China en geld voor minder melk zetten de toon

Nog geen week nadat bekend werd dat FrieslandCampina geld ging betalen voor minder melk sloeg de ijzel toe. Voor 450 melkveehouders houdt het in dat de melk de put in kon, doordat de zuivelaar het niet veilig genoeg op de weg vond om de melk op te halen. Dit komt neer op 15 procent van de leden in de provincies Drenthe, Friesland en Groningen. Niet bekend is om hoeveel melk het gaat. 

Een samenloop van omstandigheden die de tongen in beweging zet. Zo wordt er gesproken over de vraag of die premie nog wel nodig is, waar andere zich zorgen maken over waar het geld vandaan gaat komen. Als er al het vermoeden bestaat dat de melkprijs gaat dalen is het des te meer reden voor melkveehouders om vooral niet te remmen. 

Tot nog toe duiken er geen andere verhalen op over melk die niet opgehaald kon worden. DOC Kaas, A-Ware en Rouveen rijden door. Hoewel de melk soms wel een andere bestemming krijgt dan eerder gepland was. Het weer levert hier een unieke situatie op die zich al bijna 28 jaar niet meer heeft voorgedaan. Overigens zijn de problemen in buurland Duitsland net zo groot.  

Tegelijk houdt kou doorgaans in dat koeien iets meer energie gaan gebruiken om zichzelf warm te houden en iets minder melk gaan leveren. Het houdt in dat de melkproductie waarschijnlijk ietsje daalt, zover kalfkoeien dit niet compenseren. 

De nationale ontwikkelingen, maar op het internationale speelveld wordt ook gepraat over de actie van FrieslandCampina. Waarschijnlijk omdat ander nieuws door de recente feestweken ontbreekt. Het staat symbool voor de melkstroom waar Europa mee te maken heeft. Het tekent ook het sentiment. Dit kon al niet veel hebben, maar betalen voor minder melk zet kopers al helemaal in pauzestand. 

Daar bovenop kreeg de Chinese beurs een zware klap te verwerken. Hoewel de beurs nu weer opkrabbelt, is het een goede waarschuwing met betrekking tot de vraag uit deze hoek. Of het nog niet voldoende was eindigde de Global Dairy Trade voor juni en juli ook nog eens in het rood. Om het plaatje compleet te maken zijn er ook nog ontwikkelingen rondom IS, Turkije, Saoedi-Arabië en Iran. 

Door alles wat er speelt zijn de stabiele Nederlandse noteringen voor melkpoeder een goed begin. Magere melkpoeder blijft staan op 167 euro per 100 kg en volle melkpoeder doet 210 euro per 100 kg. 

Alleen boter begint met een verlaging van 8 euro. Het zet de prijs terug naar 275 euro per 100 kg. Op zich geen opmerkelijke ontwikkeling. Door de jaren heen laat boter na stabiele decemberprijzen vrij vaak in januari een daling zien.  Alleen wei werd een euro duurder en komt uit op 51 euro per 100 kg. 

Duitsland heeft nog geen noteringen. 

In Europa staat het licht op groen voor een stabiele melkprijs, maar in Nieuw-Zeeland neemt het risico op een lagere melkprijs toe. Nu februari al op de borden staat is het melkjaar over de helft heen en de magische grens van 3.000 dollar per ton voor volle melkpoeder is na twee positieve veilingen weer verder uit het zicht verdwenen. 

Interne vraag moet de melkprijs gaan redden. Hier profiteert Europa van een lagere olieprijs die wellicht de economie verder kan aanjagen.