Het vorige week gepresenteerde fosfaatreductieplan verdient navolging, al was het maar omdat er nu wel genoeg kikkers uit de kruiwagen zijn gesprongen en het de hoogste tijd is om de rijen te sluiten. Het blijft pijn doen maar met de huidige plannen wordt de pijn zo eerlijk mogelijk verdeeld.
Dankzij Groot Vee Eenheid (GVE) reductie als alternatief voor melkmindering is er nu wat te kiezen. Bovendien is er ook nog het voerspoor. Maar dat is een dood spoor. Dat was het al een tijdje en op deze manier zal dat zo blijven. Daarmee schiet ik het fosfaatreductieplan niet af, want het voerspoor levert de kleinste bijdrage aan de fosfaatreductie in de berekeningen.
Maar het moet wel gezegd worden; anders is het niet meer dan 'window dressing' en zitten we over een jaar weer met dezelfde discussie, als blijkt dat dan de doelen weer niet gehaald zijn. Vergelijkbaar met het Convenant Weidegang, dat enkele jaren geleden werd getekend. Naar de buitenwereld toe lijkt het alsof de trend om op te stallen tot staan wordt gebracht, maar in werkelijkheid was er geen enkele garantie dat het ook werkelijk gebeurt. De officiële tekst uit het fosfaatreductieplan over het voerspoor luidt:
De diervoederbedrijven verenigd in brancheorganisatie Nevedi hebben zich gecommitteerd in 2017 om de gehaltes aan bruto fosfor in het mengvoer verder te verlagen. Zij hebben daarvoor de bestaande 'overeenkomst verbeteren mineralenefficiency via het voerspoor', die is gesloten met de sectorpartijen NZO, LTO Nederland en de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus (VLB), aangescherpt. De aanscherping betreft mengvoeders voor melkvee die in 2017 gemiddeld 4,3 gram bruto fosfor per kilogram voer bevatten. Aanvullend wordt door betrokken organisaties onderzocht of op het niveau van het totale voerrantsoen nadere afspraken mogelijk zijn. Hierbij worden de opties nagegaan op het individuele melkveehouderijbedrijf en in het bijzonder de mogelijkheden om de aankoop van enkelvoudige grondstoffen en/of vochtrijke bijproducten uit de levensmiddelenindustrie beter te managen en te sturen op fosfor in een totaalrantsoen benadering, dus inclusief ruwvoer.
In het plan wordt deze tekst niet nader uitgewerkt. Wel is duidelijk dat de aankoop van enkelvoudige grondstoffen en bijproducten pas aan de orde komt als de doelstellingen voor vermindering van fosfaat in mengvoer niet worden gehaald. Zonder monitoring van de verkoop van mengvoeders gaat er geen fosfaatreductie plaatsvinden. Er wordt immers op individueel bedrijfsniveau niet gestuurd op ruw eiwitgehalte in het totale rantsoen. Hooguit een beetje via het ureumgetal in de melk. Alleen een fosfornorm voor het totale rantsoen op individueel bedrijfsniveau biedt perspectief. Want ook het ruwvoer kan aanzienlijk variëren in fosforgehalte, zo is gebleken.
Een maximum eiwitgehalte in de melk invoeren is natuurlijk ondenkbaar. Het eiwitgehalte bepaalt de melkprijs. Of het nu om vlees of melk gaat, gas geven doe je door meer eiwit en dus meer fosfor te voeren. En bij een melkprijs van 40 cent wil je wel gas geven, zeker als er gaten gedicht moeten worden. De ontsnappingsroute die de GVE reductie biedt is nu door FrieslandCampina geblokkeerd, vanwege de instelling van het tijdelijke fabrieksquotum. Je kunt bij hen niet extra gaan melken door gas te geven met een soja-raapmengsel en de minste koeien en het jongvee van 1-2 jaar weg te doen. Overstappen naar een andere fabriek is gezien het verschil in melkprijs ook niet aantrekkelijk.
Een tip aan de mengvoerindustrie: Kijk eens kritisch naar de bijdrage van het fosfaatrijke maar prijstechnisch interessante koolzaadschroot. Zet het mes in raapschroot. Deze stroom gaat toch binnen vijf jaar opdrogen, want de Europese Unie gaat de regels voor het bijmengen van biodiesel aanpassen. De Duitse vereniging van oliehoudende zaden producenten hoopt dat tegen te houden, maar dat zal niet baten. Ze krijgen hooguit een nieuw afzetkanaal richting de markt voor GMO-vrij krachtvoer. In Nederland speelt dat zuivelsegment (nog) nauwelijks een rol.
Wordt het fosfaatreductieplan zonder het veevoerspoor geen succes? Dat is helemaal niet gezegd. Doorslaggevend is de rol van de banken. Zij bepalen met de hoogte van het voorschot voor de verkopers van (toekomstige) fosfaatrechten en de financiering van diezelfde fosfaafrechten en bijbehorende grond hoeveel bedrijven er gaan stoppen. De Rabobank is van plan als voorschot de prijs van varkensrechten te betalen, plus 20 procent. Dat betekent omgerekend een bedrag van ruim 2.000 euro per koe, inclusief de opbrengst van de koe. Wat doe je als stopper met dat geld, wat krijgt de fiscus ervan mee en wat levert de verkoop/verhuur van grond op? Melken voor 40 cent hou je nog wel even vol, ook als je van plan bent binnen afzienbare tijd te stoppen. De stoppersregeling moet onweerstaanbaar zijn, want het voerspoor zoals het er nu ligt is geen knip voor de neus waard.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10872759/Is-het-voerspoor-een-dood-spoor-in-fosfaatreductieplan?]Is het voerspoor een dood spoor in fosfaatreductieplan?[/url]