Interview Henk Feddes
Interseed wil ondanks krapte groeien
Interseed Holland is een jong en klein pootgoedhandelshuis. Het bedrijf streeft ernaar te groeien in een markt waar maar weinig rek in zit. Echter, deze ambities worden wel gehinderd door de droogte van afgelopen zomer. Henk Feddes, directeur van Interseed Holland, vertelt over de invloed van de droogte, de ambities en de kansen.
Het pootgoedhandelshuis is betrekkelijk onbekend. Hoe komt dat?
"Wij zijn een relatief jong en klein bedrijf en hebben lange tijd onder de radar geopereerd. Inmiddels zijn we aan een professionaliseringsslag begonnen en treden we dus meer naar buiten, mede omdat we nieuwe telers nodig hebben om het areaal uit te breiden. Daarbij moet vooral het areaal van het ras Zorba groeien. Er is veel vraag naar dit ras, met name uit de verwerkende industrie. Daarnaast zitten er veelbelovende rassen aan te komen, waar wel areaal voor nodig is."
"We willen overigens ook groeien in de overzeese export van ons pootgoed; deels omdat export gemiddeld gezien beter betaald dan de verwerkende industrie, maar ook omdat de export eerder begint. Dat heeft een voordeel voor de spreiding van de arbeid, maar heeft ook het voordeel dat de pootgoedtelers de schuur eerder leeg hebben. Tevens is het een kwestie van risicospreiding."
Is groeien in een jaar met fors lagere opbrengsten lastig?
"Droogte zorgt er inderdaad voor dat het areaal dit seizoen minder hard kan groeien dan wij in eerste instantie wilden. Areaaluitbreiding heeft dit jaar wel een dermate grote prioriteit dat Interseed de beschikbaarheid van uitgangsmateriaal voor telers belangrijker vindt dan de commerciële beschikbaarheid van pootgoed. Pootgoedtelers krijgen dan ook voorrang op de commerciële beschikbaarheid. Het afgelopen jaar werd 114 hectare Zorba geteeld, maar dat moet dit jaar uitgebreid worden tot ongeveer 150 hectare vermeerdering."
2,5
procent
Hoe gaan jullie deze groei realiseren?
"Allereerst proberen we het areaal bij bestaande telers te vergroten. Daarnaast hebben we nieuwe telers nodig om het gewenste areaal te realiseren. We willen telers onder meer overtuigen met ons rassenpakket. Zo zijn we sterk in rassen met weinig schurft en virus. Waar het verlagingspercentage bij de NAK in de nacontrole (op virus) rond de 25% ligt, ligt dat percentage bij onze rassen slechts op 2,5%."
"Daarnaast is de uitbetalingsprijs natuurlijk ook belangrijk. Wij hebben de mogelijkheid om het grootste deel van de bovenmaat als pootgoed af te zetten. Dat levert in de regel een beter uitbetalingsprijs op, dan wanneer dit afgezet wordt als consumptieaardappelen."
Hoe kan een kleine speler opboksen tegen de grotere bedrijven?
“Interseed Holland heeft een groter bedrijf achter zich staan, waar ook de rassen vandaan komen: Interseed Duitsland. In het noorden van Duitsland, in Carolienziel, staat het kweekbedrijf van de Interseed groep. Onze focus ligt op het fritessegment. Daarom worden alle zaailingen door een team van experts getest of ze voldoen aan de eisen van de verwerkende industrie. Om als kleinere speler op te boksen tegen de grotere bedrijven bieden wij ook intensiever contact met de telers aan, deels door kortere lijnen.”
Anne Jan Doorn
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.