Volgens Varkens in Nood is het plan van aanpak om biggensterfte terug te dringen een flop en moet het sterftecijfer ten koste van alles worden verlaagd. Robert Hoste, econoom varkensproductie bij LEI Wageningen UR, spreekt dit tegen. Bovendien zegt hij dat het verlagen van de biggensterfte de concurrentiepositie van de Nederlandse varkenssector onder druk kan zetten.
Klopt de inhoud van het rapport?
'De conclusie dat er 6 miljoen biggen gestorven zijn tussen geboorte en de slacht klopt wel. De term crepeert van Varkens n Nood is voor hun rekening. Ook is het zo dat er een relatie is tussen de worpgrootte en de biggensterfte. Het aantal biggen dat wordt geboren is de laatste jaren toegenomen, van 11,4 in 2001, naar 14,4 in 2015. Meer levend geboren biggen betekent dat er ook meer zwakkere broeders zijn en de biggensterfte dus toeneemt.'
Varkens in Nood zegt dat het plan van aanpak om de biggensterfte te reduceren een flop is. Is dat zo?
'De cijfers spreken dat ook tegen. Het is zo dat de biggensterfte in de kraamperiode is toegenomen, maar dit is meer een gevolg van de grotere worpen. Tussen 2006 en 2010 was het sterftepercentage vrijwel constant terwijl wel meer levende biggen werden geboren. Na 2010 liep het sterftepercentage weer op. In 2015 nam de uitval met een half procentpunt toe en ligt daarmee weer in lijn met de voorgaande jaren. De stabilisatie tot 2010 was te danken aan initiatieven die door de sector zelf zijn genomen. Als er geen plan van aanpak en er geen aandacht voor was geweest had het sterftecijfer nu mogelijk hoger gelegen. In vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland ligt de uitval lager, terwijl het aantal levend geboren biggen per worp hoger is. Dus ik ben het er niet mee eens dat het plan van aanpak een flop is.'
'Overigens is de spreiding tussen bedrijven wel heel groot. Het sterftepercentage van de laagste 20 procent bedrijven in Agrovision ligt net onder 10 procent, terwijl de 20 procent bedrijven met de hoogste uitval gemiddeld op ruim 18 procent uitkomen. Ik denk dat er op een deel van de bedrijven winst te behalen valt door maatwerk en door te kijken hoe het kan dat het ene bedrijf veel beter scoort dan het andere bedrijf. Op die manier kan het sterftepercentage naar verwachting terug worden gebracht.'
In hoeverre spelen economische afwegingen van zeugenhouders een rol in de sterke spreiding tussen verschillende bedrijven?
'Er zijn zoveel economische afwegingen die een rol kunnen spelen dat het lastig te zeggen is in hoeverre dit een rol speelt in het totale sterftecijfer. Dat kan gaan van een betere hygiëne of beschikbare arbeid tot de leefoppervlakte die er per big beschikbaar is. Achterblijvende biggen verstoren ook het productieritme in een stal en hebben hogere voerkosten die wellicht niet kunnen worden terugverdiend. We hebben ongeveer 5.000 varkenshouders in Nederland en dus ook 5.000 verschillende manieren van keuzen maken over het wel of niet in leven houden van een big.'
Is het aannemelijk te maken dat in een jaar met lage prijzen het sterftecijfer hoger ligt?
'Ik kan me dat onderbuikgevoel wel voorstellen, maar vind die veronderstelling toch iets te kort door de bocht. In een jaar met lage prijzen moet je als varkenshouder nog meer je best doen om ook de laatste big geld te laten opbrengen.'
Varkens in Nood pleit voor minder biggen per zeug zodat meer in leven blijven. Is dit economisch gezien een goede weg voor zeugenhouders om in te slaan?
'Het hangt af vanuit welk perspectief je het bekijkt. Als verlagen van de biggensterfte het doel is, dan moet worden ingezet op minder biggen per zeug zodat de levensvatbaarheid van de andere biggen toeneemt.'
'Alleen vanuit de economie gezien is dit een slechte ontwikkeling. De Nederlandse varkenssector zit in een zware concurrentiestrijd met de landen om ons heen, zoals Duitsland en Denemarken. De biggenproductie is dusdanig geoptimaliseerd dat iedere stap die je terug zet geld kost. Het verlagen van de biggensterfte door in te zetten op kleinere worpen kan dus verlies betekenen voor de Nederlandse concurrentiepositie. Als de burger en de consument dit echt willen, en bereid zijn te betalen voor vlees uit een bedrijf waar een lagere productiviteit nagestreefd wordt, is dat mogelijk.'
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/varkens-voer/artikel/10869072/Verlagen-biggensterfte-risico-voor-concurrentiekracht]Verlagen biggensterfte risico voor concurrentiekracht[/url]
Blij met Agrovision ???????
Bedrijven als Agrovision en andere Big Data predikers sturen zonder pardon al je bedrijfsgegevens naar anderen door voor eigen naam en gewin. Alles wordt onder de noemer transparantie verkocht, maar je geeft je tegenstanders met oneigenlijk gebruik van de gegevens en dus munitie om je te kielhalen.
Herr Flick schreef:Bedrijven als Agrovision en andere Big Data predikers sturen zonder pardon al je bedrijfsgegevens naar anderen door voor eigen naam en gewin. Alles wordt onder de noemer transparantie verkocht, maar je geeft je tegenstanders met oneigenlijk gebruik van de gegevens en dus munitie om je te kielhalen.