5 vragen aan Jan Vernooij
Afspraken met slachterijen zijn veel te vrijblijvend
Jan Vernooij wordt de nieuwe voorzitter sectorcommisie Varkens- en biggenhandel / exporteurs binnen Vee & Logistiek. Vijf vragen aan de kersvers benoemde voorzitter over zijn plannen met de sector en hoe de toekomst van de varkenshandel eruit ziet.
Gefeliciteerd met uw aanstelling als voorzitter van de sectorcommissie. Bent u vereerd en hoe is het proces verlopen?
'Hartelijk dank. In eerste instantie was er geen opvolger voor scheidend voorzitter Cees Oostrom beschikbaar, die vanaf 2017 aftredend is. In mijn ogen is het echter wel nodig dat de sectorcommissie varkens- en biggenhandel binnen Vee & Logistiek Nederland vertegenwoordigd wordt door een voorzitter. Gezien de roerige tijden en veranderingen is er behoefte aan een voorman. Daarom heb ik er nog eens goed over nagedacht of ik deze functie zou moeten oppakken. Ik heb hier goed over nagedacht en heb me vervolgens weloverwogen aangediend als kandidaat voorzitter. Uiteindelijk ben ik natuurlijk blij dat er unanieme steun is voor mij als voorzitter van de sectorcommissie. Zeker omdat de leden van de commissie doorgewinterde handelaren zijn, maar ook de handelaren met toekomst perspectief.'
Wat zijn uw plannen als voorzitter en wat denkt u te kunnen betekenen voor varkenshouders?
'In de afgelopen jaren heeft Vee & Logistiek goede stappen gezet die allereerst gecontinueerd dienen te worden. Uiteindelijk wil ik vooral een voorzitter zijn die een boegbeeld is naar buiten en die het belang van de sector breed vertegenwoordigd. Er zijn zowel in de sector als daarbuiten nog belangrijke stappen te nemen. Zo ligt de varkenssector vaak onder een vergrootglas en worden sommige aspecten - op gebied van dierwelzijn en transport - veel te negatief belicht. Hierdoor ontstaat een beeld van de sector die in mijn ogen niet terecht is. Ook wil ik mij inzetten om exportkeuringskosten, die worden gehanteerd door de NVWA, omlaag te brengen. Maar ook aan de binnenlandse slachterijkosten kan nog worden gesleuteld.'
Hoe ziet u de toekomst van de varkenssector en hoe kijkt u aan tegen de opkomst van concepten, zoals bijvoorbeeld Beter leven en Good Farming Star?
'In mijn ogen is het niet het één of het ander, maar er zijn meerdere markten beschikbaar waarvoor geproduceerd kan worden. Ik geloof in welzijnsconcepten maar ook voor het ‘standaardvarken’ is een markt. Uiteindelijk zijn we als varkenssector sterk afhankelijk van export en daarom is er behoefte aan verschillende soorten varkens die op diverse markten worden afgezet. Zowel in binnen- als buitenland. In de markt van concepten zijn overigens nog wel een aantal stappen te maken. Zo zijn de leveringsafspraken nog veel te vrijblijvend. Wanneer een slachterij even geen afzet heeft voor Beter Leven varkens is de varkenshouder de dupe. Dit is natuurlijk ook dodelijk voor het imago van de handel. Afspraak is afspraak is mijn moto en daarom moeten afspraken met slachterijen en retailorganisatie officieel bekrachtigd worden middels contracten. Momenteel is het nog veel te vrijblijvend voor bepaalde slachterijen om hun eigen plan te trekken.'
Op welke uitdagingen in de markt wilt u vooral inspelen?
'Ik wil inzetten op samenwerking in de keten waarbij iedere schakel weet wat verwacht wordt. Ook moet worden teruggegrepen op afspraken en moet het gedrag van zogeheten ‘free riders’ worden getackeld. Het bestaansrecht van de handel in de keten is vooral het plaatsen van varkens op de juiste plaats. Uiteindelijk wil ik toe naar een minder speculatieve markt. Momenteel is het nog de gewoonte om te switchen met varkens tussen verschillende concepten, maar dat moet anders. Niet alleen in de markt van concepten, maar ook het ‘standaard varken’ moet marktgericht worden geproduceerd. Momenteel is er bijvoorbeeld een overschot aan beren, terwijl slachterijen goed uit de voeten kunnen met borgen en gelten. Door een goede wisselwerking tussen handel, slachterij, retail en varkenshouder kan dit worden voorkomen. Ook moet de handel meer onderling samenwerken. In de toekomst wordt de varkenshouderij alleen maar grootschaliger. Oftewel meer dieren op minder bedrijven. De kans is dan groter dat handelaren elkaar dan in de weg zitten. Gezamenlijk investeren in klimaatauto’s is bijvoorbeeld een mogelijkheid om samen op te trekken.'
Hoe ziet u de samenwerking met belangenbehartigers in de varkenshouderij en wat is uw visie op sectorale plannen als die van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV)?
'Ik wil graag samenwerken en vooral elkaar niet in de weg zitten met gekruiste belangen. Daarom wil ik ook vanaf het eerste begin met andere partijen, zoals de NVV en POV aan tafel zitten. De geplande fusie tussen de NVV en LTO varkenshouderij juich ik dan ook toe, omdat dit de slagkracht verbeterd. Zo’n 80 tot 90 procent van de varkenshouders is lid bij deze organisaties en daar willen wij als Vee & Logistiek iets voor betekenen. Ook de plannen van de POV, met betrekking tot het Holland Varken, zie ik positief in. Uiteindelijk is de sector gebaat bij een goede wisselwerking tussen deze organisaties, waarbij ieders belang evenredig wordt vertegenwoordigd.'
Wouter Baan
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.