Column Pascal Philipsen

Innovatiekracht Nederlandse landbouw ver te zoeken

17 Februari 2013 - Pascal Philipsen - 1 reactie

Nederland verkwanselt haar leidende positie op het gebied van landbouwkennis als de ratrace om lage-kosten-voedsel aanhoudt. De verdere schaalvergroting en intensivering op het Nederlandse platteland is volgens velen een noodzakelijk kwaad om internationaal te kunnen blijven concurreren. Daarmee wordt indirect de keuze gemaakt om de blauwdruk niet te vervolmaken. Een wetenschappelijke landbouwkennis blauwdruk om voedseltekorten in de wereld te voorkomen. Een gemiste kans voor Nederland, maar vooral voor de rest van de wereld.

Onze huidige economische en industriële stelsel is doorspekt met korte termijn. En berust op hebzucht, macht en geld. Ons dagelijkse bestaan is gemodelleerd op de leest van groei. Het is niet anders in de wereld van de voedselproductie. Het model van schaalvergroting  en kostenverlaging toegepast in de Nederlandse land –en tuinbouw heeft veel welvaart gebracht.  Het industriële productiemodel is de basis geweest voor onze huidige hoogproductieve landbouw met haar veilige, beschikbare en betaalbare landbouwproducten.

Nederland is tweede grootste exporteur van agrarische producten in de wereld. Zo’n 75 miljard euro wordt aan waarde uitgevoerd. De toegevoegde waarde van het agro-complex is becijferd op 52,2 miljard euro. Dat is tien procent van de Nederlandse economie en ook ruim tien procent van de werkgelegenheid in ons land. Indrukwekkende cijfers waar we niet omheen kunnen, maar de rek is er langzaam uit. Landbouwgrond wordt schaars in Nederland en intensiever dan intensief wordt een lastige opgave.

De tijd is aangebroken om de balans op te maken en tot de conclusie te komen dat het Nederlandse plafond is bereikt. Het wordt hoog tijd om ons collectieve hoogontwikkelde agrobrein te benutten om echte grote stappen te maken op het wereldtoneel. Nederland heeft alle ingrediënten om koploper te worden in het ontwikkelen van voedseloplossingen in de wereld. Het is een unieke kans en tegelijkertijd een uitdaging van wereldformaat die we als Nederlandse agrofoodsector moeten aangrijpen.

Agrarische wetenschapsinstituten, voerindustrie, agrarische toeleveranciers, adviesbedrijven, agrarische ondernemers, veredeling –en geneticabedrijven, kunstmestfabrikanten en voedselverwerkers moeten zich ontketenen van polarisatie en snelle commerciële gewin en the-big-picture gaan zien voordat het te laat is. En de schijninnovatie moet stoppen: bedrijven die zich (financieel) verbinden met vernieuwende kleinschalige kennistrajecten –en projecten. Niet om zoden aan de dijk te zetten, maar om goede sier te maken met termen als duurzaamheid en streekgebonden voedsel.

Vooruit er zijn vorig jaar stappen gezet: het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken.  Zo is er de topsector Agri&Food waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen werken aan innovatie. Maar nochtans lijkt dit op een luchtkasteel waarin out-of-the-box innovatie geen ruimte heeft.

Vanuit de welvarende landen in de wereld is de internationale concurrentieslag volop aan de gang. Wie kan zo goedkoop mogelijk eten produceren. De wedijver van lage kostprijsstrategie eist zijn tol op lange termijn. Dezelfde termijn waarop een immense groei van onze wereldbevolking op de menukaart staat: 9 miljard in 2050. Op papier slechts een klein getal onder de tien en dat pas over vijfendertig jaar. Waar maken we ons druk om?

Een kleine groep mensen in de wereld maakt zich hier druk om. Gedreven mannen en vrouwen die opereren buiten het heersende en dominante systeem met grote machtige agrofoodbedrijven  aan het roer. Andersdenkenden die proberen te innoveren (met beperkt budget) om ons voedselsysteem te verduurzamen en te hermodelleren.

Deze zogenaamde ontwrichtende innovatie slaat een andere weg in, een weg van voedselproductie nu en voor toekomstige generaties. Een route van onderzekerheid met 1 zekerheid: dat het huidige mondiale voedselsysteem niet meer voldoet om de groeiende mensenmassa te kunnen blijven voorzien van beschikbaar, betaalbaar, gezond en veilig eten.

Efficiënte groei en schaalvergroting in de land –en tuinbouw nadert een kantelpunt waarvan zich de contouren nu beginnen af te tekenen. Een benadeelde natuur door monoculturen, bodemuitputting door de chemische benadering van de afgelopen decennia, landbouwgas emmisies die een grote bijdrage hebben aan het broeikaseffect. En last but not least de maatschappelijke weerstand tegen de industrialisatie van de primaire voedselproductie op ons Nederlandse platteland.

De huidige Nederlandse situatie is uniek in de wereld. De separatie tussen de boerenstand en burgerij in ons dichtbevolkte landje zorgt voor spanningen op het platteland. Kleine groepen andersdenkende burgers krijgen voet aan de grond en vinden gehoor in de politiek. Youth Food Movement is een goed voorbeeld van een jongerenbeweging dat zich inzet tegen industrialisatie van de voedselindustrie.

Onze hoogproductieve koeien, kippen, varkens en akkers zijn een voorbeeld voor de rest van de wereld. Alleen bij niet duurzaam gebruik gaat het ten koste van smaak, leefbaarheid en ten koste van natuur en biodiversiteit. Is de huidige intensieve primaire Nederlandse agrarische sector bestand tegen een wils en wetens groeiende wereldbevolking?

