Een blik op de melkaanvoer in de Europese Unie (EU) over juni laat voor het eerst sinds april 2015 een lagere melkproductie zien. Van de grote zuivelproducenten was het dan ook alleen Nederland nog die meer melk dan een seizoen eerder produceerde. In juli zet deze trend verder door.
In juni en juli kan op veel plaatsen in de Europese Unie nog steeds niet van zomer gesproken worden. Op een korte warme periode na, wisselen droge dagen zich af met hevige regenbuien. Alleen in Polen is het extreem droog geweest.
Het bijzondere weer in combinatie met een lage melkprijs werken door in de melkproductie. Het Verenigd Koninkrijk neemt hierin het voortouw, maar ook Polen, Duitsland en Frankrijk melden minder melk. Waarbij het in Duitsland waarschijnlijk maar om een minimale daling gaat.
Een rekensom leert dan dat over juni de melkproductie in de 28 lidstaten waarschijnlijk 1 procent onder de lijn van een jaar eerder uitkomt. Dit is een zeer minimale daling, maar het betekent wel het einde van de groei van de melkplas. Daarmee kan ook gesteld worden dat de Europese melkaanvoer zolang prijzen laag blijven het hoogst haalbare punt heeft gezien.
Het betekent dat de dalende trend die in april 2016 in gang werd gezet doorzet. Problemen in de gewasgroei in Noord-Frankrijk, België en Zuid-Frankrijk, als gevolg van waterschade, geven zicht op een verdere productiedaling. Over het eerste kwartaal schreef de EU nog een plus op van 5,7 procent, in het tweede kwartaal was daar maar een plus van 0,6 procent van over. Onder de streep leverde de eerste helft van 2016 3 procent meer melk op dan het seizoen ervoor.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.