In Europa is er veel te doen omtrent TTIP, de Trans-Atlantische handelsovereenkomst, maar ook de Amerikaanse zuivelsector volgt de ontwikkelingen met grote zorgen. Zij zijn bang dat het oneerlijke speelveld waar ze nu al hinder van ondervinden nog veel oneerlijker gaat worden bij een overhaaste overeenkomst.
Nog dit jaar proberen de VS en Europa tot overeenstemming te komen over TTIP. Het betekent dat er haast gemaakt moet worden en daar maakt de Amerikaanse zuivelsector zich zorgen over. 'Haast en een handelsovereenkomst gaan niet samen.'
Tom Suber, president van de Amerikaanse Export Raad (USDEC), laat in zijn column weten dat er geen overeenkomst moet komen zonder dat de bestaande belemmeringen verdwenen zijn en er nieuwe voor in de plaats komen. 'Een slechte deal is veel erger dan geen deal.'
USDEC staat niet alleen in zijn zorgen bij de haast rondom TTIP. Zij vindt steun bij de National Milk Producers Federation en de International Dairy Foods Association. Gezamenlijk brachten ze in een persbericht naar buiten blij te zijn met de hulp van een groep senatoren die de onderhandelaren gevraagd hebben hun poot stijf te houden bij de onderhandelingen als het gaat om de agrarische belangen.
Vandaag de dag is het zo dat Europa volgens de Amerikanen ruim 1 miljard dollar meer verdient aan de handel in zuivel dan de Amerikanen. Een direct gevolg van de vele belemmeringen die Europa opgeworpen heeft voor de export van zuivel. 'Niet omdat wij inferieure producten hebben of omdat we niet weten hoe we moeten exporteren.'
De zaken die de Amerikanen in TTIP vrezen zijn: Origine labels, een verbod op zuivel en vlees van gekloonde dieren en dierwelzijnseisen. De Amerikanen willen juist een makkelijker manier om aan de benodigde certificaten te komen. Zij hebben daarbij geen behoefte aan eisen zoals dierwelzijn die niet wetenschappelijk onderbouwd worden.
Daar blijft het niet bij, want de sector hekelt ook de hoge tarieven voor producten die buiten het quotum vallen. De meeste zorgen zijn er echter over de stappen die Europa zet om merknamen te beschermen, oorsprongbescherming. Namen die op de lijst staan zijn onder meer: Asiago, feta, gorgonzola, munster en parmezaan. Via deze stap kan Europa de Amerikanen effectief verbieden om namen te gebruiken die alweer decennia lang gehanteerd worden. Tegelijk kan daarmee de export van deze producten op derde landen stilgelegd worden.
Vooral het laatste onderwerp is een heet hangijzer. Een bron bij de Europese Commissie heeft al door laten schemeren dat de houding van Europa richting varkens, pluimvee en rundvlees gaat afhangen van de concessies die de Amerikanen doen op het gebied van oorsprongbescherming (GI).
Op 14 juli wordt in Brussel verder gepraat, maar klopt het beeld wat de Amerikanen schetsen dan hoeft de Europese zuivelsector zich nog geen zorgen te maken. Wel of geen overeenkomst, de zuivel ondervindt er nog geen hinder van.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.