Nederland telt enkele honderdduizenden arbeidsmigranten, veelal uit Midden- en Oost-Europa. Dit aantal zal, mede door de vrije toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt voor burgers uit Bulgarije en Roemenië vanaf 2014, alleen maar groeien.
De gestage groei van deze groep (seizoensgebonden) arbeidsmigranten resulteert er in dat de vraag naar flexibele vormen van huisvesting verder toeneemt. In de praktijk blijkt vaak dat het aanbod van kwalitatief en kwantitatief voldoende huisvesting problematisch is. Daarbij valt te denken aan de in de media breed uitgemeten zaak van een aspergeteeltster uit Someren, en de situatie in het Westland. Meer en betere huisvesting voor arbeidsmigranten is niet alleen wenselijk, maar ook noodzakelijk.
Nederland is echter nog niet ingesteld op de grote vraag naar huisvestingsvormen voor korte duur die aansluit op de behoefte en het budget van de arbeidsmigrant. Met name dat laatste, het budget, speelt hier een grote rol. Arbeidsmigranten kiezen er vaak zelf voor om met zoveel mogelijk collega’s in een kleine ruimte te verblijven die niet ingericht is voor dat doel. De werkgever, die toch meestal verantwoordelijk wordt gehouden voor het zorgen voor huisvesting, zit anderzijds ook niet te wachten op onnodig hoge huisvestingskosten. De overheid neem het standpunt in dat gemeenten met werkgevers en huisvestingorganisaties (in driehoeksverhouding) moeten zorgen voor betaalbare en kwalitatieve huisvesting. Dit is in de praktijk echter makkelijker gezegd dan gedaan.
In de regio Zuidoost-Brabant is in antwoord daarop vorig jaar een zogenoemde regionale verklaring ontwikkelt die onder meer stelt dat huisvesting in het buitengebied op het bedrijf, zoveel mogelijk moet worden beperkt en dat een ontkoppeling van werken en wonen moet worden gestimuleerd. Nieuwe huisvestingsituaties in het buitengebied, dicht bij of op het bedrijf wordt op den duur niet meer vergund door de gemeente. Dit komt er op neer dat de werkgever moet zorgen voor (dure) huisvesting in het dorp of de stad en hoewel verantwoordelijk, geen enkel toezicht meer heeft op zijn werknemers. Bij gebrek aan voldoende draagkracht binnen deze verschillende gemeenten wordt al gewerkt aan een opvolger voor deze regionale verklaring.
In Noord Holland daarentegen heeft de provincie de gemeenten juist meer ruimte gegeven voor huisvesting op het erf. Daar zijn ze weer overtuigd van de vele voordelen die huisvesting op het erf biedt. De verscheidenheid in (provinciale) regelgeving in dezen is in mijn ogen ongewenst. Om meer grip te krijgen op de problematiek van de arbeidsmigranten is op landelijk niveau de benodigde huisvestingsplekken voor arbeidsmigranten geïnventariseerd. Daartoe werd de Gemeentelijke Basis Administratie en de polisadministratie van het UWV geraadpleegd.
Hoewel een ieder die in een periode van zes maanden ten minste vier maanden in Nederland verblijft zich verplicht moet inschrijven in het GBA van de gemeente, is bij lange na niet iedere arbeidsmigranten ingeschreven. Hoewel dit overigens wel een mogelijkheid is om de plicht tot betaling van toeristenbelasting te voorkomen. En niet iedere ingeschreven arbeidsmigrant schrijft zich vervolgens weer uit. De GBA is met andere woorden geen weergave van de werkelijkheid.
Politiek Nederland bedenkt in dergelijke situaties gewoon een nieuw systeem. Arbeidsmigranten zullen zich in de toekomst moeten gaan inschrijven in het register ‘Registratie van Niet-Ingezetenen (RNI)’. In de RNI moeten komen te staan de naam, het geslacht, de geboorte, de nationaliteit, het verblijfsrecht en het woonadres van de niet-ingezetene. Het wetsvoorstel (Wet Basisregistratie Personen) voor de invoering hiervan is op 2 juli 2013 door de Eerste Kamer aangenomen. De daadwerkelijke invoering van de RNI moet in december 2013 plaatsvinden.
Denken zij nu echt dat dit gaat werken en dat het RNI in tegenstelling tot het GBA wel een correcte weergave van de werkelijkheid gaat worden? Denken zij zo echt grip te krijgen op de huisvestingproblematiek en lost dit op waar en onder welke omstandigheden de arbeiders wonen? Wordt wakker, zou ik hen willen roepen.
Huisvesting van arbeidsmigranten moet mogelijk zijn op of in de directe nabijheid van het bedrijf. Formuleer minimale huisvestingseisen en controleer die steekproefsgewijs.
mr. Erik Marcus
Eigenaar Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau LLP
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/columnisten/erik-marcus/item/10836951/Zorg-voor-huisvesting-van-agrarische-arbeidsmigranten]Zorg voor huisvesting van agrarische arbeidsmigranten[/url]