Op woensdag 15 januari organiseerde het NCOR (Nederlands Centrum voor de Ontwikkeling van Rijenbemesting) een bijeenkomst op proefboerderij PPO Westmaas. In het zuidwesten staat onder andere de teelt van aardappelen centraal. Rijenbemesting begint hier steeds meer gemeengoed te worden. Toch stuiten telers nog steeds tegen problemen aan.
Herre Bartlema is voorzitter van het NCOR en al jaren de persoon die zich inzet voor rijenbemesting. Op zijn initiatief werden in Westmaas verschillende lokale partijen uitgenodigd waaronder Nedato en de belangrijkste toeleveranciers; Van Iperen/Mol Agrocom, CZAV en Agrifirm die allemaal iets bijdragen aan het thema: schoon, zuinig en precies bemesten. Dat is waar de huidige wetgeving telers toe dwingt en in de praktijk voor mening hoofdbreken zorgt, zo blijkt.
Toeleverancier Van Iperen, eveneens uit Westmaas, is deelnemer van het eerste uur. Het bedrijf promoot al jaren het gebruik van vloeibare meststoffen, die het zelf produceert. "Relatief nieuw is de komst van granulaat, die nog geconcentreerder is en de vloeistof vervangt", legt voorlichter Koos Arens uit. "Sommige mensen zetten vraagtekens bij het injecteren van vloeibare kunstmest. De vloeistof wordt als het ware op een rups gelegd en enzymen en bacteriën zouden meer moeite hebben om de nutriënten op te nemen. Bij granulaat wordt het product in een bredere strook onder de poter gelegd, zodat het gemakkelijk opneembar is. Bovendien zijn de volumes klein. Zo"n 12 kg per hectare." Arens benadrukt het belang van bodembemonstering en het juist aflezen van de gegevens. "Het PW-getal dat op ieder BLGG monster is terug te vinden wijst aan hoeveel bodemvoorraad er aanwezig is. Dat is belangrijk maar minstens net zo leidend is het P-PAE getal. Dit houdt in hoeveel van die meststoffen daadwerkelijk door de plant kunnen worden opgenomen." Arens ziet vooral veel voordeel bij het gebruik van ureum en ammonium meststoffen. Nitraat is minder geschikt omdat het snel uitspoelt. Het nadeel van de andere twee meststoffen is dat zij vervluchtigen. Injecteren is dus een pre.
Akkerbouwer Peter Boer en loonwerker Breure uit Klaaswaal hebben voor de gelegenheid hun pootcombinatie ter beschikking gesteld. Beide maken ze gebruik van een getrokken combinatie waarmee in een enkele werkgang de grond wordt klaargemaakt, vloeibare stikstof toegediend, fosfaat in granulaatvorm, een knolbehandeling in de vorm van Talent of Subliem en vervolgens het direct opbouwen van de rug. Deze techniek zorgt ervoor dat het apart toedienen van meststoffen, voor of tijdens het aanfrezen, niet meer mogelijk is. Er komt daarom flink wat techniek bij kijken om alles in één gang te combineren. GPS en automatiek zijn niet meer weg te denken om de chauffeur te ontlasten. Als loonwerker ziet Breure vooral een bottleneck op de kopakker. "Het bijvullen van de verschillende middelen en pootgoed kost veel tijd, je levert dan enorm in op capaciteit." Als het aan hem ligt komt er op de kopakker een grote voorraadtank voor meststoffen. Via een vularm wordt de machine gevuld, vanuit de cabine. "Het is ons streven dat de chauffeur niet meer uit de cabine komt. Een tweede persoon zorgt voor de rest van het werk", vertelt hij. "Met de nieuwe combinatie hebben we afgelopen jaar voor het eerst gepoot. Vooraf is met klanten afgesproken dat een tweede persoon op de kopakker nodig is. Dat is goed verlopen."
Akkerbouwer Peter Boer heeft zijn bedrijf naast de proefboerderij liggen en werkt al zo"n 7 jaar met vloeibare kunstmest. Dat bevalt prima, alhoewel hij de techniek blijft aanpassen. Voorheen werd tijdens het poten fosfaat toegediend en met het frezen stikstof. Sinds vorig jaar, met de komst van een aanaardkap, gebeurt alles in één werkgang. "Voorheen strooide ik 250 kg zuivere stikstof in de vorm van KAS op de Folva fritesaardappelen", vertelt hij. Nu is dat 200 kg vloeibare N, die in één keer tijdens het poten wordt toegediend. Indien nodig wordt later nog een bladmeststof toegepast maar meestal gebeurt dat niet. Op mijn areaal van 60 hectare aardappelen betekent bovendien dat 2 hectare aan spuitpaden en kopakkers niet wordt bemest. Met de kunstmeststrooier is dat wel het geval." Sinds vorig jaar wordt de fosfaat zowel bij Breure als Boer in granulaatvorm toegediend. Per hectare is dat 12 kg. Herre Bartlema vertelt dat bij het gebruik van vloeibare kunstmest wordt uitgegaan van een besparing die tussen de 10 en 15 procent ligt. In het geval van Boer is dat zelfs 20 procent, wat stapsgewijs per jaar is uitgetest.
Een andere techniek die wordt getoond is de Veris bodemscanner. Agrometius en Agrifirm zetten hem sinds vorig jaar in. Agrometius zorgt voor de techniek en Agrifirm vertaalt de gegevens in kant en klare strooikaarten, die worden gebruikt om plaatsspecifiek compost, kalk en gips toe te dienen. De Veris meet vijf waarden. Het percentage organische stof, de pH, lutum gehalte tussen 0-30 en 0-90 cm en de perceelshoogte. Aan de hand van deze gegevens kan worden geprobeerd om het gehalte organische stof of de pH waarde bij te sturen. Het meten en maken van taakkaarten voor NPK is helaas nog niet mogelijk.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.