In de eerste dagen van oktober woonde ik het tweejaarlijkse COPA-Cogeca congres in Budapest bij. Omdat ik er een lezing mocht houden, maar het was ook een goede gelegenheid om eens in de keuken te kijken hoe Europese boerenvertegenwoordigers tot gezamenlijk beleid komen. En proberen hun invloed aan te wenden op de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Ministerraad
Dat gebeurt professioneel. Zo’n congres is een forse logistieke uitdaging en zowel landbouwcommissaris Dacian Ciolos als Paolo de Castro, de voorzitter van de landbouwcommissie van het Europees Parlement, werden vakkundig door boerenbestuurders aan de tand gevoeld.
De commissaris kwam niet met lege handen, hij had nagedacht over een ‘equivalentie-principe’. Hij wil niet aan een menu, waarin elke regio maar kan kiezen wat voor milieu- en andere vergroeningsmaatregelen zinvol wordt geacht. Maar Ciolos accepteert dat er veel verschillen in Europa zijn. Wat hem betreft mogen groepen agrarische ondernemers met een plan komen, dat op de indicatoren voor vergroening minstens zo goed scoort als de EU-maatregelen. Dat plan mag dan worden uitgevoerd met verkrijging van de directe betalingen.
Het komt allemaal nog op papier maar aan de tand gevoeld door LTO-voorzitter Albert-Jan Maat, gaf Ciolos aan dat dit ook mogelijkheden biedt voor certificeringsprogramma’s. Dat is mijns inziens winst: bedrijven als FrieslandCampina of Cosun en ook natuurorganisaties kunnen dan certificeringsprogramma’s (a la Weidemelk of Veldleeuwerik) bedenken, die de door de EU beoogde milieuwinst veiligstellen.
Met de mogelijkheid dat de producten uit die programma’s ook nog een plusje in de winkel opleveren. Ook is het winst dat controle op die schema’s via private certificeringsprogramma’s vaak goedkoper is dan alle overheidscontrole. Het helpt de overheid ook om kleiner te worden.
Toch blijft er genoeg te klagen over de voorstellen voor het nieuwe landbouwbeleid. Het parlement heeft dan ook al 8.000 amendementen ontvangen. Op mij maakt het de indruk dat de generaals met verplichte ecologische set aside, diversificatie-eisen (telen van 3 gewassen) en veel administratieve lasten de vorige oorlog aan het voeren zijn. Maar daar ten onrechte wel het nieuwe etiket van voedselzekerheid opplakken.
Europa schreeuwt om groene groei, innovatie, minder import en meer export. In de tweede pijler wordt daar wel veel meer aandacht aan besteed dan voorheen, maar mocht het budget van de EU komende maanden worden gekort, dan is dat het eerste dat gevaar loopt.
Blijkbaar moet er nog heel wat water door de Donau stromen voor een forse vernieuwing van het beleid, al lijkt voor de periode tot 2020 de pap gestort. Langzamerhand wordt het tijd voor een denktank voor de volgende echte hervorming.
Krijn J. Poppe
Econoom met een analyserende blik op de landbouw
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.