ook dat meer kleinere bedrijven gaan stoppen. Daar staat tegenover dat we verwachten dat de grotere bedrijven zich verder gaan ontwikkelen en gaan profiteren van de efficiency die ze al hebben. Nederland vertegenwoordigt hierbij in vergelijking met Oost-Duitsland een kleinere schaalgrote. Qua kennis staat Nederland ver bovenaan. Hier wordt vooral veel potentie gezien in home mixing, een methode die grotere varkenshouders gebruiken.
In Engeland zien we voor de rundveesector dezelfde ontwikkeling. Na 1 april verwachten we meer vanuit Nederland waar forse investeringen hebben plaatsgevonden en van de meer ontwikkelde boeren in andere landen. In Nederland gaat het dan om het noorden.
Ook in Duitsland verwachten we aanzienlijke groei en is ruimte om onze positie uit te breiden. Daar valt nog veel winst te halen uit het optimaal benutten van eiwit in de melkproductie. Tevens zien we daar goede kansen voor programma's rondom robotmelken.'
U omschreef de activiteiten in mengvoer als een lage marge business. Welke rol spelen de grondstofvoorziening en valutakoersen hier?
'Er is gekeken naar eiwitteelt in Europa. Toch blijkt het nog altijd economischer om product uit landen zoals Brazilië te halen, welke grote volumes kunnen produceren. De valutaschommelingen zijn hierbij best eng. Het is een risico wat we moeten afdekken. Op den duur is inflatie zelfs mogelijk. Aan de andere kant profiteren we van de pond. Ook profiteren Nederlandse en Duitse veehouders aan de andere kant van de exportkansen.'
Bedrijven in de agrarische sector worden groter en steeds kostbaarder. Daarmee neemt ook het risico voor leveranciers van voer toe, hoe gaan jullie hiermee om?
'Wij werken aan een nieuwe tool om met debiteuren om te gaan. Het is iets wat we zien als een heel belangrijk aspect. Door het nieuwe systeem kunnen we nog sneller reageren. Ook moet er bij een exposure van 250.000 euro toestemming gevraagd worden. Nu bedraagt het verlies minder dan 1 procent van de brutowinst. Daarvoor was in 2014 een stroppenpot van 13 miljoen euro voorzien.'
Een prognose voor 2015 brengt Knoop nog niet naar buiten. Wel geeft hij aan dat de eerste maanden voldaan hebben aan de verwachtingen die het bedrijf had.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
