Jongveeopfokquotum levert tijd en geld op

Een optimale jongveeopfok draagt bij aan de levensduur van de melkveestapel. In de praktijk wordt de levensduur vaak beperkt, doordat teveel jongvee wordt aangehouden en bij selectie voorrang krijgt op oudere koeien. Vaak onterecht, omdat de genetische verbetering van de pinken lang niet altijd evenveel bijdraagt als die van de beste koeien uit het koppel, gecombineerd met een goede fokstier.

Bij een optimale opfok staat de vraag centraal hoe kan worden voorkomen dat teveel jongvee wordt aangehouden en onnodig hoge kosten worden gemaakt en extra arbeid wordt verricht. In de vijfde aflevering van Levensduur Managen hanteert Frank Verhoeven uit Udenhout een jongveeopfokquotum: per maand niet meer aanhouden dan een vooraf bepaald aantal kalveren. Daarvoor berekent hij hoeveel en welke koeien hij wil insemineren met BWB (Belgisch-witblauwras). Voor het jongveeopfokquotum komt de helft van de beste pinken en de helft van de beste koeien.

Door deze strategie, die hij in samenwerking met ABAB accountants en adviseurs heeft uitgewerkt, nauwgezet te blijven volgen, bespaart hij de helft van de tijd die hij normaal aan het jongvee besteedt en gaat hij er 7.000 tot 10.000 euro per jaar op vooruit.

Sinds februari 2015 publiceert Valacon-Dairy in samenwerking met Boerenbusiness.nl videofilms over verlenging van de levensduur. In het kader van het landelijke project Duurzame Zuivel Keten (DZK) wordt gestreefd naar een verlenging van zes maanden in 2020.