Ook vleesvee krijgt hulp
Er ontstaat hoop in kwestie grondgebondenheid fosfaat
Het fosfaatreductieplan 2017 brengt een aantal grote uitdagingen met zich mee die op de korte termijn geregeld moeten worden. Cruciaal is dat bedrijven die melk leveren en bedrijven met runderen die geen melk leveren voor 1 april bezwaar maken als gegevens niet kloppen. Er is hoop in de kwestie grondgebondenheid en de referentie voor niet melk-producerende bedrijven.
Op de dag van de verkiezingen vraagt Jaco Geurts (CDA) nogmaals per brief aan staatssecretaris Martijn van Dam of iedereen zijn referentie voor de Regeling fosfaatreductieplan 2017 ontvangen heeft. Een vraag waarop ook Boerenbusiness graag het antwoord wilde weten.
Goed opletten
Zowel Kees Romijn (vakgroep melkveehouderij LTO), Bart van der Hoog (NAJK portefeuille melkveehouderij) als Lubbert van Dellen (Accon avm) geven aan dat melkveehouders via Melkweb bij de basis informatie kunnen. Van der Hoog vult aan dat de referenties voor 2 juli 2015 en 1 oktober 2016 er op staan, maar dat de actuele dieraantallen op basis van het I&R ontbreken. Het is goed opletten, want niet bij iedereen klopt de informatie'. Tot 1 april kan er bezwaar gemaakt worden.
Voor melkveehouders is het belangrijk om alert te blijven. Waar de fosfaatrechten vanaf 2018 op basis van de codes 100, 101 en 102 vastgesteld wordt, verloopt de regeling fosfaatreductie 2017 via I&R. Van Dellen noemt als voorbeeld een stier- of vaarskalf. 'Voor de fosfaatrechten is dat code 101, ongeacht het geslacht. Dit geldt niet voor I&R. Een ander voorbeeld is een melkkoe. Voor I&R zijn dat alle koeien die een keer afgekalfd hebben, maar in de code wordt onderscheid gemaakt tussen een keer kalveren en daarna weiden (120) en een een reguliere melkkoe (100).'
Grondgebondenheid nog niet geregeld
Iets wat nog niet geregeld is, zijn de overdrachten van melkveebedrijven binnen of buiten de familie en de aan- en verkopen van melkveebedrijven. 'Dit heeft gevolgen voor de grondgebondenheid', aldus Van der Hoog. Van Dam beloofde tijdens de laatste Landbouwraad snel met een oplossing te komen. Het verschil tussen grondgebonden en niet-grondgebonden is een korting van 4 procent voor de peildatum van 2 juli 2015. De grondgebonden bedrijven worden niet gekort.
Van Dellen heeft hoopvol nieuws hierover: 'Aan het einde van deze week hopen we meer duidelijkheid te hebben over registratie, overdracht en/of een specifiek meldpunt.' Hij schat in dat de digitale meldingen vanaf september 2016 nog verwerkt moeten worden door RVO. Het lijkt niet veel, maar het gaat om 'een fors aantal'. 'Ook zijn er begin 2017 verkopen van melkveebedrijven geweest met overdracht GVE referenties, waarvoor de zaken nog geregeld moeten worden', aldus van Dellen.
Geurts vraagt mede vanwege deze losse eindjes of Van Dam overweegt om de start van de regeling fosfaatreductie uit te stellen. Echter, vanuit de sector zelf klinkt er vertrouwen dat de problemen nog op tijd opgelost kunnen worden en bezwaren voorkomen kunnen worden.
Als reactie op de kritische noten op het handelen van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geeft Van Dellen aan dat het te maken heeft met de opzet van de dienst. 'De instantie is opgezet om gegevens achteraf te registreren en te verwerken. Doorgaans gaat dat goed, maar in het geval van het fosfaatreductieplan wordt de actualiteit geëist en daarop is de organisatie niet ingericht.' Er wordt actief vanuit de sector meegedacht om zaken tijdig op te lossen en knelpunten, een korting op melkgeld april wat niet terecht is, te voorkomen.
15
december
Onverwachte referentie niet-melkproducerende bedrijven
Een andere groep die middels de ministeriële regeling te maken kreeg met een onverwachte referentie zijn niet-melkproducerende bedrijven. Daarvoor verschoof de referentie van 2 juli 2015 naar 15 december 2016. Wat voor bijvoorbeeld opfokkers van jongvee en zogenaamde vetweiders grote gevolgen heeft. Ook daar verwacht Van Dellen binnenkort iets beter nieuws. 'Voor niet-melkproducerende bedrijven verwacht ik binnen enkele dagen een nadere handreiking omtrent de datum 15 december 2016 en enkele andere alternatieve data.'
Naast deze onderwerpen vraagt Geurts aandacht voor startende bedrijven, bedrijven die door de regeling financieel in zwaar weer terechtkomen en de problemen rondom fokveedagen. Ook is er nog geen nieuws rondom de instelling van de commissie die een advies gaat geven over de knelgevallen.
Achter de schermen wordt al veel werk verzet, maar er is ook nog genoeg te doen. Het belangrijkste voor (melk)veehouders is dat ze voor 1 april 2017 zich kunnen melden bij RVO als ze denken een knelgeval voor de fosfaatreductieregeling te zijn. Hopelijk komt er de komende dagen nog nadere informatie over nog te verwerken gegevens bij RVO. Door de hoogte van de boete kunnen niet kloppende gegevens namelijk veel geld gaan kosten.
Herma van den Pol
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
