Graszaad helemaal top in teeltseizoen 2015

Teeltseizoen 2014-2015 blijkt een echt graszaadjaar te zijn. Zo omschrijft een teeltadviseur het. Het koude en droge voorjaar is voor de ontwikkeling van het graszaad juist prima. Het gevolg is veel zaadstengels en een mooie opbrengst. ‘Graszaadtelers zitten dit jaar met een glimlach op de combine’, zo wordt verteld.

Het areaal graszaad is de laatste jaren in Nederland stabiel. Volgens het CBS werd vorig jaar 12.000 hectare van het gewas geteeld. Bijna tien jaar eerder was dat nog ruim 27.500 hectare. Het areaal schommelt dit jaar tussen de 12 en 13.000 hectare. Dat is nodig om een goede prijs te kunnen realiseren. Wereldwijd is veel graszaad beschikbaar. Zaadbedrijven breiden het areaal dan ook minimaal of zelfs helemaal niet uit. Het zuiden van Nederland –met name Zeeland – is het grootste teeltgebied in Nederland.

Het weertype dit voorjaar heeft het graszaad in de kaart gespeeld. Een wat kouder en droog voorjaar zorgt ervoor dat het gewas minder blad en meer zaadstengels aanmaakt. Dat betekent een hogere opbrengst, wat in de praktijk ook de waarheid blijkt. ‘Pest je het gewas in de jeugd, dan pluk je daar de vruchten van wanneer het volwassen is.’ Zo omschrijft Joop Bouwkamp van Barenbrug de situatie. ‘Voor gerst geldt hetzelfde en ook daar zie je dit jaar goede opbrengsten’, weet hij. De tot nu geoogste rietzwenk, roodzwenk en veldbeemd laten allemaal hoge opbrengsten zien, melden zaadbedrijven.

Jan Ros van Innoseeds hoopt dat zaterdag de hoofdmoot van het gewas binnen is. Er wordt nu nog veel gemaaid om deze week te oogsten, zo laat hij weten. In het noorden is ongeveer 30 procent reeds geoogst, zonder dat veel nadrogen nodig was. ‘Graszaadtelers zitten dit jaar met een glimlach op de combine’, zegt hij.

Telers voor Barenbrug lijken iets verder gevorderd met de oogst. Bouwkamp schat dat na deze week nog slechts 10 procent hoeft te worden geoogst. Het noorden is iets later omdat het daar ook kouder is geweest. Droogte heeft daar niet voor problemen gezorgd, terwijl dat in het zuiden soms wel het geval is.

De muizenplaag – die zich heel het jaar al aan ons gras te goed doet – wordt pleksgewijs  in het graszaad geconstateerd. Maar, de schade is zeer lokaal. Vraatschade wordt landelijk waargenomen, maar dat levert niet meer dan enkele procenten opbrengstderving op. In het noorden zijn er plaatselijk meer problemen. Een enkel perceel wordt niet geoogst maar voor kuilgras gemaaid. Overigens lijkt het erop dat vroeg maaien ervoor zorgt dat de muizen vertrekken, is de ervaring bij Barenbrug.

Interesse in de teelt is er zeker, weten de bedrijven. Maar, zij streven ernaar het areaal stabiel te houden. Zo is een betere prijs te realiseren. Bouwkamp geeft aan dat er bij Barenbrug een klein beetje ruimte voor uitbreiding is. ‘Het areaal kan misschien stijgen tot 15.000 hectare’, meent Bouwkamp. ‘Ook bestaande telers breiden soms nog iets uit. Wereldwijd is veel graszaad beschikbaar, wat de markt onder druk zet.’

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.