Column Pascal Philipsen

Waar blijft nu eindelijk de Boerensuper?

23 Mei 2013 - Pascal Philipsen - 1 reactie

Agrarische ondernemers zitten met een erfenis uit het verleden: veel en goedkoop produceren uit het zicht van de burger. Machtige grootgrutters maken de dienst uit en bepalen in belangrijke mate de eetcultuur in Nederland. Daarom heeft de gehele land- en tuinbouwsector behoefte aan meer grip op de afzetmarkt. Er werd enkele jaren geleden gefantaseerd over de oprichting van een boerensupermarktketen. Is dit ambitieuze plan overboord of staat het in de startblokken? LTO Nederland heeft de Boerensuper nog als project actief staan.

Voedsel is vooral in de supermarkt verworden tot ‘voer voor marketeers’, waarbij ze ver gaan in het mooier maken van de waarheid. Veel geschreeuw en geroep om weinig. De consument wordt niet echt geïnformeerd en zo wordt de relatie met voeding nooit hersteld. In het licht van de trend naar ‘oorsprong en herkenbaarheid’ worden boeren in het segment vers ‘gebruikt’ in commercials van de supers. Maar van echte financiële waardering is allerminst sprake.

Prijs is en blijft leidend in de supermarkt en ten tijde van crisis absoluut niet verkeerd voor de meeste burgers. Maar als we voeding belangrijk vinden voor onze gezondheid, als we onze boeren (en daarmee eigen voedselproductie) willen behouden in Nederland en als we onze voedselproductiesystemen willen verduurzamen, dan is een eerlijke prijs noodzakelijk. De uitdaging van dit moment is om duurzame, onderscheidende en renderende businessmodellen te creëren voor en door agro -en foodondernemers. De weg van kostprijsleiderschap loopt dood.

Dikke rapporten van banken, LEI en andere deskundigen maken de laatste jaren melding van ‘ondernemerschap en toegevoegde waarde aan het landbouwproduct’ als antwoord op de lage prijspolitiek in de bestaande agrofoodketen. We vragen hiermee eigenlijk aan de boer en teler om het werkterrein uit te breiden naar afzet en de markt. Los van de keuze of boeren zelf op de stoel van de voedselmarketeer moeten gaan zitten, is er in de praktijk geen tijd en geld om deze relevante ‘experimenteerruimte’ te benutten.

Een handjevol boeren levert een knappe prestatie om zelf of in samenwerkingsverband een concept in de markt te zetten. Deze unieke merken worden dan vermarkt via internet, horeca, catering, boerderijwinkel, boerenmarkt of fairtradewinkel. Ook Landmarkt en Marqt zijn onderscheidende winkelformules met waardering voor het moderne boerenambacht.

Onderscheidende concepten kunnen als bewuste keuze een mooie oplossing zijn om aan de kostenbeheersing strategie van de retail te ontsnappen. Maar tegelijkertijd lijkt het de kloof met ondergewaardeerde gangbare productstromen die veel te goedkoop in de supermarkt liggen, te vergroten. Gangbare hoogwaardige landbouwproducten verdienen het toch ook om financieel en maatschappelijk gewaardeerd te worden? En het is daarbij van belang dat er verbeterruimte wordt gecreëerd - terugvloeien van een eerlijke marge naar de reguliere boer - om te verduurzamen en toe te spitsen op kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Omdat slachters tegen elkaar uit werden gespeeld door supermarkten, werden boeren uitgeknepen. Om die situatie tegen te gaan, werd besloten om Vion op te richten. Er moest  één grote varkensslachter komen die net zoveel macht had als de supermarkten.

In een verder verleden heeft de collectieve boerenkrachtenbundeling nog meer grote multinationals voortgebracht op het gebied van melkverwerking, bank- en verzekeringswezen, mengvoerindustrie, mechanisatie en kunstmest. Helaas is de coöperatieve gedachte ver te zoeken doordat deze organisaties inmiddels ook gaan voor de grote winst. Eigen commerciële gewin op de internationale markt gaat voor het belang en de continuïteit van agrarische ondernemer. De huidige positie van slachterij Vion is bewijs van doorslaan in hebzucht en macht.

