Met een opbrengstverwachting van 13,5 ton suiker per hectare is de eerste prognose van Cosun gelijk aan het vijfjaars gemiddelde, maar circa 11 procent lager dan vorig jaar. Of en hoeveel opbrengstvermindering er komt vanwege de droogte is nog onzeker.
In de loop van het verdere groeiseizoen kan de prognose nog neerwaarts of opwaarts worden bijgesteld. Cosun is bij de berekening uitgegaan van gemiddelde weersomstandigheden, maar eventuele stressomstandigheden kunnen een opbrengstverlagend effect hebben. Zo kan droogte op sommige plekken mogelijk tot opbrengstvermindering leiden. Er is de laatste week wel regen gevallen, maar er zijn grote regionale verschillen. Op sommigen plaatsen is nog geen regen van betekenis gevallen en op lichtere grond zal er nog beregend worden, deels ook de bieten.
Bladziekten lijken vooralsnog niet uit te breiden. Waakzaamheid en controle blijven geboden. De coöperatie merkt op dat het advies; niet spuiten als er geen bladschimmels aanwezig zijn, overeind blijft. Op sommige vroeg gezaaide percelen worden meer dan normale aantallen schieters waargenomen. Oorzaak ligt dan in de relatief lange koude periode die leidt tot vernalisatie en het schieten van de bieten. In de groeimodellen is behalve met het weer rekening gehouden met structurele verbeteringen in de teelt, onder meer door het gebruik van resistente rassen, een betere bestrijding van bladschimmels en minder bietverliezen als gevolg van beter kopwerk.
Per gebied en tussen percelen zijn de verschillen groot. De hoogste suikeropbrengst per hectare wordt verwacht in Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland (16,7) en in de Noordoostpolder (15,7). In Zeeuws-Vlaanderen (14,6), op de Zeeuwse Eilanden (14,7), West-Brabant (14,3) en Noord- en Zuid-Holland (14,2) ligt de prognose boven de 14 ton. De laagste suikeropbrengsten gelden op het Noordelijk Zand en Noordelijk dal/veen. Daarbij moet ik ogenschouw worden genomen dat in het verleden is gebleken dat de voorspelde regionale opbrengstcijfers minder betrouwbaar zijn dan het landelijk gemiddelde cijfer.
Het huidige seizoen kenmerkt zich tot op heden als een bietenjaar dat traag op gang kwam en af lijkt te koersen op een gemiddelde opbrengst. De gemiddelde zaaidatum kwam op 4 april en was daarmee ruim 1 week later dan 2014. Het voorjaar was relatief koud, droog en zonnig. Met name in noord Nederland was het kouder dan normaal (2 warme dagen t.o.v normaal 12). In het zuiden was het aanzienlijk droger dan normaal (tot 100 mm minder regen dan normaal). Het was ook aanzienlijk zonniger dan normaal (100 uur meer zonuren), maar voor het bietengewas had dat tot juni nauwelijks een positief effect. Immers de beginontwikkeling van de bieten is vooral afhankelijk van de temperatuur. De groeipuntdatum werd pas op 23 juni bereikt, twee weken later dan vorig jaar. Eind juni en begin juli waren de temperaturen hoog waardoor de droogte toenam en met name in het zuiden aanleiding gaf om te gaan beregenen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.