Limagrain

Aangeboden door Limagrain

'Pensenergie uit maïs goed voor koe en klimaat'

3 Februari 2021

Het aandeel maïs in melkveerantsoenen staat onder druk. Dat is zonde, want snijmaïs is waardevol in de voeding van melkkoeien, vindt onderzoeker Wilfried van Straalen. Energie uit maïs is cruciaal voor een efficiënte productie van melkeiwit uit stikstof. Bovendien helpt maïs voeren de uitstoot van het broeikasgas methaan te beperken.

Koeien hebben energie nodig voor de melkproductie, zegt Wilfried van Straalen, consultant rundveevoeding bij veevoedingsinstituut Schothorst Feed Research. "Als je weinig of geen maïs kunt voeren, moet je naar alternatieve energiebronnen, zoals zetmeelrijk krachtvoer, maïsmeel of geplette granen. Uit het oogpunt van voerkosten is het interessant om met goede maïs in het rantsoen op krachtvoeders te kunnen besparen."

Pensbeschikbaar of darmbeschikbaar
De energie van maïs komt voor een groot deel uit zetmeel. Voor de voeding van herkauwers wordt onderscheid gemaakt tussen onbestendig en bestendig zetmeel. De eerste variant wordt verteerd in de pens en levert pensbeschikbare energie in de vorm van vluchtige vetzuren (waaronder propionzuur). De tweede vorm passeert de pens ongeschonden en wordt grotendeels afgebroken in de dunne darm en levert daar darmbeschikbare energie in de vorm van glucose.

Beide energiebronnen zijn goed, de optimale zetmeelsamenstelling van de maïs hangt samen met de rest van het rantsoen. Grasrijke rantsoenen kunnen veel pensbeschikbare energie gebruiken voor het benutten van de stikstof. Naarmate het aandeel gras of onbestendig eiwit in de voeding van het vee lager wordt, wordt ook de noodzaak van onbestendig zetmeel kleiner. Teveel energie op pensniveau veroorzaakt pensverzuring. Naarmate het aandeel maïs stijgt, mag het zetmeel bestendiger zijn.

Maar overdaad schaadt. "Als de dunne darm de hoeveelheid bestendig zetmeel niet kan verwerken, komt een deel onverteerd in de dikke darm. Dan kan dikke darm verzuring ontstaan. De dieren raken dun op de mest en de productie gaat achteruit. De optimale hoeveelheid bestendig zetmeel ligt tussen 45 en 75 g/kg.

Verteerbaarheid celwanden
Naast de hoeveelheid zetmeel is de verteerbaarheid interessant. De energie in maïs is voor bijna de helft afkomstig uit zetmeel. Een kwart tot een derde komt uit de celwanden. Een koe kan het zetmeel vrijwel volledig benutten. De verteringscoëfficiënt is 95 procent of zelfs nog hoger. Voor celwanden is de verteringscoëfficiënt 45 tot 60 procent. Per ras kan het getal sterk verschillen. Met name voor rantsoenen met veel maïs wordt de verteerbaarheid belangrijker, stelt Van Straalen. Want in dat geval is niet het zetmeelgehalte maar de voeropname de beperkende factor. Hoe beter de verteerbaarheid, hoe beter de benutting van de energie. Bij een klein aandeel maïs in het rantsoen (minder dan 30 procent op drogestofbasis) geldt: hoe meer zetmeel hoe beter.

Wat is het beste ras?
Wat betekent dit alles voor de rassenkeuze van de teler? Welk ras is het best? Van Straalen: "Veehouders zijn geneigd te letten op opbrengst en VEM. Maar je moet ook kijken naar de cijfers die erachter liggen. Hoeveel zetmeel bevat de maïs en komt de VEM vooral uit het zetmeel of ook uit een goede verteerbaarheid van de celwanden?"

STARPLUS-rassen voor extra veel onbestendig zetmeel
Bij het kiezen van het ras snijmaïs staat een veehouder voor verschillende afwegingen. De gewenste eigenschappen van de maïs in het rantsoen zijn daarin belangrijk. Om de keuze gemakkelijker te maken introduceert Limagrain een nieuw label binnen het assortiment LG Animal Nutrition. De maïsrassen met een zeer hoog aandeel onbestendig zetmeel krijgen het STARPLUS-label. Deze rassen zijn ideaal voor rantsoenen met een laag maïsaandeel:

Deze businesscase is powered by:

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden