In het derde kwartaal van dit jaar dikte de Chinese economie met 7,3 procent aan. Dat is iets meer dan de analisten hadden verwacht maar nog steeds de laagste groei sinds 2009.
Hierdoor blijft er onder beleggers twijfel bestaan over de vooruitzichten van de Chinese economie. Het gevaar bestaat dat die de komende kwartalen verder zal afkoelen. Gezien de omvang van de Chinese economie en de talloze banden met andere economieën en nagenoeg alle markten, zou een groeivertraging in China veel invloed hebben. Een groeivertraging in China zou vooral merkbaar zijn op de markt voor grondstoffen waar China een grote afnemer is.
Nederland voerde in het eerste halfjaar van 2014 goederen ter waarde van 4,4 miljard euro, ofwel ongeveer 10 procent van de totale Nederlandse export, naar China. Het gaat dan vooral om machines (1,5 miljard) en chemische producten (1,4 miljard). Voeding en levende dieren waren goed voor circa 420 miljoen euro.
Zo bezien zou een afkoeling van de Chinese economie Nederland niet hard raken, althans niet direct. Maar de indirecte effecten zouden veel groter zijn. Een groeivertraging in China zou bijvoorbeeld economische groei in Duitsland raken. Duitsland is veruit de belangrijkste buitenlandse markt voor Nederlandse spullen. Een groeivertraging in Duitsland zou ook de groei van de eurozone negatief beïnvloeden en dat op zijn beurt zou de kans op een nog ruimer monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), lagere rentes en een zwakkere euro betekenen. Waarschijnlijk zou minder vraag naar grondstoffen uit China, door die lage groei, grondstoffenprijzen maar ook prijzen van verschillende landbouwproducten onder neerwaartse druk zetten.
Voor de Nederlandse landbouwsector hoeft dat per saldo geen slecht nieuws te zijn. Om te beginnen is de positie van onze landbouwexport naar landen zoals Duitsland sterk, waardoor het niet te verwachten is dat er zich een drama zal afspelen bij een lagere economische groei in dat land. Daarnaast zou de olieprijs waarschijnlijk verder dalen, hoewel een zwakkere euro een deel van dat voordeel zou neutraliseren. Hoe zwakker de euro, hoe duurder de olie is voor ons. Maar die zwakkere euro zou veel exporteurs behoorlijk kunnen helpen. Neem de varkenshouders in Nederland.
Die hebben zeer veel last van de Russische sancties. Geluk bij ongeluk is dat de vraag naar varkensvlees in de Verenigde Staten maar ook China, juist gezond groeit. Bij een nóg zwakkere euro zou het Nederlands varkensvlees in de VS een prima markt hebben: de vraag ernaar groeit en dankzij de wisselkoers wordt varkensvlees uit Europa almaar aantrekkelijker voor de hongerige Amerikaanse consument. Hetzelfde geldt voor de Aziatische markt.
Het is eigenlijk een groot raadsel waarom varkensvleessector er niet meer werk van maakt export naar de VS maar ook China (ook daar maakt een zwakkere euro het Nederlands varkensvlees goedkoper voor de Chinezen) op te voeren. De recente initiatieven om de vraag naar varkensvlees in eigen land te stimuleren zijn een goede ontwikkeling, maar zelfs bij een succes gaat dat op korte termijn weinig zoden aan de dijk zetten. Een toename van de export naar de VS daarentegen zou de varkenshouders die nu in problemen zitten, wel vrij snel helpen.
In dat opzicht is het een goede ontwikkeling dat staatssecretaris Sharon Dijksma beloofd heeft dat de Nederlandse overheid zich zal inzetten om nieuwe afzetmarkten te zoeken. Vaak blijven dat soort (vage) beloftes echter bij mooie woorden. Het is voor de sector van groot belang de druk op de ketel te houden zodat het deze keer niet bij woorden alleen blijft.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.