Column Alfred Jansen

Vraag, aanbod en emotie op grondmarkt

23 Augustus 2012 - Alfred Jansen

De prijzen op de agrarische grondmarkt liggen sinds 2009 op een hoog niveau. Het lijkt logisch dat de prijs gaat dalen of is het juist een opmaat voor nog hogere prijsniveaus?

De vraag naar grond is de afgelopen jaren groot en is nu ook nog groot. De mestwetgeving en de afschaffing van het melkquotum maakt het voor melkveehouders interessant, zo niet noodzakelijk, om grond bij te kopen (of pachten) als zij willen groeien. Voor een deel van de melkveehouders helpt extra grond om het huidige aantal dieren te behouden. De kosten van mestafzet of mestverwerking zijn dan een belangrijke factor voor de prijs die voor grond kan worden betaald.

Met de huidige graanprijzen kunnen akkerbouwers (eindelijk!) weer iets geld verdienen met het verbouwen van tarwe. Waar het in het verleden een noodzakelijk kwaad was, is het nu een gewas die bijdraagt aan het inkomen. Akkerbouwers zijn daarom bereid grond bij te kopen of te pachten, immers met extra grond valt geld te verdienen.

De varkenshouderij kent slechte tijden en kan daarom niet in grond investeren. Echter, een varkenshouder bij mij in de buurt gebruikt zijn grond niet alleen voor mestafzet, maar ook voor de productie van CCM. Daarmee kan hij voor 40 procent in zijn voer voorzien. In deze tijden een groot voordeel. Hij kan op deze manier zijn grond goed verwaarden.

Organisaties als Staatsbosbeheer en DLG zijn voornemens om grond te verkopen (in plaats van kopen!). Dit kan voor een daling van de grondprijs zorgen. Volgens sommigen een grote daling. Ik geloof daar niet in. De totale oppervlakte die zij willen verkopen over een periode van vijf jaar is ongeveer 7.000 hectare (berekend op basis van verwachte financiële opbrengst). Dit lijkt veel, maar dat is ongeveer 5 procent van de totale oppervlakte die er in vijf jaar in Nederland wordt verhandeld.

Ik sprak een opzichter van Staatsbosbeheer en hij gaf aan dat de grond die Staatbosbeheer gaat verkopen voor veel agrarische ondernemers niet interessant is. De courantheid van de meeste grond is gewoon matig. Dit geldt ook, weliswaar in mindere mate, voor de gronden die DLG gaat verkopen. En bedenk: in vijf jaar kan er veel veranderen, vooral in de politiek.

De belangrijkste factor voor de prijsvorming is emotie. Een mens is een kuddedier, als er een paar grond kopen dan wil de rest dat ook. Want dan hoor je erbij.  Midden jaren zeventig van de vorige eeuw verdubbelde de grondprijs in een paar jaar tijd (van 1974 tot 1976). De grondprijs bleef daarna twee jaar redelijk stabiel, om vervolgens weer te halveren in vier jaar tijd (van 1979 tot 1983). Allemaal emotie of misschien moet ik zeggen gezonde emotie. Omdat degene die midden en eind jaren zeventig grond kocht wel op niveau was, toen de melkquotering kwam.

Met de huidige graanprijzen en de goede pachtprijzen die voor goed courant bouwland worden betaald, is het huidige grondprijsniveau hoog maar niet te hoog. Percelen waar uitsluitend gras kan worden verbouwd of oncourante percelen zijn te hoog geprijsd. Daar verwacht ik een daling. Maar, als u een goed gevoel heeft bij een perceel grond, luister dan niet naar mij en koop de grond.


Alfred Jansen
Directeur en rentmeester De Mediaan

Alfred Jansen

Alfred Jansen is bestuurder veiligheid en pacht bij LTO Nederland, rentmeester en hij heeft een boerderij met kalveren en akkerbouw. In zijn opinies schetst hij de ontwikkelingen in de markt van agrarisch onroerend en dierrechten.

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden