Bijmengen biobrandstof splijt Europese Unie

De energieministers in de Europese Unie zijn het niet eens over het percentage biobrandstof dat moet worden bijgemengd in benzine en diesel. Een compromis, dat voorzag in een plafond van zeven procent voor biobrandstoffen van de zogeheten eerste generatie in de transportsector, heeft het niet gehaald. Landen als België vinden dit percentage te hoog, andere landen als Polen willen eigenlijk totaal geen drempel.

Dit meldt Vilt.be. Na eerst flink te zijn gehypet, staan biobrandstoffen van de eerste generatie – oftewel diesel of ethanol uit landbouwgewassen als maïs en koolzaad – onder druk. Het beoogde gunstige effect op het milieu is omstreden en zij beïnvloeden de voedselprijzen, doordat deze gewassen niet meer in het voedselkanaal terecht komen.

Het streven van de Europese Commissie is dat in 2020, over zeven jaar, tien procent van de energie in de transportsector afkomstig moet zijn van hernieuwbare energie. Hierin stelt zij nu voor het aandeel van biobrandstoffen van de eerste generatie te beperken tot vijf procent. In deze periode wordt circa 4,6 procent aan biobrandstoffen uit gewassen bijgemengd. Het plafond van 5 procent stuit echter op fors verzet van vooral Polen en Hongarije. Zelf een compromisvoorstel van zeven procent vinden deze landen te laag.

Andere lidstaten, waaronder Nederland, België, Denemarken en Italië vinden zeven procent echter te hoog, gelet op het risico van sociale onrust en milieuschade. Brussel heeft de twist nu verschoven naar volgende jaar. Bij de volgende bijeenkomst van de energieministers staat het weer op de agenda.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.