Bietenopbrengst blijkt buitenaards goed

Bietentelers en Suiker Unie zijn dik tevreden na de eerste campagneweek, die op dinsdag 9 september startte. De opbrengst wordt nu al buitenaards goed genoemd. Nog nooit eerder doorbraken telers de magische grens, van 100 ton bieten per hectare, gedurende de eerste week van de campagne. Ook het gemiddelde suikerpercentage, van 16,3 procent, is zeer goed.

Uit de eerste gegevens van Suiker Unie blijkt dat op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee, in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland de hoogste suikergehaltes zijn behaald gedurende de eerste campagneweek. Het gehalte ligt hier op 16,5 procent. Het zuiden van West-Brabant en Midden-Limburg hebben met 15,3 procent de laagste gehaltes. Het landelijk gemiddelde ligt na de eerste campagneweek op 16,3 procent. Een jaar eerder was dat nog 15,9 procent. Toen begon de campagne een week later, op 17 september.

Kijken we naar het tarrapercentage dan komt het gebied De Peel als beste uit de bus. Het gehalte tarra ligt daar op 4,4 procent. Ook de Groningse veengrond en het Zeeuwse eiland Walcheren doen het met 4,7 en 4,9 procent uitstekend. Landelijk gezien wordt gemiddeld met 6,8 procent tarra gerooid, ten opzichte van 10,9 procent een jaar eerder. De hoogste WIN-getallen vind je in Zuidwest-Nederland. De Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en Zeeuws-Vlaanderen hebben allemaal getallen die boven de 91 uitkomen. Het landelijk gemiddelde is na één week 90,8.

‘De opbrengst lijkt wel van een andere planeet te komen’, zegt Peter Koopmans, rayonhoofd voor Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. ‘Ik kom bij telers die met hun opbrengst nu al boven de 100 ton bieten uitkomen. Het suikergehalte van 16,5 procent ligt ongeveer een half procent boven het gemiddelde. Daar zijn de boeren dik tevreden mee.’

Koopmans wijdt de extreem goede opbrengst vooral aan een schitterend voorjaar. ‘We zijn op tijd gaan zaaien en hebben vervolgens een prachtige april- en meimaand gehad. Die voorsprong hebben de bieten nooit meer weggegeven. De zomer was zonnig en droog, wat voor de Flevolandse kleigrond erg gunstig is. Dat heeft de basis voor een topoogst gelegd. Dankzij de droogte zijn ook de tarrapercentages zeer laag, tot wel 5 procent. Zelfs in september is op de zware grond 15 procent geen uitzondering in andere jaren.’ Volgens Koopmans levert de droogte nog geen problemen op bij de bietenoogst. De machines kunnen nu zonder structuurschade uitstekend werk afleveren.

Ook het Zuidwesten van Nederland heeft een prima eerste campagneweek achter de rug. ‘De laatste twee jaar zijn we zeer nat van start gegaan’, laat Ynego Brouwers van Suiker Unie weten. ‘De omstandigheden zijn nu perfect en het rooien gaat uitstekend. Beter dan dit wordt het niet.’ De opbrengsten liggen volgens hem in lijn met de verwachtingen van de bietenverwerker. Ook bij het tarrapercentage is dat het geval. Volgens Brouwers zijn de telers dik tevreden. ‘De bietenoogst startte in 2013 en 2012 op de Zeeuwse eilanden zeer moeizaam, met een tarrapercentage van 13 of 14 procent. Nu is dat 6 procent en het rooien gaat met weinig verliezen en geen structuurbederf.’

Ondanks de jubelstemming bij veel bietentelers is dat niet overal het geval. In Drenthe kon nog geen begin gemaakt worden en is de bietenoogst verder uitgesteld. De suikerbieten kregen in de provincie dit voorjaar meermaals met extreme regenval te maken. De groei loopt daarom flink achter op andere jaren. Bovendien komen traditioneel de meeste bieten in de voorlevering van de zwaardere kleigronden.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.