Het antwoord is: ja, mits we onze koers veranderen richting landbouwkennis en expertise door moderne (duurzame) technologie en wetenschap maximaal in te zetten. Onze vergaande kennis op het gebied van voedselproductie moet nog worden voorzien van een sausje van duurzaamheid en kan dan uitstekend dienst doen als blauwdruk in ontwikkelingsgebieden als Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

In landen waar het landbouwamateurisme met hulp van een Nederlandse professionaliseringsslag succesvol aangepakt kan worden. Op kleine schaal gebeurt dit al. Maar omdat we in Nederland te druk zijn om ons te blijven wentelen in de rendementsgedachte en bulkvoedselproductie is er geen tijd en geld voor nieuwe grootschalige duurzame en doordachte voedseloplossingen die ertoe doen. Er wordt zelfs gekort op R&D en landbouwinnovatie.

En de vooraanstaande landbouwwetenschapinstituten die Nederland rijk is, houden hun broek op door vooral onderzoek uit te voeren gefinancierd door agromultinationals. Bedrijven met korte termijn belangen en korte klap winstbejag. Disruptieve innovatie en daarmee de zoektocht naar echte oplossingen wordt bewust klein gehouden. 

Als Nederland het land blijft van de tulpen en kaas, dan gaat onze rol als deskundige en gidsland om het wereldvoedselvraagstuk aan te pakken, aan onze neus voorbij. Uitgekiende technologieën, innovatie in combinatie met onze handelsgeest, slimme boerenverstand en  hoge kennisniveau kan van Nederland een wereldspeler maken op het gebied van landbouwkennis. Tenminste als we echt willen en ambitie  tonen.

Het is toch een absurde en ontzettend ongelofelijke situatie dat Nederlandse burgers zich regionaal verzetten tegen voedselproducenten. In een gebied als De Peel is de afgelopen jaren flink ingezet op uitbreiding van de veestapel en het einde is nog niet in zicht. Burgers staat onzeker, wantrouwend en vol onbegrip tegenover opschalende veehouders in hun dorp. Er is verzet tegen de ‘megastallen’, stank en verhoogde gezondheidsrisico’s. Ze ervaren een ongelijke strijd.

Verder is er nog het verzet uit de hoek van de vegetariërs, een groeiende club mensen in de samenleving dat zich bekommert om het wel en wee van het landbouwhuisdier. Kortom we hebben te maken met een luxeprobleem kijkend naar het voedseltekort elders in de wereld. Door polarisatie en conflict in stand te houden, blijven we steken in oeverloze discussies zonder gemeenschappelijk doel. Als we nu het tij niet keren gaat dit nog meer een zwaar betonnen blok aan ons agrarische been worden.

Nederland is niet van elastiek aangaande de ongebreidelde schaalvergroting onder boeren en tuinders die hun hoofd boven water proberen te houden. Maar Nederland kent nog ontzettend veel rek op weg naar een schone, duurzame hoogproductieve landbouw. Wij moeten geen bulkvoedsel produceren voor het buitenland, want daar zijn we te duur voor, daar is bijna geen plaats meer voor in ons kleine kikkerlandje en daar zijn we vooral te slim voor.

Laten we onze inhaligheid en hebzucht naar een nog efficiëntere productie van (meer) gewassen en (meer) dieren ombuigen naar hebzucht naar innovatie, kennis, kwaliteit en duurzame oplossingen op het gebied van voedsel en energie. Een situatie dat economische en maatschappelijk perspectief biedt voor boeren nu en jonge boeren in de toekomst. Het is toch inmiddels wel duidelijk dat opschalen juist een duurzaam verdienmodel voor de agrarische ondernemer in de weg staat. Het groeimodel is geen goed antwoord meer op complexe vraagstukken en bijhorende maatschappelijke dilemma’s.

De honger naar méér haal je nooit meer uit de mens. Maar laat onze sterke agro –en foodsector in ieder geval op dit kruispunt dan verder groeien in kennis, ontwikkeling en evenwicht. De wereld schreeuwt in stilte om onze vergaande en ontwikkelde landbouwkennis dat een blauwdruk kan zijn om voedselschaarste in de wereld vóór te zijn. We hebben de morele verplichting om onze landbouwkennis –en oplossingen te exploiteren ten gunste van vele hongerige en noodlijdende mensen. Als we onze taak nu niet volbrengen zijn we straks zelf de klos.

Pascal Philipsen*

* deze analyse heeft Pascal Philipsen geschreven op persoonlijke titel.

Pascal Philipsen

Pascal Philipsen is regiomanager Zuid-Nederland en bemesting specialist bij Timac Agro Nederland.
Reacties
1 reactie
Herman Mertens 18 Februari 2013
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/columnisten/pascal-philipsen/item/10820636/Innovatiekracht-Nederlandse-landbouw-ver-te-zoeken]Innovatiekracht Nederlandse landbouw ver te zoeken[/url]
Een hier en daar kromme redenering. Intensivering en verduurzaming hoeven niet op gespannen voet te staan, integendeel. En op het platteland hebben veehouders veel draagvlak, bijv. van verzet in de gemeente met de meeste varkends in NL (Venray) is nauwelijks sprake. Ik respecteer volop dat iemand uit overtuiging geen vlees eet, maar niet als dat gepaard gaat met zieltjeswinnerij op basis van eenzijdige/onjuiste informatie. Voor meer info over de Limburgse aanpak zie [url]http://www.zozietlimburgdieren.nl[/url]
Hoe dan ook: ik ben het volledig eens met de hoofdconclusie: NL moet haar kennis in dienst stellen van het op gang brengen van lokale voedseleconomieën in arme landen. Ontwikkelingshulp niet afschaffen, maar omturnen naar focus op agro.
U kunt niet meer reageren.

Wat zijn de actuele noteringen?

Bekijk en vergelijk zelf prijzen en koersen

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden