De prijs voor een ton korrelmaïs is sinds afgelopen week verder uit elkaar gedreven in Chicago en Parijs. Het recent verschenen WASDE-rapport van het USDA is daar mede de veroorzaker van
Op de CBoT in Chicago had de future voor korrelmaïs er begin week 41 juist goed de benen in, met een hoogtepunt van 146,33 dollar per ton. Dat niveau werd voor het laatst in week 30 behaald. Dat hoogtepunt werd gevolgd door een kleine koersval, naar 140,64 dollar per ton.
Aan de Matif in Parijs blijft de prijs voor een ton korrelmaïs langzaam doorstijgen. Aan de start van week 42 staat de koers op 166,75 euro per ton voor het novembercontract. Die prijs werd voor het laatst in week 38 bereikt. Aan de start van week 41 begon de koers op 163,75 euro per ton. Halverwege de week vlakte de prijs iets af, om vervolgens iets hoger uit te komen. Grote verschillen zijn het echter niet.
Wellicht dat die lichte koersstijging is te wijten aan recente opbrengstcijfers van de officiële Franse statistische dienst Agreste. In het laatste rapport wordt geschat dat de opbrengst van korrelmaïs gemiddeld 28 procent lager uitkomt ten opzichte van recordjaar 2014. Het totale volume maïs in het land komt naar schatting uit op 13,3 miljoen ton. De verschillen per gebied zijn echter groot. Dat heeft ondermeer met beregening te maken.
In sommige Oost-Europese landen is de korrelmaïs nog zwaarder getroffen dan in Frankrijk en Duitsland. In het zuidwesten van Polen regende het al maanden niet, waardoor de opbrengsten soms niet verder komen dan 2 tot 3 ton per hectare. Bijna 75 procent lager dan normaal is. Onder andere Hongarije en Tsjechië hebben daar ook mee te maken.