Als het boerenbelangenorganisaties toch in een recent verleden is gelukt om collectiviteit en samenwerking aan te wenden om de positie van boeren te verbeteren, waarom de grip op afzet laten liggen? Waarom niet de kracht en de wil om boeren een fatsoenlijke boterham te laten verdienen?

Als het een Brabantse familie lukt om Albert Heijn het vuur aan de schenen te leggen met het succes van Jumbo, waarom lukt het dan niet om onze boerencollectiviteit in te zetten ten gunste van een eerlijke margeverdeling in de keten? Feit is dat wanneer producenten zich ontworstelen uit de dodelijke omarming van de supers de absolute noodzaak wegvalt om alsmaar efficiënter en grootschaliger te produceren. De Boerensuper zou kansen kunnen bieden.

Economische systemen blijven bij het oude zolang er nog geld wordt verdiend in de keten. Daarom is achterover leunen is geen optie voor primaire producenten. Boeren moeten spreken met 1 stem en zich verenigen. Het grote wereldvoedselvraagstuk hoe straks 9 miljard mensen duurzaam te voeden sterkt de voedselproducent in zijn positie. Alleen hij/zij weet het nog niet. Boeren zouden zich moeten verenigen in afzet en grip moeten krijgen op de waarde van voedsel in het belang van burger en boer.

Over de invulling van de Boerensuper kan je redetwisten. In een kleine overzichtelijke winkel of juist groots opgezet. Op het platteland of in de stad? Vers met A-merken of vers in combinatie met houdbare producten. Gezellig boerenkneuterig of modern en eigentijds? De Boerensuper moet vooral geen statement zijn, maar echte bijdrage aan verleidelijk en gezond eten.

Makkelijk gezegd allemaal. Maar wie voert de regie? Hoe organiseren we de moeilijke logistiek van vers? Wie is eigenaar? Hoe garanderen we een eerlijke margeverdeling over de samenwerkende partijen voor een lange termijn?  Misschien dat deze vragen en nog meer onzekerheden reeds zijn beslecht en staan er (boeren)organisaties in de startblokken om de Boerensuper van de grond te tillen?

Qua winkelformule is het een kwestie van combineren van prachtige bestaande succesvolle winkelconcepten in het buitenland. We kunnen veel leren van het Bourgondische leven in Zuid-Europa. In landen als Italië en Spanje kun je zitten en eten in de supermarkt. Bij ons in Nederland kan dat alleen in de bouwmarkt en grote meubelzaak. U ziet, nog een lange en nieuwe weg te gaan, maar slaan we ‘m überhaupt in?

Pascal Philipsen
Lees hier de volledige column

Pascal Philipsen

Pascal Philipsen is regiomanager Zuid-Nederland en bemesting specialist bij Timac Agro Nederland.
Reacties
1 reactie
H.R.Brand 23 Mei 2013
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/columnisten/pascal-philipsen/item/10826887/Waar-blijft-nu-eindelijk-de-Boerensuper]Waar blijft nu eindelijk de Boerensuper[/url]
Strak plan. Alle boerenproducenten zoals melkveehouders,akkerbouwers, pluimveehouders en overige vleesproducenten incl. tuinders enz. verenigen om samen eigen winkels op te zetten. Je verkoopt niet meer aan andere opkopers en gegarandeerd krijg je het druk in die boerenwinkels. De andere winkels kunnen toiletpapier en zeep verkopen en na verloop van tijd wel sluiten.Simpel toch! Wie is nu de baas? De boer of de supermarkt? Moeilijk? Waarom? Iedere producent wordt mede eigenaar van de supermarkt.De (mega)winst die de supermarkt maakt wordt aan het eind van het jaar EERLIJK verdeeld over de boeren.Heb je bijvoorbeeld een slecht jaar dan heb je nog €100.000 uit de winst van de supermarkt (dit was bijvoorbeeld ook bij C1000 zo. na verkoop aan jumbo kregen supermarkt eigenaren/aandeelhouders grote bedragen op hun bankrekening) Enigste voorwaarde: we maken onderling geen ruzie!
U kunt niet meer reageren.

Wat zijn de actuele noteringen?

Bekijk en vergelijk zelf prijzen en koersen

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden