Grote onzekerheid nekt handel op voermarkt

De problemen in de melkveehouderij vinden vooral hun weerslag in de handel van snijmaïs. Daar is het nog altijd ongewoon stil. Toch klinken er vanuit steeds meer hoeken geluiden die aangeven dat de handel over een dikke maand op gang moet gaan komen. Iets wat vooral een logisch gevolg is van een grotere veestapel en de beschikbaarheid van voer.

Het bewijs dat er lang niet overal voldoende voer op de voerplaat ligt wordt geleverd middels de berichten dat de eerst melkveehouders de eerste snede al opgevoerd hebben. Het grote knelpunt zijn echter de financiële middelen. Daarbij beginnen op de eerste plaatsen de mestputten aardig vol te lopen en moet daar ook een oplossing voor gevonden worden. 

Een magere handel maakt het lastig om een maïsnotering samen te stellen. Als indicatie geldt nog steeds 58,50 euro per ton franco boerderij. Voor hele goede maïs kan de prijs oplopen naar 60 euro. Gemiddeld is de maïs van oogst 2015 in vergelijking met 2014 van mindere kwaliteit. 

Stro is prijshoudend. Daar gaat de handel gestaag door. Tarwestro blijft staan op 105 euro per ton franco boerderij, tegen een prijs van 115 euro per ton voor gerstestro. 

Weidehooi beweegt zich tegelijkertijd tussen de 160 en 180 euro franco boerderij. Hiervan is het aanbod in vergelijking met andere jaren krap, maar er is nog wel aan te komen. Grotere variatie tonen de prijzen van graszaadhooi. Die bewegen tussen de 120 en 150 euro per ton franco boerderij. De hoogste prijs komt voor rekening van roodzwenk. 

Voeraardappelen blijven staan op 35 tot 40 euro. Een aantrekkelijk product, bij een stevige prijs.